-17-
De VOORZITTER hamert en verzoekt den heer v/alder om den heer
Juten niet te interrumpeeren.
.Wethouder JUTEN zegt, dat de heer Walder dan traks maar met bo-
■;1^^ moet komen? dat Rij aan een dergelijken gang van zaken zou
'-.bben meegewerkt, wat het voorstel van d?n heer van Kroon betreft,
■ijs spreker er^op,dat daartegen reeds verschillende bezwaren naar
voren gebracht zijn9en spreker kan ten volle onderschrijven hetgeen
oor^den heer van Hasselt in deze gezegd is. sprekers persoonlijke
meening as,dat de ouders er zijn om hun kinderen op te voedenden zy
a±e opvoeding niet aan vreemde elementen,waarvan men niets kent, -'
te na gesproken - moeten toevertrouwen. spreker wil
deze kwestie verder van zakelijk standpunt beschouwen en is van mee
ning,dat de directeur van gemeentebedrijven zakelijk het juiste
standpunt heeft ingenomen in zijn rapport, en kostenberekening. Wan
neer onze eigen ingezeteien verzoeken om aansluiting aan de waterlei
ding, dan worden er alle mogelijke voorwaarden en garanties geëischt
en ^erst wanneer die gegeven worden,wordt tot aansluiting overgegaan
Hier echter wil men maar zonder meer alle mogelijke tegemoetkoming
verleunen. Wanneer gehandeld wordt overeenkomstig de voorwaarden als
door de bedrijven gesteld,dan is deze zaak in orde en kan de water
leiding v/orden doorgetrokken. Het verzoek van de jeugdherberg komt
echter neer op een subsidie of een verkapte subsidie en wanneer men
daarop zou ingaan,zou dit tot gevolg hebben,dat misschien reeds in
e volgende vergadering meerdere dergelijke verzoeken komen,waarop
men dan ook niet anders kan doen dan ze toestaan. Dat zou de gemeen
de heel wat geld gaan kosten en kan toch geen aanbeveling verdienen
in de tegenwoordige tijdsomstandigheden. Waar er in onze gemeente
vele particulieren zijn die warm loopen voor de jeugdherberg,zou
spreker^willen zeggen,laat die menschen een klein bedrag storten
öh op die manier de kosten bij elkaar brengen,dan kan alles in ordo
gemaakt worden,zonder dat men de gemeente daarvoor noodig heeft.
Spreker ziet niet in,waarom hier nu weer de gemeentekas bij moet
springen. Hij wijst er verder op,dat door den heer van Kroon hier
een rapport van Dr.Grijns te berde gebracht is over de slechte kwa
liteit van het drinkwater uit den put bij Klavervelden, spreker
meent,dat zulk een rapport best achterwege had kunnen blij venomkat
iedereen wel weet,dat zulk water niet best is. 't Beste is,dat daar
een Hortonput geslagen wordt,waardoor men altijd goed drinkwater
heeft en de gemeente niet nooaig heeft. Voor enkele honderden gul-
dens^ is men dan voor altijd klaar. Wanneer men echter waterleiding
wil hebben,dient de gevraagde garantie gesteld te worden zooals
dat bij elke andere aansluiting gebeurt. Spreker blijft er echter
bij,dat het onjuist is,dat hier thans een nieuwe beslissing genomen
zo;u v/orden.
De VOORZITTER zegt in deze zaak twee bezwaren te hebben. Het
eerste is,dat in de vorige vergadering door de jeugdherberg een
zakelijk verzoek was ingediend,dat zakelijk behandeld had moeten
wox»den,en waarbij het debat dan ook in een geheel verkeerde richting
is geloopen. Het tweede bezwaar van spreker is,dat hier thans twee
verzoeken worden binnengesmokkeldwelke eigenlijk eerst in de vol
gende vergadering behandeld zouden moeten worden. Spreker is het
"kibt den heer Juten eens,dat het nu een kwestie van overrompeling is
geworden. Om dan ook een zuivere behandeling te krijgen,zou spreker
willen voorstellen de debatten over deze zaak te beëindigen en de
volgende vergadering een beslissing hieromtrent te nemen,nadat B W
de zaak opnieuw onderzocht hebben.
De heer VAN KROON zou thans een beslissing van den raad willen
hebben, en. maakt er een voorstel van om deze zaak urgent te verklarc
Daar het voorstel van den heer van Kroon voldoende gesteund
wordt,brengt de VOORZITTER het in stemming,waarbij het wordt aange
nomen met 11 - 8 stemmen.
Voor stemden de heeren Musters,van Hal,Broekmans,van Kroon,
Boschman,Becht,Schuyl,Kiepe,Kruize,van Kaam en Walder.
Tegen stemden de heeren ScheffelaarDielissen,BekkerJuten van
Hasselt,Dammers,Bakx en Simons.
Wethouder VAN HASSELT wil nog even in het kort de gemaakte op
merkingen beantwoorden. Door oen heer Musters is gezegd,dat we het
trekken toch niet tegen konden gaan,maar dat is naar sprekers mee
ning geen motiefimmers daarom behoeft men er nog niet aan mede te
werken. Spreker is heL er ook niet mee eens,dat dit geen principi-