-25- De VOORZITTER merkt op,dat het hier geen voorstel van hem be treft, doch van den heer van Hasselt. Spreker heeft zich in B W ook daartegen verklaard. De heer BEKKER zal ook tegen het voorstel stemmen,omdat het eerst te elfder ure bij den raad komt. Sr zijn vele menschen,die inkcopen hebben gedaan en er op rekenen,dat ze met carnaval weer iets kunnen verdienen. Wanneer wij nu die voorstellen gaan aannemen,dan zullen we die menschen grcote schade berokkenen niet alleen doordat ze met alles blijven zitten wat ze ingekocht hebben,maar ook doordat ze hun aflossingendie ze anders tot dezen tijd uitstellen,niet kunnen doen. Bovendien vindt spreker het klein beetje straatcarna val,dat er nog is,niets erg,en hij zou dat den menschen,die tegen woordig hun pret veel op kunnen,ook niet willen ontnemen. Daarmee zullen de menschen niet slecht worden,maar veel met al die gesloten partijen,waartoe men eigenlijk zou moeten kunnen overgaan om die af te schaffen. Daarmede zcu men eerder een goea werk doen dan met de afschaffing van het kleine beetje straatcarnaval dat er neg is. Dg heer SIMONS Is het met de vorige sprekers eens,dat het voor stel van den heer van Hasselt veel te laat is ingediend. Door ie dereen zijn al die maatregelen genomen,die men meende te moeten nemen. Er zijn bedienden bij aangenomen,er zijn inkoopen gedaan, er zijn menschen,die hopen weer iets te kunnen verdienen met die dagen,en daarom zou spreker willen zeggen,laat die menschen,die het toch al niet te breed hebben,in die dagen ook eens de kans krijgen cm iets bij te verdienen. Daarvan zal niemand schade hebben» De heer MUSTERS heeft over de indiening van dit voorstel dezelf de klacht als de vorige heeren,n.l„ dat het veel te laat is inge komen. Hij wijst er verder op, dat hij vorig jaar, in vertand met de tijdsomstandigheden er voor was om de carnaval voor een jaar uit te stellen,niet om die af te schaffen,want het zcu wel eens kunnen gebeuren,dat door wijziging der politieverordening zcoals de heer van Hasselt hier voorstelt,de carnavalhetwelk een oud feest is,nooit meer terug zou komen. Hij begrijpt niet,dat de heer van Hasselt zoo laat met dit voorstel komt;1933 is toch even slecht als 1932 en de heer van Hasselt wist toch allang,wanneer de carna val zijn zou. Spreker wijst er nog op,dat over den moreelen kant der carnaval door niemand gesproken is behalve dan door den voorstellerdoch daar mag zeker ook wel rekening mee gehouden worden. Spreker is echter van meening,dat dergelijke voorstellen niet rauwelings ter tafel gebracht moeten worden. Hij zou onder deze omstandigheden de beslissing liever aan B W overlaten en zal zich zijn stem dan ook voorbehouden De heer YJALDER zegt met groote verwondering kennis genomen te hebben van hetgeen de heer van Hasselt nu naar voren brengt. Grootendeels is de bedoeling daarvan hem ook niet duidelijk. Als hij de zaak goed heeft beluisterd heeft,komt zijn voorstel neer op een afschaffing. 'Wanneer spreker nagaat,wat de heer van Hasselt vorig jaar aangaande deze aangelegenheid heeft gezegd,dan frappeert dit hem nog meer. Bij de behandeling van het voorstel van den heer van Tienen tot afschaffing van de carnaval voor een jaar,zei de heer van Hasselt toch,dat hij persoonlijk niet om de carnaval geeft,evenmin om het feit,of de carnaval al aan niet blijft voort bestaan. Hij is niet voor afschaffing omdat het een oud volks feest is,dat niet afgeschaft moet worden zoolang het niet tot excessen aanleiding geeft,en waar van het laatste nog niets ge bleken was,zou hij zijn stem uitbrengen tegen het voorstel tot afschaffing. Zoo sprak de heer van Hasselt het vorig jaar en afgaande op hetgeen hij nu naar voren brengt,zou er dus bij de laatste carna valsviering iets gebeurd moeten zijn,want het verschil met het vorig jaar is,wat de/tijdsomstandigheuen betreft,niet zoo groot, er is alleen dit verschil,dat men een beetje gewoon geworden is /slee aan de crisis. Men zegt wel eens: hangen wordt men ook gewoon,en 200 is het ook met de crisis, nis de heet van Hasselt met zijn voor stel gekomen had,zooals vorig jaar de S.D.A.P.fractie heeft gedaan, drie maanden tevoren,dan gelooft spreker wel,dat hij zijn fractie aan zijn zijde gevonden zcu hebben,maar nu hij er als bij over rompeling mee. in den raad komt,acht spreker dit niet goed. Heel toevallig heeft spreker gisterenavond van een der wethouders ge hoord,dat de heer van Hasselt vaüaag met dit voorstel zou komen,

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1933 | | pagina 98