- 35 - grijpen, dat voor dit voorstel geen meerderheid in den raad te vinden: zou zijn. Het is waar, dat de gemeente voor zware zorgen zit ten op zichte van de crisis-uitgaven, maar men zal daarvoor moeten zoeken naar de oorzaak. Spreker wijst op de lezing van den oud-burgemeest van Bergen op Zoom, den heer Stulemeijer, voor R.K. raadsleden, waar bij deze betoogde, dat de steunzorg een overheidszorg moet zijn.Re v; eerder werd betoogd, dat de gemeenten zooveel mogelijk van de cris.y> lasten moeten worden ontheven, en voor een behoorlijke bijdrageva^ hoogerhand moet worden gezorgd, maar het doet dan wel eigenaardig aa dat van die zijde juist het tegenovergestelde gedaan wordt. Spreker meent, dat hier de aandacht wel eens op gevestigd mag worden. De heer VAR KROON zegt,dathij alleen in uitersten noodzaak zijn stem aan dit voorstel zou kunnen geven» Hij is echter van meening, du er nog wel andere bronnen zijn,waar geld gehaald kan worden. In het uiterste geval zou spreker zich kunnen vereenigen met een verlaging van 0,50, hetgeen neerkomt op 51°> zooals ook'bij de werklieden en ambtenaren. De heer MUSTERS berekent wat diverse gezinnen aan steun krijgen, speciaal de land- en tuinbouwarbeiders, die het met 5 en 6 kinderen nog niet tot 10,kunnen brengen. In verschillende gemeenten wordt een hooger steunbedrag aan deze categorie uitgekeerd. Spreker is niet voor verlaging der steunnormen. De steun is voor valide steuntrekker., niet te hoog. Hij wil van deze gelegenheid gebrö-ik maken om een woo..-- van waardeering te richten tot de commissie voor steunverleening, die zooveel in het belang der werkloozen doet. De heer SIMONS heeft enkele gevallen van steun nagegaan en is daa: bij tot de overtuiging gekomen,dat de steunnormen niet verminderd kunnen worden. Hij somt enkele gevallen op van groote gezinnen dl? met een bedrag van 13,14-,per week aan steun moeten rond komen. Hij zal stemmen tegen het voorstel van B W. De heer WALDER zegt daarstraks zijn stem al gemotiveerd te^ hebr<; a, Hij behoeft daar weinig meer aan toe te voegen. Slechts wil hij nog even ingaan op hetgeen door den heer Juten gezegd is over het oios- coopbezoek van kinderen* Spreker vraagt,of dit nu zoo erg is, dat dia kinderen eens een enkelen keer voor een dubbeltje naar de oioscoop kunnen, terwi jl er daarbij nog verschillende zi jn, die op een vrij kaart je gaan. Spreker vindt het erg kleinzielig om daarop een aan merking te maken. De heer BECHT vindt het heel aardig die korting der steunnormen niet toe te passen,maar dit kost 10.000, De raad zal dan ook moeten aanwijzen waar die gelden vandaan te halen. Als men zijn voor stel betreffende de salarisverlaging had aangenomen,was het bedrag reeds geheel gevonden geweest. Thans is pas 4-000,gevonden, zoo da nog oOOO,tekort komt, en daarom voelt spreker zich moreel ver plicht voor het voorstel van B W te stemmen. Wethouder SCHEFFELAAR merkt naar aanleiding van de opmerking van_ den heer Simons op,dat het door dezen aangehaalde geval van een gez: met 13 kinderen en 3-3,steun, niet mogelijk is. DaaI>c>m"t:r'en"':' ffloe"k de heer Simons onjuist zijn ingelicht. De heer SIMONS zegt het van den betrokkene zelf te weten. Wethouder SCHEFFELAAR zegt, dat het, zooals het door den heer Simon is voorgesteld, toch onmogelijk is. Wat dea steun aan land- en tuinbouwers betreft, zet spreker ui teen hoe die steunregeling tot stand gekomen is, en daarin geen wijziging gebracht kan worden. De heer MUSTERS vraagt,of de regeling niet gesplitst kan worden in een voor 'land- en een voor tuinbouwers. Wethouder SCHEFFELAAR zegt, dat er hier geen organisatie van tuin- bouw-arb eiders bestaat. Betrokkenen zi jn, voorzoover zij georganiseer zijn, alle aangesloten bi j den landarbeidersbond. De heer BOSCHMAN wil den heer Musters aanraden om hier een tuin- bouwarb ei dersorganisatie op te richten. Wethouder SCHEFFELAAR merkt op, dat dit nu geen nut meer zou heco.e Wethouder KIEPE zegt wel beluisterd te hebben, dat het voorstel va B W niet zal worden aangenomen. De raad wil blijkbaar zooveel moge lijk putten uit de reserves der bedri jven, doch deze zijn ook nieo onuitputtelijk. En wat moet er gebeuren als de bedrijven met een leege reservekas zitten? D^-n zal van de plannen voor het bouwen val een nieuwe fabriek wel heelemaal niets terecht komen. I

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1934 | | pagina 54