I
-13-
zal spreker ook altijd een tegenstander blijven om van overheids
wege dergelijke^inrichtingen tot stand te helpen brengen.
De heer BEKKnR wij, een ernstig protest laten hoeren tegen het
geen door den heer Juten hier naar voren gebracht is. Deze blijkt
al heel weinig kijk te hebben op het werk van het consultatiebu
reau, waar de ouders niet komen, omdat ze geen kans zien zelf hun
kinderen te verzorgen, maar omdat ze in staat zouden zijn beter
voor da gezondheid hunner kinderen te waken. De bureaux zijn er
vooral om de zuigelingensterfte tegen te gaan en als men ziet,hoe
veel goeds door die instellingen al tot stand gebracht is, dan is
het des te meer te betreuren, dat de heer Juten zich daar op een
dergelijke wijze hier over uit laat. Y/at betreft de patronaten en
de stichtingen van huizen als Bouvigne e.d,weet de heer Juten
net zoo goed als spreker, welke nuttige dingen daaruit voortkomen.
De heer Juten kent even goed als spreker het nut van de K.J.V.,de
K.J.M. en dergelijke instellingen. Geen van al die katholieke in
stellingen is in het leven geroepen opdat de ouders van hun kin-
dereii af zouden zijn, maar om den katholieken grondslag bij de
jeugd te versterken en hun opvoeding meer te richten naar katho
lieken geest. De heer Juten weet ook dat even goed als spreker en
hij keurt het dan ook ten sterkste af, dat door een katholiek op
c,en dergelijke ongepaste wijze hitrover gesproken wordt.
heer VAN KROON zegt ook een woord van protest te moeten
j.aten hooren tegen do^uitlatingen van den heer Juten, die tegen
van hygiëne ingaan. Ook van het nut der oonsultatie-
sure&ux is spreker overtuigd, en da or r/ordt den ouders slechts
een leiddraad^gegeven voor de opvoeding hunner kinderen»
De heer SGHUYL wil nu niet dieper ingaan op hetgeen door den
heer Juten in deze is gezegd, omdat hij het daar nu den tijd niet
voor vindt. Ovtrigtns is spreker van oeening, dat dit bij den heer
Juten toch maar boter aan de galg gesmeerd zou zijn.
Wethouder JUTEN: Vooral als het van den heer Schuyl komt.
De VOORZITTER hamert.
De heer SCHUYL wijst er den Voorzitter op, dat daar weer zoo
iets is.
Wethouder JUTEN zegt, dat hij bedoelt: als het komt van den
kant der S.D.A.P.
De heer SGHUYL wil de zaak niet scherp zetten. Alleen wil hij
nog opmerken, dat hij de Katholieke Staatspartij niet kan felici-
teeren met de aanwinst van den heer Juten.
De heer DIELISSEN protesteert ook tegen hetgeen door den heer
Juten is naar voren gebracht. Hij hoopt,dat de stichting van een
badhuis als hier bedoeld ernstig onder oogen zal worden gezien.
De heer SCHUYL zou het voorstel rillen doen oh B ff opdracht
te geven nog dit jaar een plan voor de oprichting van een derge
lijk badhuis te^doen uitwerken en daarmede bij den raad te komen.
De heer BOSCHMAN vindt het gevaarlijk om daaromtrent thans
reeds een beslissing te nemen. Naar zijn meening zit er toch wel
wat goeds in de mededeelingen van den heer Juten betreffende de
warmwatervoorziening van het zwembad. Daarmede zou misschien de
inrichting het geheele jaar door geopend kunnen blijven en op die
wijze kunnen worden voorzien in hetgeen door den heer Schuyl is
naar voren gebracht. De bemerking, dat het zwembad te ver weg ligt
acht spreker geen bezwaar, want 's zomers gaat men er toch ook
heen.
De heer SCHUYL merkt op, dat dan gebruik gemaakt wordt van den
zeekant. Spreker zou zijn voorstel in stemming gebracht willen
zien.
De VOORZITTER schorst dan de vergadering, teneinde het college
m de gelegenheid te stellen zich omtrent het voorstel van den
heer Schuyl te beraden.
Na heropening door den VOORZITTER, zegt deze het voorstel van
den heer Schuyl in stemming te zullen brengen.
De heer BECHT wil zijn stem motiveeren en zal tegen het voor
stel stemmen omdat het te bezwaarlijk is voor de gemeente-finan
cien. De heer SIMONS is van dezelfde meening als de heer Becht../_
Wethouder JAN HASSELT zegt er geen bezwaar tegen te hebben om
thans in principe te oesluiten in deze kwestie. Hij zou daarom
willen voorstellen deze zaak aan te houden, opdat B W deze aan
gelegenheid nader onder cogen kunnen zien en t.z.t.met plannen
hieromtrent in den raad kunnen komen.
De heer SGHUYL wil zijn voorstel intrekken na dezê toezegging,
/De heer BCSCHMAN vindt het bezwaarlijk thans reeds hieromtrent een
beslissing te nemen.