- 4 -
Mijnheer de Voorzitter,bij het behandelen in de commissie van
onderzoek der begrooting is gebleken,dat bij het college van
B de ernstige wil voorzat om daar waar men kon of meende te
kun.' bezuinigen,het ook te doen. B W hebben in verschillende
pos: -o het mes er diep in gezet,misschien in sommige posten wat
al te diep. In de overtuiging,dat B W aan veel moeilijkheden
het hoofd hebben moeten bieden,en met waardeering voor hetgeen
B in deze getracht hebben te doen in het belang van de ge
meenschap, rijs t bij mij toch de vraag,of er hier en daar niet
getracht is te bezuinigen op een verkeerde manier. Er zijn n»l«
verschillende soorten van bezuinigingen,waaronder ook bezuiniging
die de wijsheid bedriegt»en bezuiniging'met het domme potloods
Wanneer men met het potlood in de hand hier en daar een post
schrapt,soms tegen het advies van den technischen dienst in,en
dan_de redeneering opzet,voor dezèn post is geen geld meer be
schikbaar, dus kan geen uitvoering plaats hebben,dan is dat m.i,
nietde juiste methode» Dat zijn gewoonlijk geen bezuinigingen,
1S Oogstens een uitstelling van noodige»somtijds hoogst
noodzakelijke uitgaven,die naderhand dubbel zwaar zullen drukken.
Ik zou B W kunnen wijzen cp verschillende werken bij den dienst
van openbare werken,die dit jaar of in het geheel niet uitgevoerd
01 maar half of veel te laat pot uitvoering zijn gekomen. Maar
aangezien ik er het afgeloopen jaar reeds verschillende malen
op gewezen heb,en er bij de puntsgewijze behandeling op kan wij
zen, zal ik het hierbij laten.
Met belangstelling zie ik uit naar de aangekondigde nieuwe
werkwijze bij cien dienst van openbare werken. Onbegrijpelijk is
het voor mijMijnheer de Voorzitter,dat zulke ingrijpende maat
regelen niet eerst besproken worden in de commissie van openbare
werken. Mij dunkt,wanneer iets voor een bespreking in aanmerking
komt,don is het zeker een veranderde werkwijze. Do laatste ver
gader:7 :.ig in 1933 van openbare werken werd gehouden op 11 Juli»
Een b vijs dus,dat de wethouder van openbare werken de commissie
overbodig acht,en geen prijs stelt op haar advies. En toch,ver
schillende zaken,die in "net afgeloopen jaar na Juli een hoop vra
gen en debat hebben uitgelokt,zouden achterwege hebben kunnen
blijvenwanneer zij eerst eens rustig hadden kunnen besproken
worden in de commissie. Laten wij hopen,dat het in 1934 veran
deren zalo
Ik zou hiermede mijn beschouwing kunnen eindigen,maar het
gesprokene van U,Mijnheer de Voorzitterin de vergadering van 36
januari noopt mij nog enkele opmerkingen te maken. Het beroep
dat U deedt op den raad om samenwerking, deed. bij mij de hoop
levendig worden,dat het in het komende jaar een periode zal worde
van samenwerking. Want het spijt mij te moeten zeggen,dat er in
het afgeloopen jaar aan de samenwerking wel iet© mank eerde, al
thans dat B W een - cp z'n zachtst uitgedrukt - eigenaardige
opvatting van samenwerking hebben»
Ik breng dit niet ter sprake om iemand persoonlijk onaange
naam te zijnmaar alleen om er op ta wijzendat:,.als men prijs
stelt op samenwerking,die samenwerking ook van beide kanten
moet komen. Bat wil in deze zeggen,dat,wanneer de raad een mee
ning heeft uitgesproken,B W die ook,al is het ook tegen hunne
zienswijze in,zullen uitvoeren. Ik zou U dan willen wijzen op
het feit,dat bij de voorstellen tot verdubbeling van de riool
belasting,de meerderheid van den raad zich uitsprak voor pro
gressie. Niettegenstaande deze uitspraak kwamen B i tot drie
maal toe met dezelfde voorstellen terug. Uit het schrijven van
Gedeputeerde Staten bleek,dat bij eenigen goeden wil deze hef
fing wel progressief te maken was. Het slot van deze geschiedenis
is t de rioolbelasting van 1933 op ait o ogenblik nog niet bin
nen
rij enkele interpellaties,die dit jaar gehouden zijn over het
ontslag van w erklieden,werd in het pr&n-advies van B W gewezen
of voorgestelddat de directeur van openbare w erken accoord gi,
met de voorgestelde maatregelen. Maar de stukken,gewisseld tus
sen en B W en den directeur van openbare werken lagen gewoon!./k
niet ter inzage,althans niet allemaal.