i. - 5 - Bij het onderzoek der begrooting is gebleken,dat het advies van den directeur van openbare w erken niet altijd was zooals B J het lieten voorkoien. Bij de interpellatie over de puinplaats antwoordde wethouder Juten op oen vraag van mij,of er een advies was,dat hij van geen advies afwist,terwijl naderhand blaak,dat er wel degelijk advies was uitgebracht# Wanneer men 'werkelijk prijs stelt op samenwer king zal dat anders moeten worden® Wethouder van Hasselt betoogde in de vergadering van 26 Janua ri dat een ambtenaar gerust z'n meening mag zeggen in de aan hom gevraagde adviezen® Maar wat heeft een raadslid aan een advies, wanneer die niet bij de stukken ter inzage liggen? Wanneer B W deze taktiek blijven volgen,dan zal er van samenwerking niet veel terecht kc-meri n Tenslotte,Mijnheer de Voorzitternog het volgende. Enkele dagen geleden verzocht ik den directeur van openbare wer- enicele gegevens die ik noodig had met het oog op deze ver gadering, Tot m'n verbazing antwoordde mij deze ambtenaar,dat het hem speet,maar dat hij op last van B »v' geen enkele inlichting geven. Ik vraag UhMijnheer da Voorzit ter, hoe moeten wij, raaasledenwanneer wij bij het een of ander punt waarvan wij technisch niet op de hoogte mijn,ons een oordeel vormen? Hoe moeten^wij een beslissing nemen,hoe onze stem bepalen? 41s U werkelijk prijs stelt op samenwerking - en die is in dezen tijd hard noodig >- niet alleen tusschen B W en den raad,maar ook tusschen 3 'f, den raad en alle ambtenaren,dan hoop ik,dat U dezer maatregel zoo spoedig mogelijk opheft,zooveel mogelijk open kaart speelt en de raadsleden ook door tusschenkomst en voorlichting van alle ambtenaren,alle noodige gegevens en voorlichting zult verstrekken» Dit alleen zal de s&amhocrigheid bevorderen,en zoo alleen kan samengewerkt worden in het algemeen belang. Met belangstelling zal ik het antwoord van B W dienaangaande afwachten,en mocht dit,wat betreft de voorlichting van de ambte naren aan de raadsleden,afwijzend zijn,dan zal ik zoo vrij zijn een voorstel dienaangaande in te dienen,en kan de raad zich ever deze kwestie uitspreken» Ik dank U,Mijnheer de Voorzitter. De heer WALDER wil op gevaar af,dat men hem weer eens voor de voeten zal werpen,dat zijn algemeene beschouwingen holklinkend en nietszeggend zijn,of prikkelbaar,terwijl men te dien opzichte ook al eens gezegd heeft "c'est le ton,pui fait la musique",toeh een en ander zeggen over de begrooting,die thans voor ons ligt. Hij heeft zeer tot zijn spijt wegens familie-omstandigheden geen tijd gehad om veel van zijn algemeene beschouwingen te kunnen maken of er iets Van op papier te zetten,maar hij hoopt aan de hand van de gemaakte aantaekeningen,toch zijn opmerkingen naar voren te kunnen brengen® Het is thans 15 jaar,dat spreker hier in den x^aad zit,en hij wil er direct aan toevoegen.dat dit voor hem geenszins een lus trum is. integendeel,de tijd id voorbij,dat de leden van den raad zich met vreugde opmaakten voor de begrootingsdebatten om daardoor iets te kunnen bereiken voor den arbeider en de gemeen schap. Wij hebben als partij gemeend te moeten medewerken om de begrooting sluitend te makeri,ofschoon wij eigenlijk hiertoe niet vei'plicht waren,omdat wij als S#Dc4.P«.fractie niet de minste schuld hebben aan het verkiezen van het college,dat hier thans zit,een college dat niet de sympathie van ons heeft. Alle par ti jen, behalve de S#D0A»Pohebben er aan medegewerkt om te komen tot een college bestaan.de uit 4 wethouders,een daad,waardoor de gemeente Bergen op Zoom zich tegenover het geheele land belache- lij" gemaakt heeft. Deze daad zou nog niet zoo heel erg geweest zijn,als daardoor niet een bedrag van f.7200,zijnde het sal .ris van een wethouder voor de zittende periode,zou zijn weg gesmeten. Door dit college wordt beknot aan den steun van de werkloozen,terwijl het tevens de salarissen wil verlagen van cc ambtenaren en werklieden in dienst der gemeente. De meening v de S.D.A.Pcfractie is,dat lage loonen en salarissen de welvaart ten zeerste beïnvloeden,en alleen goede loonen en goede salaris-s kunnen de welvaart bevorderen. Het is onjuist,als men beweert,Oa'

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1934 | | pagina 24