"V/ij teekenen aan,dat voor de vaststelling van de nieuwe ver ordening, regelende het georganiseerd overleg in Uwe gemeente, "met de permanente commissiebedoeld in artikel 27 van het "werkliedenreglement,overleg had behooren te zijn gepleegd. "De nieuwe verordening toch heeft het werkliedenreglement ge- "wijzigd en houdt voorts bepalingen in,welke verband houden "met de positie van hen,op wie het werklieoenreghment van toe passing is (zie het aangehaald artikel 27) "Wij kunnen toegeven,dat de gemeente tot overleg met de perma- "nente commissie voor ce ambtenaren van politie en die voor "de gemeenteambtenaren niet verplicht was, Uanneer evenwel "toch met eén der commissies overleg wordt gepleegd,zouden "ooio - tenzij daartegen overwegende bezwaren mochten bestaan "de beide andere commissies in dat overleg kunnen worden be- trokken "Bericht omtrent hetgeen in deze is of zal worden gedaan "wachten wij t.z.t» in." Hieruit blijkt,dat Ged.Staten onze meening ten deele deelden, en dit hooren van de commissies inzake georganiseerd overleg voor de ambtenaren en voor de politie niet verplichtend vonden,wel die voor de werklieden,wat wij nog steeds niet aanvaarden. Om echter de zaak nog niet langer te vertragen,wat door het protesteeren van de zijde van de A«>R*K«A. wel gebeurd is,stellen B voor,het raadsbesluit van 25 November 1932 in te trekken en alsnog de commissie voor de werklieden in deze zaak te hooren,al hoewel van deze zijde in het geheel geen protest tegen dit raads besluit binnen gekomen is,ja zelfs de Ned.Bond van Personeel in Overheidsdienst bereids reeds haar candidaten voor de nieuwe com missie heeft ingezonden. Eveneens vervalt dan het op deze agenda voorkomende punt 9 voor het benoemen van vier leden in deze commissiewat B by deze terugnemen. De heer BEKKER stelt voor om in deze zaak niet alleen de com missie voor de werklieden,maar ook de beiae andere commissies van overleg te hooren,en dan in gecombineerde vergadering,zoodat er maar eén vergadering voor noodig is. he heer SCHUYL zegt bij het ihzien der stukken omtrent deze zaak een onaangenaam gevoel gehad te hebben. Formeel is het pro test van de ambtenarencrganisatie juist en staan zij dus in het gelijk,maar hij betreurt het toch omdat de zaak hierdoor opnieuw gestagneerd is geworden* Spreker wil hier den wensch uitspreken, dat in het belang van de werklieden deze aangelegenheid nu zoo spoedig mogelijk zal worden afgehandeld. De VOORZITTER vraagt,of de heer Bekker er een voorstel van maakt om niet alleen de commissie voor de werklieden,maar ook de beide andere commissies,n.l. die voor de ambtenaren en die voor de politiein deze te hooren. De heer BEKKER antwoordt bevestigend,terwijl hij daaraan toe voegt,dat het de bedoeling is,om die drie commissies in een ge combineerde vergadering hieromtrent te hooren. Daar het voorstel van den heer Bekker voldoende gesteund wordt. brengt de VOORZITTER het in stemming,waarbij het wordt aangenomer met 11 - 8 stemmen. Vóór stemden de heeren VJalder,van Hal,Bakx,^ekker,Boschman, Kruize,MustersBroekmansSimons,van Kaam en Dielissen. Tegen stemden de heeren Demmers, Scheffelagrvan Hasselt, Kiepe,Juten,Becht,Schuyl en van Kroon. X. VOORSTEL TOT: a° VASTE BENOEMING VEI EEN 1IJDELIJKEN LZERAAR AAN DE GEIEENTS- ITlJ VAiHEiDSAVONDSCHOOLF MM.IIAGEUTJ?S'VOOR HET GEVEN VAN ONDEE./I JB IN HAND lE^CENEN MET INGANG VAN 1 OCTOBER 1932 bTIJDELIJKE BENOEi-JNG VAN DEN TIJDELIJKEN LEERAAR N.P'VAil EGEIbiAT VOOR EE y-iKKEN MATZRI.iLENliJER EN ELl.GTRICITEITS- LEER GEDURENDE DE MAANDEN JANUARI T/m MR ART 1935. (Verzameling 1933 nr. 10») Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders be sloten. XI. VOORSTEL TOT 7/1JZIGING VAN HET RAADSBESLUIT VAN 23 DECEMBER

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1933 | | pagina 82