-44-
gehad,omdat dan reeds gebleken was,dat die menschen niet direct
noodig waren. Bij de samenstelling der begrooting is iedere ge
legenheid door het college aangegrepen om de begrooting voor
1S33 kloppend te maken,en waar door dit ontslag een bezuiniging
kon worden verkregen van f.4000,-- zender dat er eenig nadeel
voor den dienst uit zou ontstaanmeenden B W dat niet te megen
laten passeeren. Voor dat ontslag zijn toen genomen de vier men-
schen,die het laatst waren aangesteld. Wanneer die menschen nu
weer opnieuw in dienst zouden moeten worden genomen,zou de be
grooting weer moeten worden belast met f.4000,--,en spreker
moet het voorstel van den heer Boschman dan ock beslist ontraden.
Wat de opmerking van den heer Schuyl betreffende de arbeidscon-
tracters betreft,zegt spreker,dat de aanstelling cp arbeidscon
tract geschiedt ingevolge een besluit door den raad in 1924 ge
nomen, Van het teekenen van een nieuw contract is spreker niets
bekend. Wel weet hij,dat aan enkele arbeiders,die al geruimen
tijd in dienst waren,alsnog een contract ter teekening is voor
gelegd,maar die waren nog niet in het bezit van een contract.
Wat het vallen der bladeren betreft,waarover hier nu zooveel
gesproken is,herhaalt spreker,dat het daarmede elk jaar zoo is.
Spreker wijst er nog op,dahpde begrooting van den dienst van
openbare werken ongeveer f.30.000,is bezuinigd,waardoor ver
schillende werken moesten worden afgevoerd en maatregelen genomen.
'Wanneer echter d*j raad op deze manier doorgaatzullen verschil
lende posten van die begrooting ook weer verhoogd moeten worden,
en zal het een onmogelijkheid blijken om de begrooting kloppend
te krijgen,of de raad zal tot verhooging van verschillende belas
tingen moeten overgaan.
De heer SCHUYL wijst er op,dat de kwestie der arbeidscontrac-
ters hier door den heer Juten wel erg naif wordt voorgesteld.
Zoc naïf is het echter niet. Spreker is een geval bekend van
iemand die al 8 jaren in dienst der gemeente was en een contract
haden wien toch een nieuw contract ter teekening werd voorge
legd.
De VOORZITTER vraagt,of de heer Schuyl dan den naam van dien
persoon wil noemen.
De heer SCHUYL noemt liever geen namen in het openbaar. Hij
ziet het nut daar ook niet van in. Hij heeft echter de stukken
omtrent dien persoon zelf gezien.
De VOORZITTER zegt,dat het college van B W er toch niets
van weet en zou daarom graag den naam van dien persoon hooren.
De heer SCHUYL zegt hem dan te zullen noemen. Het betreft een
zekeren Eroone,die 8 jaar in dienst der gemeente was en een con
tract had en toch verplicht werd een nieuw fe teekenen.
Wethouder VAN HASSELT zegt,dat daaromtrent toch niets van in
de vergaderingen van B W geweest is.
De heer SCHUYL zegt,dat hij dit niet kan begrijpendaar ook
de organisatie zich met dit geval bemoeid heeft en een bespre
king met B W daaromtrent heeft aangevraagd.
De heer BECHT vraagt, of B W,; dan*' ook niets békend, is van dat
verzoek, der organisatie?
De VOORZITTER zegt,dat die zaak geheel in handen van wethou
der Scheffelaar berust.
'Wethouder KIEPH weet wel,dat de heer Scheffelaar een keer drie
uren heeft zitten wachten naar aanleiding van een verzoek om een
onderhoud van den R.K.Bcnd van Overheidspersoneel St.paulus,
doch de heer Sewalt is toen niet gekomen. Dat bericht kreog hij
nadat hij drie uren had zitten wachten.
De heer SCHUYL zegt,dat dit niet betreft het door hem naar
voren gebrachte geval.
De heer WALLER, vraagt,of B W nu niet zoc'n beetje zitten
te schuilevinken?
De VOORZITTER zegt,dat B W niets van het door den heer Schuyl
naar voren gebrachte geval bekend is. Zij zullen dat echter na
der onderzoeken.
De heer SCHUYL zegt het resultaat van dat onderzoek dan te
zullen afwachten.
De heer BEKKER meent,dat de kwestie van het onderhoud met den
heer Sewalt toch eenigszins anders in elkaar zit. Nu er hier
bij het ontslag aan de reiniging toch andere gevallen aangehaald
zijn,wil spreker wel zeggen,dat hem ook een geval bekend is van
iemand,die reeds meer dan 8 jaren in dienst der gemeente was en