-7-
in Bergen op Zoom blijven''
Wethouder VAN HASSELT antwoordt bevestigend, behalve natuur
lijk voor zoover het betreft de vergoedingen aan sprekers.
De heer WALDER meent uit de mededeelingen van dei heer van
^asselt te kunnen opmaken, dat er dus lezingen over Willem van
^ranje zullen worden gehouden.
v/ethouder VaN HASSELT zegt dat het in de bedoeling ligt om
drie sprekers te laten komen, die dit onderwerp zullen behandelen.
De heer WALDER zegt dit te vragen, omdat de tijd van ioo jaren
geleden een zeer eigenaardige wac, waarin heel wat gebeurde, en
die vooral voor Katholieken geen blijde tijd was. Hij hoopt dan
ook, dat bij die lezingen deze zaak objectief bekeken zal worden,
zoodat het voor degenen, die ze bijwonen, ook mogelijk zal zijn
een juist inzicht mee te nemen. Spreker vraagt, of al bekend is,
wie de sprekers zullen zijn.
Wethouder VAN HaSSELT zegt, dat dit nog niet bekend is. Wel
kan spreker zeggen, dat ook de heer Slootmans, de archivaris,
een lezing zal houden, waarin hij een algemeen historisch over
zicht zal geven over Willem van Oranje als grondlegger van den
Nederlandschen Staat en de brenger van vrijheid en verdraag
zaamheid in het algemeen.
De heer WaLDER merkt op, dat over dit laatste de meeningen
wel uiet onverdeeld zullen zijn, vooral s.ls hij nagaat, wat er in
dien tijd ten opzichte van de Katholieken zooal voorgevallen is.
Spreker heeft echter geen bezwaar tegen het voorstel.
De heer SIMONS wijst er op, dat door den heer van Hassèlt go-
sproken is van een maximum crediet van f.500, In het voor
stel wordt echter gesproken van een crediet van f.500,en
etaat er niet bij, dat het tot dit maximum is.
De VOORZITTER zegt, dat dit toch de bedoeling is.
De heer SIMONS vraagt, of hetgeen door het comité niet opge
maakt wordt_, dus wordt teruggestort in de gemeentekas.
De heer WANDER merkt op, dat de heer Simons toch al lang genoeg
id van den raad is om te weten, dat daar niets van terug komt.
De /OORZITTER zegt, dat de opmerking van den heer Simons
en aan besluit alsnog zal worden toegevoegd, dat een
subsidie van ten hoogste f.500,wordt verleend.
Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna overeenkomstig het
voorstel van burgemeester en wethouders besloten.
De tfOCRZITTER verleent dan het woord aj»n den heer van Hal voor
zijn interpellatie over de Rembrandt straat en het woningcomplex
"Piet Hein".
De heer VAN HAL spreekt als volgt:
Mijnheer do Voorzitter. Ik zeg U dank, dat U mij in de gelegen
heid stelt het woord te voeren over een tweetal Borgvlietsche
aangelegenheden.
Als ik zeg Bcrgvlietsche aangelegenheden, dan moet ik hieraan
toevoegen, dat het niet alleen Borgvlietschemaar ook wel dege
lijk Bergen op Zoomsche aangelegenheden zijn.
Mijnheer de Voorzitter, ik kijk er zoo tegen aan, wanneer
sommige dingen onzer gemeente niet in orde zijn, of er wat lang
mee gewacht wordt, raakt volgens mij evenzeer de gemeente in
haar geheel als het onderdeel alleen.
joreerst dan, Mijnheer de Voorzitter, wil ik dan aanvoeren
je kwestie van de Rembrandtstraatrioleering, enz., welke kwes
tie een onaangename beroering teweeg brengt bij de dorpsbewoners.
De voortvarendheid, Mijnheer de Voorzitter, waarmede het ©ollege
van b w de laatste jaren verschillende stratenplannen heeft
laten uitvoeren, en vele dezer straten in beslist degelijke con-
ditie heeft gebracht, deed ons verwachten, dat ook eindelijk
Jrgvliet zijn aandeel in deze verbetering zou krijgen.
jij hadden verwacht, dat nu de voorbereidende werkzaamheden in
orde sc .ïjnen te zijn, de verbetering zelve met den meesten spoed
zou worden ter hand genomen.
Mijnheer de Voorzitter, met nadruk wensch ik er op te wijzen,
dat de toestand van de Rembrandtstraatjaren geleden reeds slecht,
nu zoo stilaan onhoudbaar is geworden. In de overtuiging, dat het
college van B W deze kwestie, meerdere malen ter tafel gebracht,
met -mij eens zal zijn, verzoek ik het college mij te willen zeggen,
wanneer definitief met de verbetering van de Rembrandtstraat zal
worden begonnen, of mij te willen mededeelen in welk stadium de
plannen tot de verbetering van die straat zich momenteel bevinden.
