-14- Uit een en ander heeft spreker de conclusie ge trokkendat met een beetje goeden wil van beide kanten deze kwestie best op te lossen is,waar de heer Vriens aan spreker mededeelde,wel bereid te zijn den grond aan de gemeente af te staan,en tot een goede oplossing mede te werken. Spreker zou daarom willen voorstellen dit punt van de agenda af te voeren en aan te houden,opdat B W zich als nog met den eigenaar in verbinding kunnen stellen. De VOORZITTER is van meening,dat niet B W zich moeten wenden tot den heer Vriens,maar deze tot B M Be heer VAN KAAM vindt dat ook goed. In verband hiermede acht bij het echter beter,dat het voorstel van B W wordt teruggenomen en eerst tusschen B W en den eigenaar onderhaüeld wordt. De heer BECHT zou het beter vindenwanneer eerst de betrokken wethouder hierover het woord voerde,daar naar zijn meening deze zaak al veel verder gevorderd is dan in de stukken staat. De heer SIMONS is van meening,dat B W niet juist zijn inge licht. Spreker heeft vernomen,dat de heer vriens wel bereid is den grond voor niets aan de gemeente af te staan,terwijl in de stukken staat,dat dit niet het geval is. Hij zou wel willen weten, hoe dit nu eigenlijk in elkaar zit. Be heer WALDER zegt,dat die afstand natuurlijk moet geschieden onder zekere voorwaarden De heer BEKKER onderschrijft hetgeen door den heer van Kaam gezegd is,em hoopt ook,dat die toestand spoedig verbeterd zal wor- De heer VAN KROON heeft ook den toestand ter plaatse gezien en gelooft,dat die gemakkelijk te ondervangen is,en met een beetje goeden wil van beide kanten de zaak best tot oplossing kan worden gebracht. Spreker is van meening,dat het van belang voor de gemeente is, dat zij dien grond voor niets krijgt en dat zij daarom verplicht 1S daar den eigenaar,dus den heer Vriens te gaan. De heer MUSTERS merkt op,dat de heer Vriens den grond natuurlyk niet gratis zal willen afstaan,als hij daar niets voor terug krijgt. Naar men spreker mededeelde,wil de heer Vriens daar een erras voor dat café maken,waarvoor hij dan eene vergoeding aan e gemeente zou moeten betalen. En dat gaat toch naar sprekers meening niet op. Eerst laat men den eigenaar den grond gratis af staan en als men den grond dan heeft,dan moet de eigenaar voor et gebruik daarvan nog gaan betalen ook. Spreker gelooft dat daar aa moeilijkheid in schuilt. Wethouder JUTEN wijst er op,dat de gemeente reeds meerdere der gelijke overnamen van grond gehad heeft,waarbij steeds van het standpunt is uitgegaan,dat,als ergens trottoirs moesten worden aaagelegd,de grond om niet door den eigenaar aan de gemeente, meest worden afgestaan. Dat is ook gebeurd bij Matthijs en Decht °P de Moerstraatschebaan en nu kort geleden nog op Nieuw-Borgvliet voor de verbetering van de Rembrandtstraat. Wanneer een huis ge douwd wordt,dan voert de dienst van openbare werken,als het huis klaar is,de voorbereidende besprekingen omtrent het afstaan van sen stuk grond voor het trottoir. Dat is ook hier gebeurd met den bewoner van het pand,den heer Poppe. De heer Vriens echter,die m het nieuwe pand een koffiehuis liet houdenwildeofschoon dat wel vreemd klinkt,den grond niet om niet aan de gemeente afstaan en toen kon ook van den aanleg van een trottoir niets komen. Nu weten wij heel goed,dat het niet zou aangaan om den huurder van bat pand straks,wanneer de grond om niet was afgestaan,toch nog pacht te laten betalen voor het gebruik van dien grond,dat heeft be dienst van openbare werken ook zeer goed ingezien en daarom werd gezegd,dat,als de eigenaar die strook grond om niet aan de gemeente zou afstaan,wij bereid waren in de overdrachtsakte de bepaling te laten zetten,dat,zoolang bedoeld pand als koffiehuis werd gebruikt,er door den huurder voor het gebruik van grond voor terras geen vergoeding behoefde te worden betaald. Zco stond d^G de zaak* De leden van den raad moeten echter goed begrijpen, «t van den eigenaar van den grond,die tenslotte de nan is,die en grond moet afstaan,geen enkel verzoek bij B W is ingekomen. Alleen de huurder,de heer Poppe,heeft zich met een verzoek tot t Vil gewend,waarop hem geantwoord is,dat als de heer yriens ^ich tot het college richtte,de zaak. zoo spoedig mogelijk tot ^cn^cplossing gebracht zou kunnen worden. De heer Vriens echter liet niets van zich hooren en trok zich ook nergens iets van aan. ■r~i

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1933 | | pagina 130