-6-
alt,dan dient zooiets verklaard te werden» Te heer van Tienen
heeft 30 October 1931 oppositie aangekondigd van de R.K.raadsfrac
tie en twee leden daarvan in den ban gedaan. Hoe staat het daar nu
mee? Ingetrokken is deze verklaring niet,aangevuld evenmin» Van
eenig meemingsverschil blijkt overigens weinig. Wel,dat er weinig
standvastigheid bij de leden der R.K.fractie valt te constateereb.
Bxj de bespreking van het sportparkplan kondigde de heer Boschman
namens de fractie aan,dat ze tegen was 5bij de stemming bleek het
heelemaal niet het geval te zijn.
Mijnheer de Voorzitter,als de zaken niet zoo ernstig waren,zou
het toch werkelijk lachwekkend zijn. Er spreekt toch weinig ernst
uit bij de voorbereiding. Den laatsten tijd schijnt de verbroede
ring tusschen Staatspartij en dissidenten naderbij te komen. In
hoeverre de heeren elkaar ook op gemeentelijk politiek terrein
hopen te vinden,zijn we benieuwd te vernemen. Een verklaring om
trent een en ander mag zeker wel verwacht worden. De sociaal demo
craten zouden een toenadering op dit gebied niet betreuren,als
daardoor een eind zou komen aan het lage peil,waarop hier de ver
kiezingsstrijd wordt gevoerd voornamelijk door katholieken onder
ling. Het demagogisch persoonlijk geschimp,van de zijde der dissi
denten in het bij zondermaakt velen afkeerig van den pclitieken
strijd. Het gemeentebelang is het beste gediend,als de kiezers de
eekwaamsten uit hun gelederen kunnen afvaardigen in al hun scha
keeringen. Lat dit in den Bergen op Eoomschen gemeenteraad het ge
val is, zal wel niemand durven beweren»
e werkzaamheden van het nieuwe college van B W zijn aange
vangen met een verklaring van wethouder Juten namens cat college.
Le entstemming onder de kiezers over de samenstelling van het
college van B W moest blijkbaar goed gemaakt werden door een
werkprogram,waarop inderdaad groote dingen prijkten. Wat is er van
terecht gekomen? Over ce meeste punten werd geen woord gesproken.
En het ncodlct wilde dat een belangrijk punt,dat wel uitgevoerd
zou worden,de verplaatsing van de vuilnisbelt,voor een deel geen
steun vond bij die leden,waarop het college moest steunen. Bij het
voorstel om te komen tot inrichting van een gemeentelijk sportpark,
v;aren het de sociaal-democraten,die B V/ moesten steunen. Zelfs
de wethouder Juten,die geen blijk had gegeven van een afwijkende
meening,stemde tegen het voorstel van B W» Uit een en ander blykt
de groote verwarring en geringe bestuursmogelijkheden,wanneer een
college wordt samengesteld uit overwegingen,waaraan eigen belang
niet vreemd is.
Aan B W mag overigens de vraag worden gesteld,in welken staat
van voorbereiding de groote,door wethouder Juten aangekondigde
plannen gekomen zijn. Het gasbedrijf was geheel versldten en ouder-
wetsch in werkwijze. Dat is inderdaad een ernstige verklaring en
we mogen verwachten,dat wethouder Kiepe dus met groote voortvarend
heid het afgelcopen jaar heeft gewerkt aan de voorbereiding der
vernieuwing. Een geheel versleten bedrijf toch kan de gemeente in
ernstige moeilijkheden brengen. Hadere inlichtingen hierover zullen
we gaarne hooren. "Bestaande cnderdeelen der waterleidingsinstalla
tie zijn niet geheel meer voor hun taak berekend,er mag niet lang
getalmd worden de noodige voorstellen in te dienen". Ue gemeente
lijke watervoorziening is uit een oogpunt van volksgezondheid van
groot belang. Als bovengenoemde verklaring van wethouder Juten
juist isis het niet verantwoord,dezen toestand een jaar lang te
laten zooals die is. Hoe staat het er mee?
Met eenigen spoed zouden de rioolplannen uitgewerkt en den raad
voorgelegd worden. Hoe staat het hiermede?
Hoevergzijn de besprekingen gevorderd met de provincie omtrent
vertreeding van de Moerstraatschebaan? Onze fractie is van meening
dat de resultaten van de aangekondigde plannen zeer pover zijn.
In dezen tijd,nu het alleszins gewenscht is,dat er werkobjecten
gevonden werden,of deze al of niet in werkverschaffing -worden uit
gevoerd, doet in dit verband niet ter zake,had van een college meer
verwacht en geëischt mogen worden. De werkverschaffing is dezen
winter van geen beteekenis in verhouding tot de werkloosheid. We
stellen B W de vraag,waarom deze plannen,die volgens de verklaring
van B W zelve,veel werk zouden verschaffen aan de bouwbedrijven
en bovendien voor een deel objecten van werkverschaffing zcuden
zijn,niet zijn voorbereid,en wanneer B VJ" denken,met die voorte-