-29-
te zeggen hebben. Spreker is het ook niet eens met de opmerking
van den heer van Hasselt als zou het masker de lading moeten dek
ken, velen zijn er immers,die reeds lang vcor twaalf uur hun mas
ker af hebben. Hij hoopt dan ook,dat het carnavalsfeest dit jaar
ais gewoon zal doorgaan.
Wethouder SCHEFFELAAR noemt de geheele carnavalsviering immo
reel, en zal er verder niets over zeggen omdat dit toch geen nut
heeft.
De heer SCHUIT zegt met belangstelling geluisterd te hebben
naar hetgeen door den heer Broekmans naar voren gebracht is,en
waarmede hij het in deze eens is. Spreker wenscht ook niet mede
te doen aan het afschuifsysteem,dat in dit voorstel ligt opgeslo
ten. Hij is ook tegen het voorstel van den heer Eecht en meent,
dat er reeds genoeg over deze kwestie gesproken is,en er voor
hem geen aanleiding bestaat daar dieper* op in te gaan.
Be VCGRZITTËR is van meening,dat B W zeer zeker rekening zul
len houden met hetgeen hier is naar voren gebracht,bij het nemen
der beslissing omtrent het al of niet doorgaan der carnaval.
De heer MUSTERS wil zijn stem motiveeren en zegt tegen het
voorstel van den heer Becht te zullen stemmen,terwijl hij van
meening is,dat de tijdsomstandigheden thans niet geschikt zijn
voor een onbeperkte carnavalsviering.
De VOORZITTER brengt hierna het vcorstel van den heer VAN
HASSELT in stemming,hetwelk wordt verworpen met 16-3 stemmen.
Voor stemden de heeren Scheffelaarvan Hasselt en Schuyl.
Tegen stemden de heeren Walder,Demmers,van Hal,Bakx,Bekker,
Bc schmanKiepeJutenBechtKrui zeMus tersBro ekmansSimonsvan
Kaam,van Kroon en Dielissen.
Daar het voorstel van den heer Becht voldoende gesteund wordt,
brengt de VOORZITTER vervolgens dit in stemming,waarbij dit
wordt verworpen met 11 -8 stemmen.
Voor stemden de heeren Walder,Boschman,Kiepe,Juten,Becht,
Kruize,van Kaam en van Kroon.
Tegen stemden de heeren Demmers,van Hal,Scheffelaarvan Hasselt,
Bakx,Bekker,Musters,Broekmans,Simons,Schuyl en Dielissen.
De VOORZITTER geeft dan het woord aan den heer Scheffelaar
betreffende den cursus voor jeugdige werkloozen.
Wethouder SCHEFFELAAR zegt de stukken betreffende deze aange
legenheid niet op tijd te hebben kunnen klaar krijgen. Hij heeft
echter de begrooting voor dezen cursus alsnog bij de ter inzage
gelegde stukken laten voegen en sou willen voorstellen den cur
sus zoo spoedig mogelijk weer in werking te stellenwaartoe hij
den raad een crediet vraagt van f.2500,-- voorloopig voor drie
maanden. Gerekend kan op het oogenblik worden op een 50 deelne
mers. De subsidie van het rijk is nog wel niet toegezegd,maar
men zal daar toch v;eer wel op kunnen rekenen.
De heer SCHUYL heeft tegen het voorstel natuurlijk geen be
zwaar. Hij vindt het slechts janmer,dat het zoo laat gekomen is.
Uit de mededeeling van den wethouder trekt spreker de conclusie,
dat de duur van den cursus dus nog voor verlenging vatbaar is.
Spreker vraagt ook nog naar de medezeggenschap der organisaties
in deze en wil er verder op wijzen,dat het hier niet alleen een
kwestie van onderwijs is,maar de jeugdige werkloozen nog meer
noodig hebben dan enkel en alleen lessen. Voorstellen ten deze
wil hij niet doen,maar hij zou dén wethouder van sociale zaken
toch in overweging willen geven,of er ook iets in den zin van
ontspanning voor de jeugdige werkloozen kan worden gedaan,door
het organiseeren bijvoorbeeld van le&ingen,bijwonen van nuttige
bioscoopvoorstellingen,beoefenen van sport e.d. spreker zou nut
tige ontspanning ook speciaal in overweging willen geven voor
de jeugdige werkloozen boven de 23 jaar. Overigens brengt spreker
dank aan den wethouder voor zijn voortvarende werking in deze.
Wethouder SCHEFFELAAR wijst er naar aanleiding van de opmerking
van den heer Schuyl,op,dat hij deze zaak reeds vroeg genoeg heeft
aangepakt,hetgeen de heer Schuyl,die zelf lid van de betrokken
commissie is,goed weten kan. Begin November toch werden de aan
schrijvingen aan de organisaties gericht om opgave hoeveel van
hun jeugdige leden in aanmerking wenschten te komen voor de te
houden cursussen. De opgaven voor deelname waren toen echter
van dien aard,dat niemand den moed had om met de cursussen te
beginnen. Tenslotte zijn er toen nog bekendmakingen in de bladen