- 11+ - IN_QE VERGADERING VAN DEN GEMEENTERAAD VAN 17 MAART 1922 GOED- gggEURD BIJ KONINKLIJK BESUJlfIVAN~Iï^jfTÏÏT~fQPP~^7c^ b HETjOPNIEUff VASTSTELLEN VAN VERORDENINGEN ALS ONDER a BEDOELD (Verzameling 1933, nr.557. De VOORZITTER zegtdat betreffende deze zaak nog een advies van de commissie voor de financiën ingekomen is, dat zij zich met het voorstel kunnen vereenigen met dien verstande, dat voor wat de dans- cursussen betreft, de verordening zoodanig wordt gewijzigd, dat voor deze cursussen, mits ze niet later dan tot 11 uur gehouden worden,een bedrag van f.25,per half jaar verschuldigd zal zijn. Ook is nog ingekomen een verzoek van den exploitant van het hotel de Schelde, om deze verordening reeds direct van toepassing te verklaren voor een in zijn zaak te plaatsen strijkje. Spreker stelt voor daaromtrent nu tegelijkertijd een beslissing te nemen. De heer WALDER zegt, dat de redactie van den aanhef van dit voorstel hem heeft verwonderd, waar toch eigenlijk deze wijzigings voorstellen het gevolg zijn van het verzoek der diverse sportver- eenigingen om verlaging der vermakelijkheidsbelasting. Dientenge volge werd een commissie ad hoe benoemd, die deze zaak heeft onder zocht en diverse voorstellen heeft gedaan, welke in de thans voor gestelde wijziging verwerkt zijn. Uit dit voorstel blijkt echter niet veel appreciatie voor het werk dier commissie, daar er niets /an vermeld wordt. Spreker wil verder nog wijzen op een onjuist heid in het voorstel,, Door de commissie werd voorgesteld om de be lasting voor openlucht-sportdoeleinden te stellen ot> 10$. Dat is ook door den raad aangenomen en nu vastgelegd in deze verordening Door de commissie werd echter voorgesteld daarvan uit te sluiten de vereenigingen, die dergelijke vermakelijkheden organiseeren en daarvoor subsidie van de gemeente ontvangen, en van dit laatste vindt spreker niets in de verordening vermeld. Men heeft een derge lijk geval bijvoorbeeld met het concours-hippique De heer BECHT is van meening, dat de verordening, zooals die hier ligt, niet door de Kroon zal worden goedgekeurd en wel om de vol gende redenen: een dansclub heeft geen leden, er wordt geen contri butie geheven ener is ook geen bestuur. <t Is dus geen vereeniging m den waren zin des woords. 66 i i •^en&^+^tinfnoUr V°^T een particuliere dansclub is ongrondwette lijk. Artikel 399 van de gemeentewet geeft niet de bevoegdheid aan ambtenaren om binnen te treden na zonsondergang, 7jflpri!rff!!6nf .arh2'le'b'fcer "b, van deze concept-verordening, g zegd wordtdat de toegang uitsluitend is toegestaan aan po ïtie ambtenaren, enz. dient te worden opgemerkt, dat artikel -59 van de grondwet en art.l van de wet van 31 Augustus I853, Stbl. i zeëëen> dat voorschriften tot het binnentreden van woningen door den gemeenteraad vastgesteld, slechts mogen strekken tot het handhaven van openbare rust en veiligheid of tot het beschermen van leven of de gezondheid van menschen. Bovendien is er een uitspraak van de rechtbank te Den Haag, waarbij beslist is, dat een gemeenteverordening niet verbieden kan et dansen in particuliere woningen, terwijl er nog een arrest is van den Hoogen Raad van 192I+, luidende: de bevoegdheid van den ge meenteraad strekt zich niet uit tot het maken van verordeningen betreffende hetgeen, zonder naar buiten te werken, voorvalt in lo cal iteiten, die in den regel niet voor het publiek toegankelijk 21jn Aangezien_eenparticuliere dansinrichting nooit voor het pu- lek toegankelijk is zonder toestemming van den bewoner, is spre— .er overtuigd, dat de Kroon deze verordening niet goedkeurt, en dat het daarom verkieselijk zal zijn een regeling te treffen met eigenaren van particuliere dansinrichtingen, omdat dit wettelijk niet voor te schrijven is. Het zal van den burgerzin van den eige naar eener dansinrichting afhangen, of hij een belasting als hier voorgesteld, wil betalen of niet. Wordt deze verordening door den laad aangenomen, dan zal ze volgens spreker toch niet in toepassing gebracht kunnen worden. Spreker meent, dat het daarom goed zal zijn, dat B V/ zich eerst nader op de hoogte stellen, alvorens den raad een verordening voor te leggen, die de Kroon niet zal goedkeuren. De VOORZITTER merkt naar aanleiding van de woorden van den heer Walder op, dat in dit voorstel niet over het werk der commissie ad hoe gesproken is, omdat in de vorige vergadering bij het voorstel betreffende de belasting voor openlucht-sportdoeleinden, de waar deering voor het door de commissie verrichte werk reeds voldoende tot uiting is gekomen. Wat de kwestie betreft ten aanzien der ver-

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1933 | | pagina 175