- 16 -
De heer SCHUYL is van meening, dat, als door het bestuur van
het concours-hippique geen subsidie is aangevraagd, die ook niet
verleend kan worden.
De VOORZITTER vraagt, of de raad er zich mee kan vereenigen,
dat B VI overeenkomstig den uitgetrokken post op de begrooting,de
subsidie uitkeeren, wanneer dit alsnog door het concours-hippique
aangevraagd wordt.
Hiermede gaat de raad zonder hoofdelijke stemming accoord,
Wethouder JUTEN zou het veel eerlijker vinden, wanneer men de
subsidie maar afschafte en ook het concours-hippique maar 10%
vermakelijkheidsbelasting in rekening bracht.
De heer BECHT zegt, dat men dit jaar op deze subsidie gerekend
heeft. Hij wijst er verder op, dat wanneer op het voorstel van den
heer Juten wordt ingegaan, het voor de vereeniging wel eens nadeel
ron zijn, omdat het bedrag der te betalen vermakelijkheidsbelasting
vee- minder zou zijn dan het anders te ontvangen subsidiebedrag.
De ueer SIuONS zou bij de vaststelling van het percentage der
vermakelijkheidsbelasting in art.5 willen bijvoegen: met aftrek
van hetgeen zij meer ontvangen aan subsidie dan betaald moet wor
den bij 1Q%- vermakelijkheidsbelasting.
De VOORZITTER gelooft, dat het een moeilijkheid blijft, om deze
16 deze verordening te regelen. Hij stelt daarom voor dit
nader algemeen te regelen bij het stellen van de subsidievoorwaar
den.
Hiermede gaat de raad accoord.
Bij artikel 5 sub 3> stelt de heer BROEKMANS voor in de verorde—
mng de bepaling op te nemen, dat voor danscursussen een belasting
van f.25,per half jaar zal worden geheven, zooals dit door de
commissie va.n financiën is voorgesteld.
Wethouder JUTEN wijst er op, dat om deze reden ook bij art2
het uur verlaat is geworden. Spreker steunt het voorstel van den
heer Broekmans.
Wethouder VAN HASSELT is van meening, dat hetgeen de heer Broek
mans voorstelt, niet mogelijk is. Door zulks in de verordening op
te nemen, zal men juist krijgen, waar de heer Becht op gewezen
nYerordening niet worden goedgekeurd.
5® ls van dezelfde meening als de heer van Hasselt.
jjcuir het voorstel van den heer Broekmans voldoende gesteund
wordt, brengt de VOORZITTER dit in stemming, waarbij het wordt aan
genomen met 13 - ij- stemmen.
Voor stemden de heeren Dielissen, Simons, van Hal, Bakx, Walder,
bcnuyi,van haam, Broekmans, Juten, Bekker, Boschman, Becht en
Kruize.
Tegen stemden de heeren Demmers, Scheffelaar, Kiepe en van
riasS6 J_"fc
De heer kUSTERS was bij deze stemming afwezig.
Bij artikel 15 vraagt de heer BECHT of B W en de raad de po-
competent o-oht-o*1 om aanwezig te zijn bij vergaderingen en
uitvoeringen van besloten vereenigingen. Naar zijn meening mogen
213 op besloten partijen niet komen en stelt hij dan ook voor om
de woorden in den 2en en 3en regel "voor zoover zij niet tot de po
litie behooren" te laten vervallen.
De VOORZITTER ziet niet in, dat het aanstoot geeft, als bij der-
ge ij e gelegenheden een agent van politie, die meermalen nog in
?eding is> afhter in de zaal aanwezig is. Hij heeft daarom
trent ook nog nooit klachten gehoord.
De heer BECHT meent, dat wanneer de Voorzitter dat niet aan-
geinig gevoelig blijkt te zijn. De vereenigingsbesturen
kunnen bij dergelijke gelegenheden zelf goed genoeg voor de orde
zorgen. 0
De VOORZITiER ziet het bezwaar van den heer Becht niet in. Hij
heeft er echter geen bezwaar tegen om het voorstel van den heer
Becht in omvraag te brengen, ofschoon de toestand er praktisch
toch niet door veranderd wordt.
Do heer WALDER is het eens met den heer Becht en vindt ook het
inleveren der ledenlijsten eenige dagen voor de uitvoering erg be
zwaarlijk. e e
BECHT vraagt, waarom zijn voorstel bij aanneming geen
wijziging in den toestand zal brengen.
De VOORZIiTER zegt, dat, wanneer de heer Becht in deze iets
bereiken wil, de politie-verordening gewijzigd zal moeten worden.
De heer BECHT is van meening, dat het niet voor den voorzitter
p eit om deze kwestie als een lolletje te behandelen. Inplaats van
net lid van den raad, als deze een verkeerde meening heeft, op het