Als dat het geval is,worden ze verzameld en opgeborgen als blad- mest. Den eenen keer waait het echter wat harder dan den ande ren en"zoodoende blijven ze den eenenkeer eens wat langer liggen dan een anderen keer» Dat kan nu ook wel het geval geweest zijn. Als die vier menschen weer zouden moeten worden in dienst geno men,zou de begrooting ook weer met f.40C0,-- moeten worden ver hoogd, en spreker acht dit met het oog op den financieeien toe stand der gemeente niet mogelijk» De heer BEKKER is het in deze eens met de heeren Musters en Boschman,en is van meening,dat de reiniging er wel degelijk on der geleden heeft. Vooral met het vallen der bladeren was het een onhoudbare toestand aan het Bolwerk,en kon men daar niet fatsoenlijk doorkomen. Zischuilt de oorzaak daarvan in te wei nig personeel bij de reiniging,waardoor de bladeren niet tijdig konden werden opgeruimd, haar sprekers meening moet zulks zeker om de twee of drie dagen gebeuren. Hij dringt er dan ook op aan, die menschen weer terug in dienst te nemen,opdat ze dan weer nuttig werk voor de gemeente kunnen verrichten. Nu moet de ge- meen te hen toch steunen en krijgt zij er niets voor in de plaats. De heer BOSCHMAN begrijpt niet,hoe het mogelijk is,dat die menschen een half jaar geleden wel noodig waren,en nu ineens niet meer. Van deze gelegenheid wil spreker gebruik maken om te vragen,hoe B W denken te doen met de vaste aanstelling van den opzichter. Dat is al een maand over tijd,daar die man slechts voor een jaar benoemd wasSpreker zou ook willen vragen, of er een nieuwe opzichter wordt benoemd,nu er een vacature gekomen is door het overlijden van den heer Roegies. Overigens is spreker het er niet mede eens,dat door het ontslag van die vier menschen f.4000,bezuinigd wordt,want aan die menschen meet thans toch steun worden uitgekeerd. De heer SCHUYL is het in deze eens met hetgeen door den heer Boschman is naar voren gebracht, in verband met deze kwestie zou spreker nog iets anders ter sprake willen brengen. Hem is namelijh ter oore gekomen,dat de gemeente aan de arbeidersdie op arbeidscontract werkten een nieuw contract ter teekening heeft voorgelegd. Dat zou gebeurd zijn opdat de arbeidersdie al jaren in dienst der gemeente waren,niet in aanmerking zouden komen voor een vaste aanstelling. Dat is nu onmogelijk geworden door het nieuwe contract. Spreker zou willen vragen,wolke be doeling met deze handelwijze bij B li heeft vcorgeaetenHoeveel jaren waren die menschen al in dienst der gemeentewant er wa ren er toch ook bij,die al langer dan een half jaar in dienst waren. Spreker hoopt,dat zijn inlichtingen niet heelemaal juist zijn,want hij zou anders moeten zeggen,Gat het toch niet in den haak is,dat iemand,die al 8 jaren in gemeentedienst is en een contract geteekend heeft,verplicht wordt om een nieuw contract ter vervanging van het oude te teekenen,in welk nieuw contract o.m. de bepaling voorkomt,dat de arbeider geen enkel recht kan doen gelden op vroegere dienstjaren. Daar moet toch een bij bedoeling bij geweest zijn. Dg rechten van die menschen zijn in hun contract vastgelegd en men moet die niet teniet doen door hen een nieuw contract voor te leggenwaarin ze hun aanspraak op) die rechten weer verliezen. Spreker is het ook niet eens met het ontslag van die mensGhen aan de reiniging en zal,als een voorstel gedaan wordt om die op nieuw aan te stellen,dat steunen. De heer MUSTERS vindt het eigenaardig,dat hier gezegd wordt dat volgens inlichtingen van den technischen dienst,die menschen kenden worden gemist. Die inlichtingen schijnen dan toch anders, te zijn dan de inlichtingenwelke de raadsleden krijgen bij hun informaties aan den dienst,want spreker heeft ook inlichtingen bij den dienst ingewonnen en hem werd gezegd,dat ze absoluut niet gemist konden worden. De heer BOSCHMAN blijft bij zijn meening,dat het ontslag van die vier menschen geen bezuiniging beteekent. Hij zou aan ook vallen voorstellen die menschen terug te nemen en den post op de begrooting daartoe te verhoogen. Wethouder JUTEN zegt,dat bij den reinigingsdienst enkele men schen met pensioen -waren gegaan en er dientengevolge enkele aan vullingen hebben plaats gehad. Wanneer toen echter advies van den dienst was gevraagd,zouden die aanvullingen niet hebbenplaats

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1933 | | pagina 43