-28- lading moet dekken. Het betreft hier dus niet een soort afschuif systeem, zooals de heer Broekmans opmerktespreker zal altijd ge rust de verantwoording durven dragen voor de besluiten die"hij meehelpt nemen,maar dan moet men ook zorgen,een zuiveren toestard te krijgen. Spreker gelooft ook niet,dat het erg is,wanneer de carnaval niet zou doorgaan,er is hier immers terecht opgemerkt, dat de straatcarnaval niet veel meer beteekent,en de viering in besloten kring wordt hierdoor niet tegengehouden. Bovendien kan de viering van carnaval toch ook best geschieden zonder maskerwant spreker herhaaltdat,wanneer de aardigheid daarvan in dat masker moet zitten,dit er niet voor pleit. Het gaat dus niet tegen de carnaval op zichzelf en van excessen heeft spreker ook 'nog niet gehoord. Hij vreest echter,dat die er zullen komen,wanneer men den toestand laat bestaan,zooals die thans is. spreker geeft zijn meening^graag voor een betere,maar hij is van oordeel,dat de tycè- omstandigheden or momenteel niet naar zijn om de carnaval door to laten gaan,nu do overheid meer steeds meer geld noodig heeft cm de werklcozen te steunen. Sn wanneer men de carnaval door laat gaan,zal men toch willen meedoen en moeten de centen er voor komen. Men zal daardoor krijgen,dat er gelden worden uitgegeven,die vetl beter voor andere doeleinden zouden kunnen worden gebruikt en dao is het nog maar de vraag,waar die gelden vandaan komen. Het is niet sprekers bedoeling om de carnaval voor goed af te schaffen, want al wordt zijn voorstel aangenomen,dan zal de raad daar nog ieder jaar op terug kunnen komen door opnieuw de politieverorde ning te wijzigen. VOORZITTER wijst er op,dat blijkbaar de gemoederen door het thans gedane voorstel zeer bewegen zijn. Wethouder van Hasselt is met zijn voorstel bij den raad gekomen,nadat in het college besloten was de gebruikelijke bekendmaking niet te plaatsen, zoocht de straatcarnaval niet zou doorgaan. Naar aanleiding van dat be sluit wilde de wethouder van spreker de toezegging hebben,dat ook het gemaskerd zijn in cafe's zou worden verbodendoch spreker heeft daarop geantv/oord,dat hij zich daartoe niet wenschte te verbinden. Hij wil zich hieromtrent niet te voren vast leggen en zal er ook hier niets over zeggen,omdat hij zich niet bloot wenscht te geven. Spreker heeft altijd gezegd: zie naar hetgeen ik doe, en hij hoopt,dat men dit ook nu zal doen. Spreker moet daarom ook het voorstel van den heer Becht ontradeh. Y/anneer men de stemming in den raad omtrent deze kwestie hoort, dan zal men toch begrijpen, dat het college daarmede zeer zeker rekening zal houden bij het nemen oer beslissing. Y/at de carnavalviering zelf be treft, zegt spreker,dat hij met den commissaris van politie zich ieder jaar veel moeite geeft om zich persoonlijk te overtuigenhoe dit feest gevierd wordt,en wanneer men hem dan vraagt,of dit behoorlijk en netjes gebeurt,dan zegt hij volmondig: ja. Spreker kan hier dan ook in het openbaar verklaren,dat hun bij de gelegenheden,dat £ij overal eens controle uitoefenen,nooit iets onbehoorlijks is °pgevallen. Vorig jaar kwamen zij zelfs in een café op de Dubbel- straat,waar slechts eenige paren aan het dansen waren en verder niets te doen was. Naar sprekers meening is de carnaval &ier dan ook een doodonschuldig vermaak,dat nog absiuut geen aanleiding gegeven heeft daartegen op te treden. De heer BROSKMANS heeft reeds opgemerkt zijn stem niet te kun nen geven aan het voorstel van den heer van Hasselt,omdat het onvoorbereidter tafel is gebracht. Datzelfde standpunt neemt spreker ook in ten opzichte van het voorstel van den heer Beaht, omdat ook dat zeer zeker eerst goed overwogen dient te worden. Spreker is overtuigddat B W wel rekening zullen houden met de stemming in den raad en het daarom het best aan B W kan worden overgelaten. Deheer BECHT zegt zijn voorstel te willen intrekkenals de Voorzitter de verklaring wil geven,dat dit jaar de caritaval op de gewone wijze zal doorgaan. De VOORZITTER zegt die verklaring niet te kunnen geven. De heer BECHT handhaaft dan zijn voorstel. De heer BEKKSR merkt naar^aanleiding van de opmerking van den Voorzitter,dat het in de cafe's netjes toegaat,nog op,dat het moreele en zedelijke door dat beetje straatcarnaval toch heele- rnaal niet naar beneden gehaald wordt. Men moet het daar niet zoe ken,maar wel in die gelegenhedenwaar wij als overheid niets over

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1933 | | pagina 101