- 10 -
De VOORZITTER is van meening,dat de heer Schuyl hem verkeerd
begrepen heeft. Toen hij dit voorstel aan de orde stelde,heeft
hij gevraagd, of iemand er het woord over wilde hebben. Niemand
der leden ging daarop in en spreker heeft toen gevraagd, of er
stemming over het voorstel verlangd werd. De tijd voor beraad
slaging was toen dus voorbij. De heer Juten verlangde stemming
en wenschte zijn stem te motiveeren, waarvoor hij toen het woord
kreeg. Wanneer de heer Schuyl ook gevraagd had om zijn stem te
motiveeren, zou spreker hem daarook de gelegenheid voor gegeven
hebben. De heer Schuyl wilde echter opnieuw de beraadslagingen
openen en daarvoor heeft spreker de toestemming van den raad
gevraagd, waarmede hij naar zijn meening dan ook volkomen juist
handelde. Wat verder de opmerkingen van den heer Walder over
het interrumpeeren betreft, wil spreker er op wijzen, dar de heer
Walder dat zelf zeker zoo goed kent. Men zou hier dan ook ge
voeglijk het bekende spreekwoord kunnen aanhalen van den pot en
de ketel. Hij zai daar dan ook niet verder op ingaan»
De heer SCHUYL wil naar aanleiding van de opmerking van den
heer Juten, dat hij het raadslidmaatschap nog altijd beschouwt
als een eerebaantje, er op wij zen, dat dit tegenwoordig niet meer
mogelijk is. Vroeger kon men dat goed doen, maar thans, nu alle
mogelijke vraagstukken aan de orde komen, gaat dat niet meer...
e heer Bn,CHT merkt op, dat dit voorstel een verkapte ver
hooging van het presentiegeld beteekent, hetwelk spreker in dezen
tijd niet gemotiveerd acht. Hij zal dan ook tegen stemmen.
De heer VAN KROON zal om dezelfde reden als de heer Becht
tegen stemmen.
De VOORZITTER brengt dan het voorstel van B dc W in stemming',
waarbij dit wordt aangenomen met 15-4 stemmen.
Vóór stemden de heeren Schuyl,Bakx,van Kaam, Kiepe, Bekter,
van Hasselt, Boschman, Musters, Kruize, Janvier, Walder, Broek
mans, Dielissen, Scheffelaar en Simons.
Tegen stemden de heeren Demmers, Juten, van Kroon en Bechtc
VI. VOORSTEL OM AAN H.M.DE KONINGIN TE VERZOEKEN VOOR DE
GEMEENTE BERGEN OP ZOOM ONTHEFFING TE VERT/RENEN VAN HET
VERBOD VERVAT IN HET EERSTE LID VAN ART.54 DER DRANKWET
(Stbl.1931 no.476) VOOR ZOOVEEL BETREFT HET TOELATEN VAN
PERSONEN BENEDEN 16 JAAR IN VERGUNNINGSLOCALITEITENWAABIN
BIOSCOOPVOORSTELLING WORDT GEGEVEN.
(Verzameling 1932, no.91.)
De heer SCHUYL zegt,dat door dit voorstel de mogelijkheid
wordt geopend voor kinderen beneden de 16 jaar om 's avonds
de bioscoop te gaan bezoeken zonder geleide,wanneer die bios
copen in een vergunningslocaliteit zijn gevestigd. Spreker is
in het algemeen zeer zeker voor vrijheid,maar hij wenscht dit
niet op een dergelijke wijze uit te breiden tot kinderen benedon
de 16 jaar. Spreker acht het verkeerd kinderen des avonds de
gelegenheid te geven om zonder geleide naar een bioscoopvoor
stelling te gaan,met alle excessen daaraan verbonden.Ni et alleen
voor Bergen op Zoom,maar voor elke plaats in Nederland acht
spreker een dergelijke regeling verkeerd. Op grond van zedelyke
en moreele overwegingen is spreker er dan ook op tegen om hier
voor de Roxy een dergelijke regeling in het leven te roepen#
Spreker wil hier in praktijk brengen,waarmede door anderen zoo
gaarne gecolporteerd wordt.
Wethouder SCHEFFELAAR zegt in groote lijnen op dezelfde grondor
als de heer Schuyl tegen dit voorstel te zijn.Hij heeft zich in
de vergadering van het college van B W ook tegen dit voorstel
verklaard,al is er dan ook geen minderheidsmeening in het prae-
advies opgenomen. Ook naar sprekers meening is het nooit goed
te keuren,dat kinderen beneden de 16 jaar zonder geleide een
bioscoop bezoeken; men kan voor de moreele en zedelijke gevolgoi
daaraan verbonden, nooit verantwoord zijn,
De heer SCHUYL merkt op,dat de twee polen elkaar dan hier
raken.
De VOORZITTER wijst er op,dat het hier alleen gaat om het ook
voor de Roxy mogelijk te maken des Woensdagsmiddags kindervoor
stellingen te geven.Naar de meening van B W was het verkeerd
dat door de bepalingen van de drankwet,de eene bioscoop wel en
de andere niet voor het geven van kindervoorstellingen in aan
merking kwam. Die kindervoorstellingen zijn steeds van zeer