-22-
Ee heer BROEKIIANS zegt zijn standpunt "betreffende uitvoering
van het oorspronkelijke plan te vallen laten varen als B V/ dan
te zijner tijd alsnog de verdere verfraaiingen zullen laten aan
brengen.
Ee VOORZITTER zegt,dat hiermede rekening zal woraen gehouaen.
Ee heer SIMONS verlangt aanteekening in de notulen,dat hij tegen
aanneming van het voorstel is.
De heer SCHUYL verlangt aanteekening in de notulen,dat hij te
gen aanneming is van het sub II bepaalde voor zoover dit betreft
productief werk. Voor het overige gaat spreker met het voorstel
van burgemeester en wethouders accoord.
De VOORZITTER zegt de gevraagde aanteekeningen in de notulen toe,
waarna het voorstel van burgemeester en wethouders zender hoofde
lijke stemming wordt aangenomen.
xvrn. VOORSTEL TOT HET VASTSTELLEN VAN EEN REGLEMENT TEN DIENSTE
VAN HET BEHEER VAN HET GEMEENTE-MUSEUM»
T Verzameling 1933,nr.13.)
De heer BROEKMaNS kan zich met net voorstel wel vereenigen. Uit
een oogpunt van propaganda zou hij echter gratis openstelling van
het museum wenschen op één dag,bijvoorbeeld een 74ondag,per maand
en op 31 Augustus.
De VOORZITTER acht dit gevaarlijk,omdat oan juist die eene dag
wel eens ou kunnen worden uitgezocht voor het bezoeken van het
museum.
De heer BROEKMANS gelooft niet,dat dit zoo'n vaart zal loopen.
Iemand,die rustig het museum wil bezoeken zal zich niet door dat
kwartje entree laten afschrikken en daarom niet gaan op de dagen,
dat, het kosteloos is.
De heer VAN KROON zag liever een vasten tijd bepaald voor gra
tis openstelling van het museum,bijvoorbeeld gedurende twee weken
in den vacantietijd.
Wethouder VAN HASSELT wijst er op,dat de raad geen wijzigingen
in het reglement kan aanbrengen. De Geschiedkundige Kring is alleen
verplicht het reglement uan den raad. over te leggen,dus ter kennis
te brengen. Wijzigingen kunnen dus alleen in overleg met dat be
stuur worden aangebracht,en daarom zou hij het juister vinden,dat
hier de wenseheLijkheid voor kostelooze openstelling van het museum
werd uitgesproken.
De heer BROEKMANS stelt dan voor,dat het Dag.Be stuur aan den
Geschiedkundigen Kring de wenschelijkheid ter kennis brengt voor
kostelooze openstelling gedurende bepaalde dagen.
De VOORZITTER zegt daar geen bezwaar tegen te hebben,terwijl
ook de raad er mee accoord gaat.
Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna besloten overeenkom
stig het voorstel van burgemeester en wethouders
XIX. MEDEDEELINGEN VAN DEN VOORZITTER INZAKE HET PERSOONLIJK FEIT
TUÜSCHEN DEN HEER "ÉTALEER EN DEN VOORZITTER»
De VOORZITTER zegt,dat, m de vergadering van 25 November j.l.
hier aan de orde geweest is ue kwestie van den straatmaker C.Hoeks.
Hij heeft toen bij wijze van interruptie,naar aanleiding van de
vraag van den heer Wilder,of er voor dien man geplakt werd,mede
gedeeld, dat oit niet het geval was. Naar aanleiding van dat ant
woord is de heer \7alder in de vergadering van 23 December daarop
teruggekomen en heeft hij van die kwestie een persoonlijk feit
gemaakt. Door spreker werd de heer l/alder in verband met zijn op
merkingen in die vergadering tot de orde geroepen,omdat hij de
zaak scheef voorstelde en met onjuiste beweringen kwam. "Wat toch
was de kwestie? Spreker had naar aanleiding van het verzoek van
Hoeks aan den dienst van openbare werken gevraagd,of er voor Hoeks'
geplakt werd,waarop hem werd mede gedeeld,dat zulks niet het geval
was. Die rneaedeeling bleek ook juist te zijn,want C.Hoeks,die op
Hoogerheide woonde,was toen reeds 68 jaar en dus werd er toen voor
hem niet geplakt. Een andere vraag was,of er vroeger voor Hoeks
geplakt is geworden. Had de heer V/alder dat gevraagd,dan had spre
ker daarop geen antwoord kunnen geven,omdat hij zulks niet wist.
Bij de later ingewonnen inlichtingen bleek,dat er vroeger voor
Hoeks wel geplukt is,zeedat de heer Walder gelijk zou he&ten gehad
met zijn mededeeling,dat er voor Hoeks wel geplakt werd,wanneer hij
daar bijgevoegd had,dat dit vroeger gebeurde. Nu hij dat echter
niet deed en alleen vroeg,of er voor Hoeks geplakt werd,had spreker
ook gelijk met te zeggen,dat dit niet gebeurde.