toch werd ontslagen. Dat kan nu wel zijn vanwege de bezuiniging,
maar spreker gelooft toch niet,dat dit in het belang der gemeen
te is. Men kan de menschen beter in dienst houden dan ze naar
den steun te sturen,want dan moet de gemeente ze toch betalen en
Kr;Lt,|gt zij er geen werk of aaaerszins voor terug.
Do heer BRCEKkANS is van meening,dat üe zaak hier ieelijk ver
troebeld is. De eene heeft het over ontslag van menschen,die een
n jaar in gemeentedienst zijn en de andere weer over menschen,
Qie er al S of meer jaren waren. Spreker vraagt hoe aeze zaak nu
eigenlijk precies in elkaar zit?
wethouder JUTEN zegt,dat de vier laatst aangenomen arbeiders
bij de gemeentereiniging om de door spreker reeds vermelde reden
zijn ontslagen. Van het teekenen van nieuwe contracten door ar
beiders die reeds 8 jaren op arbeidscontract werkten, is spreker
niets bekend, spreker waarschuwt nogmaals tegen het nemer van be
sluiten waardoor de begroeting nog meer zal worden belast. Hij
wil namens het college wel de toezegging doen,dat de kwestie van
het ontslagen personeel nog eens opnieuw onder de oogen zal worden
gezien,of het misschien mogelijk is om op de een of andere wyze
in deze iets te doen,maar de toezegging dat de menschen opnieuw
m dienst zullen worden genomen,kan spreker niet geven.
Jat de vacature betreft ontstaan door het overlijden van den
neer Roegies,wijst spreker er cp,dat die vacature thans ongeveer
maand bestaat,en daaromtrent nog niets besloten is. Overwogen
wordt ook,of het misschien mogelijk is dien dienst op een andere
wijze te regelen,zoodat omtrent aanvulling dier vacature nog
niets te zeggen valt.
.L.e heer BOSCHMAN vraagt nogmaals,wat b \t denken te doen met
oe vaste aanstelling van den tegenwoordigen opzichter?
Jethouder JUTEN zegt,dat die vaste aanstelling ook verband
houdt met een eventueel nieuwe regeling van den dienst. Hij kan
echter wel mededeelen,dat_het in elk geval de bedoeling van B W
is cm dien opzichter in dienst te houden,daar er voor B W geen
enkele reden bestaat cm zijn dienstverband niet te continueeren
-P6 WaLDER^is het met den heer Broekmans eens,dat deze
zaa vertroebeld is. De kwestie gaat er om,of men de menschen
nood^g heeft of niet,en als men iemand dun al zooveel jaren^in
dienst heeft - spreker hoort hier van 8 en 9 jaren - dan is dat
vcor spreker een bewijs,dat men die menschen dan toch ook noodig
gehad heeft,en het gaat niet aan ze nu zonder meer te ontslaan.
i at moet stagnatie in den dienst brengen. Spreker is van meening,
dat wanneer iemand 8 jaren in dienst is geweest en altijd goed
voldaan heeft,hij dan ook recht heeft op een vaste aanstelling.
De gemeente is toch nog niet zoo noodlijdend,dat we dergelijke
menschen moeten gaan ontslaan. Spreker wil er geen voorstel van
maken om de ontslagenen terug in dienst te nemen,maar hoopt,dat
B in deze den juisten weg zullen weten te vinden.
wethouder KIBPB wijst er op,dat het hier nu slechts gaat om
eenige menschen,die pas eenige maanden in dienst waren. Wanneer
echter de nieuwe gasfabriek er komt,zal daardoor ook een teveel
aan personeel ontstaan,omdat het stoken der ovens bijvoorbeeld
dan mechanisch zal geschieden,zoodat er dan eenige stokers overbo
dig worden. Die zullen dan ook moeten werden ontslagen,wanh de
raad zal toch ook niet willen,dat de gemeente menschen in dienst
houct wanneer men er geen werk meer voor heeft.
De heer UALDER meent,dat dit heel iets anders is.
Wethouder KIEPE zegt,dat dit dezelfde kwestie is als we nu hier
hebben
De heer VAN HAL wijst op een geval van een arbeider,die al van
1924 in gemeentedienst was en ook is ontslagen. Hij heeft hier
het oog op Nieuwenhuyzen,die steeds belast was met de werkzaamhe
den aan de woningen van het complex "liet Hein". Spreker acht dat
ook niet juist,en zou er op willen aandringen om dezen man terug
in dienst te nemen,waarmede die man zelf en ook de gemeente gebaat
is,want het is toch zeer zeker in het belang der gemeente dat die
huizen goed onderhouden worden.
Wethouder JUTEN zegt toe,dat B a. zullen overwegen wat gedaan
kan werden naar aanleiding van hetgeen hier naar voren gebracht
is. Meer kan spreker niet zeggen.
Zonder hoofdelijke stemming wordt de post hierna goedgekeurd.