-16- zoolang de jeugdherberg zal blijven bestaanterwijl er geen Norton- put geslagen mag worden» Dit moet dus door ae jeugdherberg als garan tie gesteld worden,en wanneer die garantie niet gegeven wordt,is spreker niet voor het verleenen van anderen steun of medewerking. De heer BROEKMANS zegt, dat hij reeds in de vorige vergadering zijn stem gegeven heeft voor het doortrekken der waterleiding, voor spreker is cit geen principieele kwestie, maar een zaak van algemeen belang» Hiermee wordt bevorderd, dat de jeugd voor weinig geld ken nis kan nemen van het mooie in de natuur. Men kan per fiets trekken van plaats tot plaats en heeft dan de gelegenheid voor weinig geld te kunnen overnachten en een goed middagmaal te gebruiken» Wanneer de jeugd voor dergelijke tochten van de gewone vervoermiddelen ge bruik moest maken en moest overnachten in hotels, dan zou dat voor een groot deel van hen veel te duur zijn. Spreker beschouwt deze kwestie dan aol^als een algemeen b-.lang voor de jeugd en ook een al gemeen belang voor Bergen op zoom, dan op deze manier bekend wordt bij de jeugd, wie de jeugd heeft, heeft de toekomst, wordt altijd gezegd en in dat verband zou spreker er op willen wijzen, dat, als de jeugd hier komt om de mooie omgeving te zien, er misschien meer dere bij zullen zijn, die, als zij op lateren leeftijd gekomen zijn, zich dit herinneren en zich hier komen vestigen. Hetgeen door wet houder van Hasselt gezegd is over de subsidie-aanvrage voor het R.K» jeugdwerk, is naar sprekers meening een heel ander geval, omdat het daarbij ging om een bedrag van enekele duizenden guldens, terwijl het hier slechts om eenige honderden guldens gaat en de gemeente daarbij ^nog kans heeft over eeniga jaren op de levering van dat water winst te maken. Spreker is er dan ook voor om de gevraagde aansluiting aan de waterleiding te geven, ook zonder dat de door den heer van Kaam voorgestelde garantie gegeven wordt. De heer BExiKER wijst er op, dat met de 3 wethouoers ook zijn naam genoemd is in uat ingezonden stuk in "de Zoom", waarbij met. getracht heeft de tegenstanders tot een andere denkwijze te brengen. Spreker kan echter wel zeggen, dat hij nog steeds tegenstander gebleven is, en hij nog op hetzelfde standpunt staat als vorigen keer. Als Ka tholiek meent spreker zijn stem aan geen enkele tegemoetkoming ten opzichte van de jeugdherberg te kunnen geven. Er is hier wel naar voren gebracht, dat er een strenge contrble wordt uitgeoefend en men in het bezit van een kaart moet zijn om in de jeugdherberg te kunnen overnachten, maar naar sprekers meening zal zoo'n kaart vrij gemakkelijk te bekomen zijn, De VOORZITTER hamert, en er is ook niemanddie toezicht houdt op het trekken buiten de herberg. Het naar buiten trekken bij de Katholieken is ook heel anders geregeld ban men het hier wil doen voorkomen, want bij de Katholieken gaan de jongens en meisjes apart naar buiten en staan ze ook gedurende de tochten steeds onder toezicht. Eu is hier verder naar voren ge bracht, dat men het rondzwerven der jeugd met tentjes toch niet te gen zal kunnen gaan en het daarom beter is, dat ze in jeugdherbergen overnachten, maar daartegenover wil spreker er dan toch op wijzen, dat de burgemeester altijd de bevoegdheid heeft om het overnachten in tenten, ook op particuliere terreinen, te verbieden. Als Katho liek blijft spreker dan ook tegen alk voorstel tot steun aan de jeugdherberg. De heer BECTT zegt dat het bekend is, dat vele vooraanstaande Katholieken deze zaak steunen. Hij begrijpt nist, dat men deze kwes tie van principieel standpunt gaat beschouwen. Als het om principi eels zaken gaat, plaats spreker zich ook op Katholiek standpunt, om dat hij meent dit verplicht te zijn met het oog op de overwegende meerderheid der Katholieke bevolking» Naar sprekers meening heeft deze zaak echter met het principieel standpunt niets te maken, maar moet zij beschouwd worden vanuit maatschappelijk standpunt, pit is een zaak van algemeen belang, spreker zou willen voorstellen de kos ten voor het aansluiten van de jeugdherberg aan de waterleiding niet te ooen afschrijven in vijf, maar in tien jaren. Er kan dan door de gemeente zelfs nog winst gemaakt worden. YJethoucer JUTEN merkt op de eerste plaats op, dat hij het on juist vindt, bat de interpellatie, welke hier aan den heer van Krocl is toegestaan, tot gevolg kan hebben, dat het raadsbesluit van de vorige vergadering betreffende deze kwestie, hierdoor weer wordt ingetrokken. Spreker vindt dat absoluut verkeerd De heer WALDER zegt, dat dit zoo dikwijls gebeurt, en de heer Juten daar zelf aan meegewerkt heeft.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1933 | | pagina 158