-9-
met andere en betere werke zou kernen, maar een dergelijke houding
tegenover de arbeiders pangenomen zal niet lukken, Immerc bij de
tegenwoordige werkloosheid zijn groote werken noodig en die zijn
bij de door den heer Boschman genoemde werken er niet bij. Wanneex
men nagaat,dat er momenteel 9^9 werkloozen zijn,waarvan er ongevee'
o00 in aanmerking komen voor werkverschaffing,dan zal men het met
spreker eens zijn,dat dergelijke kleine werken,waarvan er boven
dien verschillende reeds in behandeling zijn bij openbare werken,
geen zoden aan den dijk zetten, Naar sprekers meening is de heer
Boschman dan ook bezig geweest om een epen deur in te trappen.
Wat het plan betreffende de Duintjes aangaatwaarover de heer
Bcschman het ook nog bad, zegt spreker niet te zullen uitzoeken,
of er mogelijk ook bijbedoelingen waren bij de verwerping van dat
voorstel, ofschoon spreker dat gevoel wel eenigszins kreeg. De
koopsom, zegt spreker, had ook onze sympathie niet; maar het feit,
dat er aan dat object gedurende 70 weken voor 100 arbeiders werk
zou zijn, beteekor.de voor ons genoeg om voor dat voorstel te stem
men, temeer waar de regeering er haar goedkeuring aan gegeven had.
Spreker wijst er op,dat de arbeiders evenmin gebaat zijn met mooie
woorden als met het indienen van een dergelijk lijstje.
De heer BCSCHMAN protesteert tegen de uitlating van den heer
Schuyl en zegt, dut deze hem slecht kent, wanneer hij bij hem er
nevenbedoelingen achter zoekt cm mede te helpen aan de verwerping
Van het voorstel aangaande de Duintjes, Voor dergelijke dingen
leent spreker zich niet. Hij heeft er voor gevochten om het voor
stel te doen vallen en hij zou dat nu nog doen. Hij zou dan nog
veel liever de werkloozen kruiwagens zand van de markt naar het
station laten rijden en omgekeerd, wat ook geld weggooien zou zijn,
maar waar de arbeiders ten slotte nog meer aan zouden hebben dan
aan het aankoopen voor een duren prijs van een hoop vliegzand.
Bovendien was er voor dat werk nog gen subsidie toegekend door het
rijk.
Dc VOORZITTER zegt,dat toch de toezegging er was omtrent de
subsidie
De heer BOSCHMAN wijst er verder op,dat het door hem naar voren
gebrachte plan tot verbetering der zweminrichting toch niet zoo'n
klein werk is.
De heer SCHUYL zegt, dat dit geen object van den heer Boschman
is.
De heer BOSCHMAN zegt, dat dit wel degelijk zoo is. Vorigen zomer?
heeft hij er reeds met den wethouder van openbare werken over ge
sproken. De heer Schuyl doet altijd wel alsof hij en zijn partij-
genooten alleen iets voelen voor de arbeiders en in hun belang wer
ken, ma.ar spreker voelt er misschien neg heel wat meer voor dan
den heer Schuyl. Hij loopt daar echter niet zoo mee te koop.
De VOORZITTER hamert.
De heer SCHUYL zegt, dat de heer Boschman er wel verstand van
heeft om reclame voor zichzelf te maken.
De VOORZITTER hamert.
De heer BOSCHMAN: Niet zooals U. Ik werk ten minste werkelijk ir
het belang der arbeiders.
De heer SCHUYL: Dat is te zien a?n de propaganda, die U voor U
zelf maakt.
De heer BCSCHMANDie heb ik heelemaal niet noodig.
De VOORZITTER blijft hier tussohendoor hameren.
De heer WALDER gelooft,dat langzamerhand een paar zenuwstillende
poeders noodig zijn.
De heer BOSCHMAN merkt op, dat die misschien voor.'den heer Walde:
wel noodig zijn, doch voor hem niet.
De heer BAKX is het eensdeels met den heer Schuyl eens, dat de
naar voren gebrachte objecten niet zulke groote werken betreffen,
doch cm verbetering in den toestand te krijgen moet toch ergens
mee begonnen worden.
De heer SOHUYL zegt het met den heer Bakx wel eens te zijn,als
het om het belang der arbeiders gaat.
De heer MUSTERS wijst er op, dat door den heer Schuyl opgemerkt
is, dat er wel eens bijbedoelingen zouden zijn geweest bij het ver
werpen van het object der Duintjes. Spreker komt daar tegen op en
wil wel een verklaring geven van zijn tegenstemmen. Cp de eerste
plaats wil hij echter zeggen, dat men een dergelijke opmerking dan
ook wel zou kunnen maken ten aanzien van de tegenstemmers bij den
aankoop van het terrein voor de gemeentebelt. Wanneer men de pu-