kweekerij aan de Zoom. Zooals de toestand daar is,kan die in geen geval blijven. Spreker heeft gemeend dit hier naar voren te moeten brengen. Hij begrijp niet, welke motieven B W voor een dergelijke handelwijze hebben. Er is hier volop werk van de gemeente, we hebben veel werk- loozen, en toch laten we deze thuis en betalen hen via de steunre geling, terwijl door ze wat meer te laten verdienen, dit alles op geknapt en in orde gebracht kan worden. Spreker hoopt dan ook, dat hier zoo spoedig mogelijk verbetering in zal worden gebracht. Tot slot zou spreker nog willen vragen, hoe het thans staat met het maken van het rioleeringsplan. Wethouder JUTEN is van meening, dat de heer Musters hier naar den bekenden weg vraagt. Immers bij de behandeling der begrooting voor dit jaar moest er geweldig bezuinigd worden ook op den dienst van openbare werken, en in de commissievergadering is er wel dege lijk op gewezen, dat tengevolge van die bezuinigingen het werk van zelf minder vlug zou kunnen geschieden. Van een slecht uitzien der perken enz, heeft spreker nog niets bemerkt. Zeer zeker is men iets achter met het werk, maar de heer Musters kan als deskundige nog beter dan spreker weten, dat er meermalen tijden zijn, waarop het gras in een dag nog harder groeit dan in een anderen tijd op Inda gen. Het spreekt ook vanzelf, dat thans het eene perk eens wat lan ger met hoog gras moet blijven liggen dan anders, maar dat neemt niet weg, dat ieder plantsoen toch ook zijn beurt zal krijgen. Het moet echter geleidelijk aan geschieden en kan niet allemaal ineens. Wat de kweekerij aan de Zoom betreft, kan de heer Musters ook weten, dat het de bedoeling is, die kweekerij op te heffen en over te bren gen naar het Ravelijn, daarom zal er waarschijnlijk ook niet veel meer aan gedaan zijn, Spreker wil er wel op wijzen dat hem van den directeur van openbare werken nog gpen enkele klacht bereikt heeft over deze zaak en dat is toch op de eerste plaats de man, die daar op zou moeten wijzen. De heer MUSTERS merkt ot>, dan hieromtrent verkeerd te zijn in gelicht 1/Yethouder JUTEN zegt dit niet te weten. Door B W wordt er overigens zooveel mogelijk voor gewaakt, dat de posten der begroo ting niet overschreden worden. Juist doordat vorig jaar de posten dqr begrooting veel overschreden werden, kwam men met de handen in liet haar te zitten en dat moet thans in elk geval vermeden worden. Het is den dienst van openbare werken dan ook niet kwalijk te nemen, dat de hand aan de posten der begrooting gehouden wordt en de werk zaamheden daarnaar worden geregeld. Het kan nu wel zijn, dat dit alles niet naar den zin van den heer Musters is, maar het kan niet anders en bovendien is spreker van meening, dat het niet zoo erg is, als de heer Musters hier heeft willen doen voorkomen. Wat het maken van het rioolplan betreft, deelt spreker mede, dat er enkele liefhebbers zijn opgekomen om dat plan te maken, waarover nog nader beraadslaagd moet worden met den directeur van openbare v/erken. Spreker stelt zich voor de commissie van openbare werken binnenkort bijeen te roepen om die plannen te bezien en de meening der leden te hooren omtrent de vraag, aan wie het werk zal moeten worden opgedragen. Intusschen wil spreker van deze gelegenheid ge bruik maken, om,daar het toegestane crediet voor dit plan blijkens de ingekomen aanbiedingen niet voldoende zal zijn, den raad machti ging te verzoeken om dat bedrag met enkele honderden guldens te verhoogen, en dus meer te kunnen besteden dan de reeds toegestane f.2000, Met dit laatste gaat de raad zonder hoofdelijke stemming accoord. De heer BOSCHMAN zegt het volkomen eens te zijn met den heer Musters. Hij wijst op het perkje boven aan de Minderbroederstraat, dat niet door de kinderen vernield werd, maar door de honden. Wan neer men het daaromheen staande hekje wat hooger maakte, kunnen de honden er niet meer in komen, en is aan dit ruïneeren een einde ge maakt. Spreker wijst er verder op, dat bezuinigen wel goed is, maar niet zooals nu. Hij zou er dan ook voor zijn, om, daar de gemeente de werkloozen toch moet betalen, eenige van die menschen het hoog noodige werk in deze te laten doen, wat in het belang van de gemeer te is en ook weer goed is voor die menschen, omdat zij er weer wat meer mee kunnen verdienen. Dit zal de gemeente toch slechts een paar gulden meer kosten,, De heer SCHUYL is het eens met den heer Musters, dat de toestand van de parken niet is zóoal'è die moest zijn. Hij is het niet eens

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1933 | | pagina 179