- 16 -
niei, noodig. Men zou daarmede slechts bereiken, dat hetgeen nu
secondair is,dan primair wordt»
Wethouder VAN HASSELT heeft met belangstelling en genoegen
den zakelijken toon in de algemeene beschouwingen beluisterd»
uritiek is goed en mag er best zijn,omdat die kan leiden tot
goede oplossingen en de gewenschte samenwerking. Spreker wil
tnans op enkele opmerkingen wat nader ingaan omdat dit misschien
kan leiden tot meer waardeering van het werk van het college,
hij wil dan beginnen met de opmerking van den heer Musters over
de rioolbelasting. De heer Musters heeft gezegd.dat de heeren
van het college van B W maar doen wat ze willen. Niets is
minder waar dan dat. Er is over die kwestie lang en breed ge
sproken en tenslotte is ds raad er toch toe gekomen om het voor
stel van B W tot verdubbeling der rioolgelden te aanvaarden.
?iJL+wara niet,omdat het college z'n zin wilde doordrijven,maar
?a Q-n e<n^ ProSressisve heffing te veel moeilijkheden vast-
la(!+.' moest worden vastgekoppeld aan de personeels be-
m huurwaarde. Die heffing was te in grijpend, want
aan moest voor een woning met een huurwaarde van f.1000,— een
mma van f.20,-- aan rioolbelasting worden betaald. Daarbij
vam,aat dit met terugwerkende kracht moest geschieden,hetgeen
n geen^geval goedgekeurd zou worden terwijl wel goedkeuring
©r^woroen verkregen voor een verdubbeling der geldende bedragen,
nr is m deze kwestie dan ook geen sprake van een mindere waar
deering van B W ten opzichte van den raad. Het college stelt
wel degelijk een goede samenwerkïrg met den raad op prijs» Spre
ker zegt dit ook in verband met de opmerkingen van den heer
Schuyljdie het o»a. had over de kindervoeding. Toen deze kwestie
indertijd door den heer Schuyl in den raad ter sprake gebracht
wera,heeft spreker zich direct in verbinding gesteld met de di
verse scholen. Uit het ingestelde onderzoek is echter gebleken,
aat het niet noodig was,dat voeding werd verstrekt aan de kinde
ren of nieuwe kleeding moest worden beschikbaar gesteld. Later
is nogmaals bij de scholen geïnformeerd,en tenslotte heeft spre
ker persoonlijk de hoofden van scholen verzocht om,wanneer er
zich gevallen voordeden,dat voedsel aan kinderen moest worden
verstrekt,ofwel kleeren noodig mochten blijken te zijn,hiervan
opgave te doen. Tot heden is bij spreker nog geen enkel verzoek
hieromtrent binnen gekomen» Natuurlijk zijn er altijd gezinnen,
waar men van alles tekort komt,maar het is dan toch wel opval
lend,dat kinderen uit een ander gezin,met vaak nog mindere in
komsten, er beter uitzien en beter gekleed zijn dan de kinderen
uit dat gezin waar van alles tekort komt. De vraag is maar,
moeten wij nu gaan zorgen voor de ouders die hun kinderen ver-
waarloozen? Op dergelijke toestanden moet gewezen worden,maar dat
is de taak van den onderwijzer» Mocht er zich onverhoopt werke
lijk een geval voordo en,dat voor voeding en kleeding zou moeten
worden gezorgd,dan zullen B daar direct maatregelen voor
nemen. We hebben altijd nog een crisis-comité en een armbestuur
en mochten daar geen gelden voor dit doel beschikbaar zijn,dan
zullen B met voorstellen komen om hier gelden voor beschik
baar te stellen. De heer Schuyl zal echter na deze uiteenzetting
wel overtuigd zijn,dat er geen sprake van is als zouden voor
stellen, welke van zijn kant komen,door B W worden genegeerd.
De VOORZITTER spreekt hierna als volgt:
Waar ik met de financien belast ben,is het noodzakelijk,dat
or een kleine uiteenzetting komt,hoe wij gekomen zijn aan een
opzet van de begrooting,zooals die nu voor U ligt.
Toen de begrooting m concept werd aangeboden,bleek een groot
tekort aanwezig te zijn. Staande de behandeling van de wijze
noe in dit tekort te voorzien,steeg dit tenslotte tot circa
f«170.000,Voorop stond,dat zoo maar niet kon overgegaan wor
den tot verhooging van inkomsten op allerlei mogelijke wijzen;
eerst moest nagegaan worden of bezuinigingen mogelijk waren. Het
stond bij ons college vast,dat allereerst in die bezuinigingen
als systeem aanwezig moest zijn,dat eenieder een offertje moest
brengen.
Al ig naar ons staatsrecht de leer,dat de nering naar de
tering gezet moet worden,geldend,de uitgaven gaan voorop en de