- 20 -
De VOORZITTER wijst er op,dat voor bevordering tot agent le
klasse geëischt is het diploma met aanteekening. Spreker heeft
daar steeds aan gehouden en desondanks gaat de raad daar toch
tegen in en heeft aan die agenten het salaris van agent le klasse
toegekend.Dat is zoo onjuist mogelijk. Als die agenten de aan
teekening halen,worden zij direct tot le klasse bevorderd. Dat
is ook gebeurd, toen een van gen de aanteekening gehaald heeft.
De heer BAKKER zegt,dat deze 8 agenten toch allen het diploma
hebben.
Wethouder JUTEN merkt op,dat het gaat om het diploma met aan
teekening, dat is iets anders.
De heer BEKKER meent,dat men op het examen ook geluk moet
hebben. Wanrser men wat zenuwachtig is,haalt men het niet, terwijl
zoo iemand in de practijk toch niet behoeft onder te doen voer
degenen,die wel de aanteekening hebben. Ze doen overigens toch
ook denzelfden dienst.
De heer KRUIZE is het met den heer Bekker eens. Trouwens voor
dat de Voorzitter hier als burgemeester kwam,waren die agenten
reeds tot le klasse benoemd.
De VOORZITTER zegt,dat dit iets nieuws is.
De heer KRUIZE zegt,dat die menschen reeds lang voordat deze
burgemeester hier kwam,met de kenteekenen van agent le klasse
rond liepen. Hun aanstelling is destijds door de omstandig
heden opgehouden,en later heeft men die toen niet meer gegeven.
De distinctieven hadden ze echter al lang. De raad heeft toen
besloten om die agenten het salaris van agent le klasse te
geven,en door ^n misverstand zijn er van die 8 toen 2 over
gebleven. Hoe dit nu precies in elkaar zit,weet spreker niet,
of ze misschienvergeten zijn of dat ze toen geen lid van dien
bond waren. Duidelijk was het destijds niet, want de heer Mus-
sters heeft toen nog de vraag gesteld of het nu ging over 6 of
over 8 agenten. De bedoeling is echter altijd geweest om die
8 agenten te berhoogen.
Daar het voorstel van den heer BEKKER voldoende gesteund
wordt,brengt de VOORZITTER dit in stemming,waarbij het wordt
aangenomen met 16 - 2 stemmen.
Vóór stemden de heeren Kruize,Demmers,Bakx,Musters,van Kroon,
van Kaam,van HasseltDekker,Dielissen.Broekmans,Janvier
Scheffelaar,Becht,Boschman,Simons en Schuyl.
Tegen stemden de heeren Kiepe en Juten.
De heer BROEKMANS hoopt,dat de uitbreiding van het politie
corps toch de aandacht van den Voorzitter zal blijven hebben.
De VOORZITTER kan dat wel toezeggen. Overigens merkt spreker
op,dat hij bij bijzondere gelegenheden altijd voldoende hulp
kan krijgen tot bijstand van de politie.
De heer SCHUYL vraagt,wat voor hulp dat is. Toch geen
bijzondere vrijwillige landstorm?
De VOORZITTER zegt te doelen op de rijkspolitie. Ook nu is
reeds meermalen bijstand verleend door de maréchaussees en
militaire politic.
Volgnummer 89. Onderhoud der lantaarns en verdere kosten der
verlichting.
De heer BOSCHMAN wijst op den hoek Blauwehandstraat-Ketting-
straat,waar een lantaarn heeft gestaan,die echter tot tweemaal
toe is stuk gereden. Betere verlichting is daar hard noodig
en spreker hoopt dan ook,dat die lantaarn daar gauw terugkomt,
misschien kan men er wel een booglamp hangen.
Wethouder KIEPE merkt op,dat de gemeentebedrijven niet uit
zichzelf overgaan tot plaatsing van lantaarns. Zoodra ze daar
toe echter van Openbare Werken bericht krijgen,wordt direct tot
plaatsing overgegaan.
De heer BOSCHMAN dringt dan bij wethouder Juten op de noodige
verbetering voor de Blauwehandstraat aan.
De heer SCHUYL wijst er op,dat ook de Zwarteweg dringend een
betere verlichting behoeft.
Wethouder JUTEN zal met den dienst van Openbare Werken be
spreken,waar lantaarns bijgeplaatst moeten worden. Men moet
echter niet zeggen,dat de laatste jaren weinig aan de verlich
ting der stad is gedaan en die te wenschen overlaat. Er is juist
veel voor de verlichting gedaan en er zijn heel wat lantaarns en
booglampen bijgeplaatst. De lantaarn in de Blauwehandstraatdie
er altijd gestaan heeft,zal er weer wel terug komen, het gaat
er alleen nog maar over,waar deze het best geplaatst kan worden.
Wat de Zwarteweg betref"., daar wonen geen menschen.