14
speciale commissie, en het verzoek van den R.K.Bcerenbond een heele
correspondentie heeft uitgelokt met het gemeentebestuur van Ven-
lo. De tuinders staan echter hier in een bijzondere positie en
het gaat toch niet aan hen te steunen om den Boerenbond aan centen
te helpen door de oude schulddn der tuinders daar af te lossen.
Praktisch komt het daar op neer,doordat op de veiling van den
Boerenoond een groot gedeelte der verdiensten van de'tuinders wor
den ingehouden voor aflossing van schuld. Getracht zal worden voc
deze kwestie een oplossing te vinden. Door den heer Musters is
verder gesproken over de door B W ingevende bezuinigingen bij
den dienst van openbare werken en er op gewezen,dat het vaak voor
komt,dat de technische dienst van openbare werken anders adviseer
dan B^& W. Maar naar sprekers meening mogen toch ook B W er wel
een eigen meening op nahouden,en daar de directeur van openbare
werken nog^niet zooveel jaren praktijk heeft, is het toch heel
goed mogelijk dat het college van B W,ook voor wat den techni
sch en dienst betreft,er wel een® een andere opvatting op na houdt
dan de directeur. Wat de vervrachting der bezuinigingen door meer
aanbestedingen van werk betreft,wijst spreker er op,dat deze
vervrachting ook van deskundige zijde gedeeld wordt en dit ook uit
de praktijk,bijvoorbeeld bij de bedrijven,telkens weer blijkt.
Dat bij aanbesteding het werk veel voordeeliger kan worden ge
daan,zit hoofdzakelijk in de hooge loonen,welke de gemeente moet
betalen,terwijl die in het particulier bedrijf zooveel lager zyn.
Ten aanzien van de rioolbelasting wijst spreker erop,dat die_
aangelegenheid enkele vergaderingen geleden reeds in den breede
besproken is,en hij had niet gedacht,dat deze thans weer ter
sprake zou worden gebracht. De progressieve heffing,zooals de
raad die wilde,kon vorig jaar niet meer worden toegepast,en daar
men toch moest komen aan het op de begrooting uitgetrokken be
drag,hebben B W toen opnieuw hun voorstel tot verdubbeling ge
daan,hetwelk daarna door den raad werd aangenomen. De Koninklyke
goedkeuring is daar echter nog niet op verkregen,en zoolang die
er niet is,kan niet tot invordering worden overgegaan.
Spreker komt dan aan de opmerkingen van den hear Walder over
de waterleiding,waartegenover hij wil opmerken,dat blijkens de^
rapporten de kwaliteit van het water hier juist heel goed is, Br
zijn heel wat plaatsen in het land,waar deze veel slechter is,
zooals bijvoorbeeld in Rotterdam,Maassluisenz.waar het haaso^
niet om te drinken is. Spreker begrijpt niet,datzoo'n toestand
in dergelijke plaatsen nog mogelijk is. Persoonlijk acht hij het
niet gewenschtdat tot uitbreiding van het waterleidingbedrijf
wordt overgegaan,temeer omdat de capaciteit van het bedrijf nog
altijd meer dan voldoende is,en een dergelijk werk ook met het
oog op de gene ente-financi'én,verteerd zou zijn. Naar aanleiding
van het gesprokene van den heer Schuyl over de oprichting van
een badhuis,wijst spreker er op,dat we hier een goede bad- en
zweminrichting hebben,waar men voordeelig terecht kan. Voor een
plaats als Bergen op Zoom acht spreker dan ook de oprichting van
een badhuis daarnaast,geen reden van bestaan te hebben,en zal
naar zijn meening die inrichting ook niet rendabel te maken zyn.
Het gaat z.i. dan ook niet aan,de lasten daarvan weer maar te
leggen op de schouders der inwoners,die toch al zooveel te
dragen hebben, in verband met hetgeen door den heer Schuyl ver
der hieromtrent is opgemerkt,wil spreker wijzen op de houding
der sociaal-democraten in andere gemeenten,welke heel wat meer
tegemoetkomend is in deze moeilijke tijden.
Door den heer Bakx is gesproken oyer het systeem der werk
verschaffing. Het is inderdaad waar,dat de werkzaamhedenaan de
bad- en zweminrichting in het begin van het badseizoen zijn
stopgezet en de werkloozen toen aan de haven zijn te werk ge
steld. Of dit laatste werk resultaten zal afwerpen,val spreker
thans buiten beschouwing laten,doch het was een werkobject,
waarvoor de raad tot uitvoering besloten had. Het lig ook m de
bedoeling van B W om dit werk in de wintermaanden stop te
zetten en weer te beginnen met de uitbreiding der bad- en zwem
inrichting, doch daar bestonden van de zijde van den directeur
van openbare werken technische bezwaren tegen» Het betreit hiur