- 2 -
eenigszins rekening houden niet hetgeen in den raad hieromtrent gezegd
is.
^De VOORZITTER is het niet met den heer V/alder eens,en meent dat
het toch niet wenschelijk kan zijn,dat de rapporten van de diai sten
beïnvloed worden door hetgeen omtrent een of andere kwestie tevoren
in den raad wordt gezegd.
De heer V/ALDER is van meening, dat de kwestie van. het rijwielpad
toch beter nu reeds behandeld kan worden. Wanneer dat eerst in de
volgende vergadering komt,is er weer ean maand voorbij. Daar komt
dan nog een maand bij,voor het werk uitgevoerd is en dan is de zomer
bijna om en hébben de menschen er niets meer aan.
Jat de tweede kwestie betreft,merkt spreker op,dat het adres toch
al van 12 juni is. spreker heeft er wel geen principieele bezwaren
vegen om met deze zaak tot de volgende vergadering te wach tenmaar
rij vindt het toch wel bezwaarlijk,dat de menschen intusschen al dien
tijd met den onhoudbaren toestand zooals die nu is,blijven zitten.
VOORZITTER zegt,dat het nooit in het belang van de gemeente kan
zijn,wanneer nu over deze kwestie wordt gesproken en misschien zelfs
een besluit zou worden geforceerd. Het is toch beter eerst de rapporten
van de betrokken diensten af te wachten. Men weet nu niet,wat de kosten
zullen, zijn,en wanneer men straks de rapporten van de diensten heeft,
ran met volledige kennis van zaken een beslissing genomen worden.
Spreker zou den ijeer V/alder dan ook willen ad vis eeren de interpellatie
niet te houden,termeer daar het de bedoeling van den Voorzitter lag
orn m begin Juli weer een raadsvergadering te houden.
De heer MUSTERS vraagt, of het niet mogelijk wasydit punt nog voor
de agenda van deze vergadering gereed te krijgen,daar het verzoek toch
reeds van 12 Juni is volgens mededeeling van den heer Walder.
De VOORZITTER^ zegt,dat het oorspronkelijk in de bedoeling lag om
cie raadsvergadering in begin Juli te houden. Omdat echter enkele nood
zakelijke administratieve beslissingen moesten worden genomen,moest er
een raadsvergadering gehouden worden voor 1 Juli. Dit is dus eigenlyk
een tusschenvergadering en zooals spreker reeds mededeeldelag het in
de bedoeling van den burgemeester om binnen enkele weken weer te
vergaderen,in welke vergadering dan deze punten ter beslissing in den
raad gebracht zullen worden.
De heer MUSTERS merkt op,dat tegenwoordig toch altijd de raadsver
gadering gehouden wordt op den laatsten Vrijdag der maand.
Wethouder KIEPE zegt,dat de heer Wafdo° nu wel zit te schermen met
oen daturn,waarop het verzoek van den heer poppe is ingekomen,maar over
het verzoek van Gebr» Touw,dat eerst Dinsdag j.l. is ingekomenzwygt
hij,al wil hij nu daarover ook wel een beslissing uitlokken. Ook naar
-■prekers meening is het echter niet gewenscht,dat de rapporten der
diensten door een te voren in den raad/bespreking beïnvloed kunnen
worden, /gehouden
De heer WALDER wijst er op,dat de tentbezitters op het terrein van
het Kurhaus een contactcommissie in het leven hebben geroepen,waarin
ook hij de eer heeft zitting te hebben. Als zoodanig werd hem toen
gevraagd,of hij niet eens moeite zou willen doen om tot verbetering
van het fietspad in de Borgvlietsche dreef te komen. Haar aanleiding
daarvan stelde hij zijn vraag. Spreker wist niet,dat ook vm de Gebrs.
Touw een verzoek voor die verbetering was gekomen. Wanneer nu toch
over veertien dagen weer een raadsvergadering wordt gehouden,waarin
deze zaak dan behandeld zal worden,heeft spreker er geen bezwaar tegen
deze zaak zoolang aai te houdenen zijn interpellatie-aanvrage hierom
trent in te trekken. Met het verzoek van dai heer Poppe en het stuk
met de ongeveer 100 handteekeningen van de bewoners uit die omgeving
is het echter iets anders. Dat verzoek is reeds meer dan 14 dagen oud,
en had toch minstens aai den raad medegedeeld moe ten worden. Dat ge-
beufct toch ook met andere ingekomen verzoeken,welke dan op agenda
worden geplaatst met het voorstel om het in handen van B W te stel
len om prae-advies of iets dergelijks. Spreker meent zelfs,dat de mede
deeling van ingekomen verzoeken en stukken aan den raad in de eerst
volgende raadsvergadering wettelijk verplicht is. De manier waarop nu
met dit verzoek gehandeld is,getuigt naar zijne meening van weinig
waardeering voor verzoeken van e en aantal inwoners.
De VOORZITTER zegt,dat B W in iecer geval de ingekomen verzoeken
ïaar waarde hebben weten te waardeerendoor ze direct naar den betrok
ken dienst door te zenden,waardoor een beslissing zoo spoedig mogelyk
km worden verkregen. Het doet sprek,ér genoegen,dat de heer Walder