- 17 - Wethouder VAN HASSELT wil nog een opmerking maken naar aanlei ding van hetgeen door den heer Broekmans in tweede instantie is gezegd over het rapport van een ambtenaar. Spreker wijst er op,dat een^dergelijk rapport in opdracht van het college uitgebracht wordt,om het college een zoo duidelijk mogelijk inzicht der kwestie te geven. Wanneer B W zich met een dergelijk rapport kunnen ver eenigen,dan nemen zij dit over,zooals ook hier gebeurd is,en daar door is het geen rapport meer van den betreffende ambtenaar,maar van het college. Nu kan spreker zich best begrijpendat er in zulk en rapport wel eens dingen staan^die niet altijd aangenaam zijn voor de leden,maar daar staat tegenwover,dat het geapprecieerd dient te worden,dat we ambtenaren hebben,die voor hun meening uit durven komen,en hetgeen zij meening,dat naar voren gebracht moet worden, niet op hun hart smoren. Bat dient zeer zeker te worden gewaardeerd en spreker vindt de klacht van den heer Broekmans dan ook absoluut ongegrond. Wethouder KljiPB wil nog een opmerking maken over het plaatset van kramen op de trottoirs. Spreker heeft speciaal in de zorg van den marktmeester aanbevelen er op te letten,dat geen enkele etalage van winkeliers wordt belemmerd tengevolge van de markt, en 'spreker veet,dat daaraan stipt de hand wordt gehouden. Slechts bij enkele zeer drukke marktdagen,als er een 140 a 150 marktkooplieden,waar- ader een zeventigtal inwonersdie allen een plaats raceten "hebber, komen,kan het wel eens gebeuren,dat er een plaats gegeven wordt in r;® t begin van de Zuivelstraat,de Vleeschhal of de Hoogstraat,doch dit gebeurt dan nooit,zonder dat tevoren aan den betrokken winke lier is gevraagd,of hij er geen bezwaar tegen heeft,dat de markt koopman een plaats krijgt langs zijn trottoir. Het gebeurt dan wel eens,dat de winkelier bij de toestemming de bepaling maakt,, dat ^er zorg voor gedragen moet worden,dat de deur van zijn winkel vrij pHjft,maar in den regel wordt er ook voor gezorgd,dat de geheele etalage vrij blijft. Wat de opmerking van den heer Walder aangaande de tram betreft, zegt sprekerdat,zooCra te tram uit de stad verdwijnt,er natuurlijk kirect maatregelen genomen aullen worden,dat er langs den kant van het stadhuis weer een flinkeweg voor het verkeer vrij komt,wat dan heel goed mogelijk is,omdat de kramen dan weer kunnen aansluiten. J)eze kwestie heeft ook de volle aandacht van het Dag.bestuur. Tenslotte wil spreker er nog op wijzen,dat het marktbezoek juist tusschen 2 en 4 uur het drukst is,en dikwijls moet nog de hulp van de politie worden ingeroepen om te beletten,dat na het sluiten van de markt nog wordt verkocht. Dat bewijst dus wel,dat er tot het laatste oogenblik koopers zijn,en het niet waar is,dat er na 3 uur niet veel bezoekers meer op de markt zouden zijn./niet ^De heer WALDER is het met den heer Kiepe/eens en is van meening 'dat er na 3 uur op de markt niet veel meer te doen is. Er zijn natuurlijk altijd menschen,die tot het laatste oogenblik wachten met koopen,men vindt dat overal» Spreker heeft echter op den druk- sten marktdag,n,1. de zoogenaamde St.Nicolaasmarkt zelf geconsta teerd, dat er na half vier zoo goed als niets meer op de markt te doen^was,ofschoon de markt toch pas om 4 uur eindigde. Naar zijn meening zal dat half uurtje eerder sluiten dan ook geen afbreuk san de markt doen. Wethouder KIEPE blijft er bij3öat tot op het laatste oogenblik er nog steeds een drukke handel op de markt is. De VOORZITTER meent,dat thans deze kwestie voldoende besproken is en zal het debat hierover dan ook sluiten. Alvorens daartoe over ie gaan,wil hij echter nog een paar opmerkingen maken. Op de eerste phats is spreker het met den heer van Hasselt eens dat het rapport van den ambtenaar,waartegen de heer Brcekmans bezwaar maakte,door -st college tot het zijne gemaakt is,en men de opmerkingen daarte gen dus niet aan het adres van dien ambtenaar maar aan dat van het coiiegg moeten maken. Overigens kan spreker zich aansluiten bij ie ®een hieromtrent door den heer van Hasselt is naar voren gebracht «at dekwestie van de tram betreft,zegt spreker,dat ook bij het college die kwestie de voortdurende aandacht heeft en het deze zaak als^zeer diligent beschouwt. Misschien dat binnen korten tijd wel voorstellen dienaangaande aan den raad kunnen worden voorgelegd. Spreker releveert hierna de gedane voorstellen,en brengt dan het

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1934 | | pagina 17