De heer SCtiUYL hoopt, dat de Voorzitter in alle gevallen dat
standpunt zal innemen. Spreker gaat dan verder met zijn algemeene
beschouwingen en zegt: De zaak werd doodgepraat met organisatori
sche verwikkelingen,Moedig zouden de heeren van Hasselt en Broek
mans geweest zijn,als ze tijdens de verkiezingsactie het werk-
nemerscomitê hadden toegeroepen,dat ze met de aangevoerde argu
menten niet accoord gingen en dat ze de dissidentenpolitiek nog
zou beroerd niet vonden.Maar ze misbruikten de arbeiders voor
hun lafhartige bedoelingen,hielpen mee,den leider der actie in
de bloemetjes te zetten,maar ze vergaten hem,toen het eigenlijke
werk moest beginnen.Wat een zielig figuur maakte dit tweetal,
toen de dictator van dit college,de heer Juten,na zijn her
kiezing tot wethouderden raad mededeelde,dat de zaak op den
zelfden voet zou worden voortgezet.Na zoo'n vinnigen verkiezings
strijd zoo'n houding,maakt dat wethouder van Hasselt voor goed
zijn prestige verloren heeft.Uit een beschouwing in de Avondster
naar aanleiding van den verkiezingsuitslag bleek,dat zelfs de
dissidenten met zóó'n lafhartige houding niet gerekend hadden.
Moet er nog veel over dit college worden gezegd? Niemand
gelooft,dat bij de samenstelling hiervan het gemeenschapsbelang
op den voorgrond heeft gestaan,Het is een gesjacher en gekonkel
geweestwaarbij ieder probeerde zooveel mogelijk van den buit
binnen te halen.De politieke pingelaar Juten,die in de tijden,
dat hij nog oppositie moest voeren,op iederen begrootingspost
een dubbeltje ging schrappen en een hatelijke zuinigheid veinsde
na te streven,vond het nu noodig het aantal wethouders te ver
dubbelen.Drie van de heeren,die met moeite een overschotzetel
wisten te bemachtigen,moesten aan 't monstercollege meewerken
en stelden hun eischen.De heer Scheffelaar moest wethouder
worden en voorzitter van het Burgerlijk Armbestuur; de heer
van Kroon moest regent van het Algemeen Burger Gasthuis worden.
Dat menschen moesten worden verdrongen,die jarenlang met eere
deze functies vervuld hadden,deed niet ter zake.
Sn vanwaar de plotselinge liefde van den heer Becht voor de
dissidenten? Hij schijnt de promotor van de zaak geweest te zyn
en we wachten met belangstelling een nadere verklaring.
De sociaal-democraten staan zeer gereserveerd tegenover dit
college.Zij verwachten geen vooruitstrevende politiek en meenen,
dat het college tegen de groote moeilijkheden,die het besturen
van een gemeente als Bergen op Zoom in dezen tijd meebrengt,
niet zal zijn opgewassen.Ook de bestuurscapaciteiten van den
burgemeester hebben tot nu toe niet aan de verwachtingen beant
woord.Men denke daarbij aan de gemeentelijke procedures,
nationaal crisiscomité, de wijze waarop hij ons tegemoet treedt
inzake steun en werkverschaffing en de salarispolitiek der
ambtenaren.
Wethouder Scheffelaar aanvaardde zijn functie en stelde den
raad op de hoogte met een uitvoerig plan inzake werkverschaffing.
Wij vragen nu, waarom er nagenoeg niets op deze begrooting van
al die plannen voorkomt.
De sociaal-democratische fractie is er dan ook van overtuigd,
(het is al meermalen gebleken)dat voor elke verbetering van
de economische positie der arbeiders gevochten zal moeten worden.
Onze fractie zal daarbij het gemeentebelang niet uit het oog
verliezen en een reëele politiek voeren op principieelen grond
slag, zooals dat onzerzijds ook in den verkiezingsstrijd is
gedaan. Naar onze inzichten wordt het gemeentebelang het best
gediend door de volkskracht op peil te houden, door de arbei
dersklasse in deaen kommervollen tijd te behoeden voor paupe
risme en armoede en honger. Er wordt in onze stad,vooral in
het blad,dat aan de dissidenten na verwant is,op eigenaardige
manier over die medeburgers geoordeeld,voor wie in deze maat
schappij geen werk meer is«De verantwoording daarvoor berust
bij allen,die de grondslagen van deze maatschappij niet wenschen
te veranderen.Deze groep arbeiders dient in het leven gehouden
te worden,ze hebben dezelfde rechten op het leven als ieder
ander individu, Sn reden te meer hiervoor is er, omdat deze
wereld zich baadt in een overvloed van voedsel en andere levens-
benoodigdheden. In een wereld van overvloed mag geen gebrek
worden geleden en de socialisten zullen bij het stellen van hun
eischen van die overweging uitgaan. Na deze tijden komen weer