NEGENDE VERGADERING. Vrijdag 26 Mei 1933,des namiddags om twee uur. Voorzitten de heer P.A.F.Biom,burgemeester Aanwezig de heeren B.Kruize,J.Demmers,C.Dielissen,L.A.Simons,jac.van Hal, F .A .Bakx,M. J. ScheffelaarS.A .Musters ,H.WalderJohSchuyl,P.F .van Kaam,E.A.G.Kiepe,F.BroekmansJ.v.Hasselt,Adriaan Juten,J.P.Bekker, Th.Boschman en G.Becht. Afwezig met kennisgeving de heer H.G.van Kroon. Secretaris de heer j.A.van de Wouw. De VOORZITTER opent de vergadering en deelt mede,dat van den heer van Kroon bericht van verhindering voor het bijwonen dezer vergaderin is ingekpmen wegens uitstedigheidSpreker stelt voor dit stuk voor kennisgeving aan te nemen. Aldus wordt zonder hoofdelijke stemming besloten. De VOORZITTER deelt verder mede,dat van den heer Musters is inge komen het verzoek om te mogen spreken over het onderhoud van parken en plantsoenen,in verband met het feit,dat er een achterstand is en verschillende noodzakelijke werkzaamheden niet op tijd gebeuren of geheel achterwege blijvenbenevens te mogen vernemen aan wie het maken van een rioleeringsplan is opgedragen en wanneer er nog geen beslissing genomen is,de reden waarom hiermede zoo lang gewacht wordt. Spreker stelt voor deze interpellatie toe te staan na afhandeling der agenda. Zonder hoofdelijke stemming gaat de raad hiermede accoord. De VOGRZITTER stelt dan aan de orde punt I der agenda; VASTSTELLING VAT DE NOTULEN VAN DE VERGADERING VAN DEN RAAD VAN 5 MEI 1933." -De heer WALDER merkt op,dat op bldz.5 der concept-notulen staat, dst de Voorzitter bij interruptie verklaarde,dat hij niets voor te stellen had ter zake van net getal der wethouders. Spreker wijst er op,dat uit de notulen van September 1931 toch wel anders blijkt,daar de Voorzitter toen zelf met het voorstel gekomen is om vier wethou ders te benoemen. De VOORZITTER zegt,dat hij geen voorstel gedaan heeft. Hij heeft bij het aan de orde zijn der wethoudersbenoeming enkel gewezen op de desbetreffende bepaling der gemeentewet,en gezegd,dat de raad dus 2,3 of 4 wethouders kon benoemen. Daar hot spreker hetzelfde bleef, heeft hij gevraagd met welk getal de raad wilde beginnen,waarbij tóen beslist werd voor vier. De heer WALDEK is het daar niet mee eens en wijst op de betrokken notulen van September,waarvan hij een gedeelte voorleest. De VOORZITTER zegt den heer V/a 1der niet te begrijpen. Hij heeft niet anders gedaan dan gezorgd,dat voldaan werd aan do»bepaling der gemeentewet. Wanneer de raad met een ander getal begonnen was in plaats van met vier,zou spreker daar ook niets op tegen gehad hebben. Hij kan. dan ook niet inzien,dat hij iets verkeerd gedaan zou hebben. De heer WILDER blijft er toch bij,dat het voorstel om vier wet houders te benoemen van den voorzitter is uitgegaan en in verband met de verklaring van den voorzitter in de vorige vergadering,dat hij hieromtrent niets voor te stellen heeft,hebben ingezetenen,die hier belang in stellensprekers aandacht hierop gevestigd. De Voor zitter zal begrijpen,dat er consequenties aan aeze zaak zitten. De VOORZITTER begrijpt niet,wat de heer v/alaer eigenlijk wil. Overigens is de heer Walder hiermede geheel buiten de orde. Het gaat om de vaststelling van den inhoud der notulen en daar heeft hetgeen de heer v/alder naar voren brengt niets mee te maken. De heer BECHT is het er mee eens,dat de Voorzitter niets andere gedaan heeft,dan de gemeentewet toepassen. De heer V/ALDER is het daarmede niet eens en kan zijn stem dan ook niet geven aan de goedkeuring dezer notulen. Wethouder JUTEN vraagt,of de notulen naar de meening van den heer Walder dan niet juist zijn? De heer WALDER is van meening,dat er voor wat de door hom vaan ge haalde kwestie betreft een onjuistheid in zit en hij wil zich vry- waren,dat dit later als bewijsstuk naar voren gebracht zou wordeh

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1933 | | pagina 162