De heer BOS CHI. IAN behoeft na al hetgeen reeds gezegd is,niet
veel meer naar voren te brengen,al wil hij nog even aandikken het
geen de heer Musters gezegd heeft,ten opzichte van het late in
dienen van het voorstel van den heer van Hasselt. We 'zijn nu nog
ongeveer 3 weken voor de carnaval en daar er van een verbod niets
gehoord werd,zijn alle voorbereidingen voor de viering daarvan
getroffen. Wanneer de raad anders een beslissing krijgt te nemen,
krijgen we de stukken 8 of 10 dagen tevoren thuis,en waarom is men
dan ook niet eerder met dit voorstel gekomen? Het was eerst gis
terenavond,dat spreker er iets van hoorde,dat de heer van Hasselt
in deze vergadering over de carnaval zou spreken,en dat hoorde hij
nog van een buitenstaander. Als raadslid wist spreker nergens van.
wanneer men verder nagaat,dat de menschen,die toch carhaval willen
houden,naar andere plaatsen zullen gaan als hier niets te doen is,
dan is dat voor spreker een reden te meer cm te stemmen tegen het
voorstel van den heer van Hasselt.
De heer WALDER vraagt naar de interpretatie van art.29 der po
litieverordening. Hij is van meening dat deze bepaling niet slaat
op de carnavalsviering,daar dit een volksgewoonte is geworden.
Wethouder VAN HASSELT zegt vrij kort te kunnen-zijn bij de be
antwoording van de verschillende sprekersomdat ze allen ongeveer
hetzelfde naar voren gebracht hebben. Vooral van belang vindt spre
ker echter de opmerking van den heer Walder,die uit de notulen van
vorig jaar aantoonde,dat spreker toen tegen afschaffing der car
naval was. Dat is juist,zegt spreker,maar hij heeft daarbij reke-
ning gehouden met den toestand,en als hij geweten had,dat nu de
toestand nog niets verbeterd zou zijn,zou hij reeds toen voor af
schaffing geweest zijn. Maar vorig jaar werd steeds weer door aller
lei menschen er op gewezen,cat in 1932 de toestand zou veranderen.
Er zou opleving komen en wat al niet meer,en daar heeft spreker
toen rekening mee gehouden bij het bepalen van zijn houding. Er is
hier verder opgemerkt,dat het de gewoonte was,dat steeds tijdig
tevoren de bekendmaking betreffende de carnaval in de kranten werd
geplaatst. Daaruit vloeit dus wel degelijk voort,dat vóór het
plaatsen dier bekendmaking niets gekocht wordt,want als die be
kendmaking uit blijft,gebeurt er niets. Deze bekendmaking is een
uitvloeisel van art.29 der politieverordening,want als de carnaval
daar niet onder viel,dan was die publicatie niet noodig.
Men heeft hier verder naar voren gebracht,dat men mogelijk een
ander standpunt ten aanzien van deze kwestie zou hebben ingenomen,
wanneer deze zaak eerder ter sprake gebracht was geworden,maar die
bewering gaat naar sprekers meening niet op. immers een dergelijk
voorstel had evengoed van een der fracties kunnen uitgaan,die het
allang in eigen boezem hadden kunnen overwegen. Dat spreker nu met
dit voorstel gekcmen is,vindt zijn oorzaak in het feit^dat hij de
zaken zuiver wenscht te stellen. Hij wil dan ook eerlijk mededeelen,
wat de aanleiding hiertoe was,en zegt,dat deze week in de vergaderin
van B V? besloten werd om de bekendmaking betreffende de carna
valsviering niet te plaatsen. Dit hield dus in,dat de straat-car
naval niet zou doorgaan.
Wethouder KIZPE merkt op,dat hij zich daartegen verklaard heeft.
Wethouder JUTEN zegt,dat de heer Kiepe hier geen namen moet
noemen,en niet bang behoeft te zijn voor de publieke tribune.
Wethouder VAN HASSELT zegt,dat het toch een besluit was van het
collego,ook al was dat niet met algemeene stemmen. Door dit besluit
werd echter alleen de straatcarhaval verboden. Maar v,rat heeft men
er aan,dat het op straat niet doorgaat en in de cafe's wel,want de
burgemeester heeft de bevoegdheid om het in de cafe's wel te laten
doorgaan en wanneer zulks gebeurt,krijgt men vanzelf wanorde.
Spreker vroeg dan ook den burgemeester zich te vallen uitspreken
of hij de maskerade ook in de cafe's en andere voor het publiek
toegankelijke lokalen zou verbieden,doch daarover wilde de burge
meester zich niet uitlaten,men zou wel zien,wat hij zou doen,het
duurde nog zoo lang en er kon intusschen nog zooveel gebeuren.
Er bestond dus alle kans,dat in de cafe's de carnavalsviering wel
gemaskerd kon doorgaan,en cm in deze een zuiveren toestand te
krijgen,heeft spreker zijn voorstel hier gebracht. De raad zal dus
inzien,dat hij daarmede niet eerder kon komen. Het is toch geen
toestand,dat men op straat niet gemaskerd mag loopen,en zoodra men
in een café is,het masker mag voordoen en dan verder lustig zijn
gang kan gaan. Hetschijnt dan toch wel,dat het masker in deze de