- 8 -
DeSHCREfARIS merkt op, dat dit niet altijdkan omdat de
rekening eerst op 30 Juni wprdt afgesloten en er tot dien tijd
dus nog veranderingen in kunnen worden aangebracht.
Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna overeenkomstig het
voorstel van B cc W besloten.
--9— -ZT-ÏOjaM VAM_BEN VERGOEDING VOOR HET BIJ-
VAN DE aFDZELING"^ VAN BEN RAAD~
N'Ch.N VAN INGEVOLGE DE ARTT. 607 63 eH~T97~DER
G^M^xlicv/8T DOOR DEN RAAD BENOEvIDE COx.mlISSI «2i.
iVerzameling 1933, no.88)
De VOORZITTER vraagt, of iemand het woord over dit punt ver
langt.Daar geen der leden hierop ingaat,vraagt spreker,of iemand
stemming over het voorstel verlangt.
Wethouder«JUTEN verlangt stemming.Spreker is tegen dit voor
st ex omdat hij van meening is, dat de arbeiders-afgevaardigden,
voor v/ie dit voorstel speciaal gedaan is, bij de avondver^aderinger
geen verlet hebben.
Be heer SCHUYL zegt over deze materie bij de overige behande
lingen niet gesproken te hebben, doch er thans iets over te willen
zeggen.
De VOORZITTER vraagt,of de heer Schuyl dus het woord over dit
punt wenscht, en de discussies opnieuw wi1 openen. Spreker vraagt
of de raad zich daarme kan vereenigen.
poor geen^der leden wordt bezwaar tegen gemaakt.
De heer SCHUYL zegt, dat het niet noodig'was,dat de Voorzitter
dit deed, want als spreker zijn stem gemotiveerd had,dan had hij
toch kunnen zeggen, wat hij wilde. Spreker wil echter eerst iets
anders zeggen en wel over de leiding van den Voorzitter. Hij is
van meening, dat de wijze van optreden van den Voorzitter tecen
spreker en leden van diens partij meer dan er» is, waar
steeds getracht wordt om hun te beletten iets te zeggen.
we VEUHEiiT^u zegt,dat hij er niet aan denkt om zulks te doen.
e heer sChUiL blijft er bij, dat het toch zoo is.Ook thans
weer lokte de Voorzitter eerst een beslissing van den raad uit,
voor hij spreker het woord gaf.Dat zijn van die bedoelingen, die
spreker ten sterkste afkeurt. Het gaat zoo langzamerhand"de soui-
gaten uitloopen met de leiding. Spreker zal zich daar echter maar
niet zonder meer bij neerleggen.Wanneer hij als lid van den raad
iets wil zeggen, dan moet hij daat ook de gelegenheid voor krygen.
e heer Juten werd door den Voorzitter direct het woord verleend,
werd"1 spreker daarover de beslissing van den raad gevraagd
veeÜL^1^ mei*\°P> ft de heer Juten zijn stem wilde moti-
veeren. Als de heer Schuyl dat had willen doen, zou hij daarfeoor
ook direct in de gelegenheid gesteld zijn geworden. «w***
e heer oc.iUYL is het daarmede niet eens, maar spreker kan
wel zeggen, dat als de Voorzitter zoo door gaat, hij er dan nop
veel plezier van kan beleven. De Voorzitter zal dan no^ vele
uren met spreker en zijn partijgenooten, maar niet tot zijn
plezier, kunnen bezig blijven. J
De VOORZITTER: Zijn dat bedreigingen mijnheer Schuyl
ropnpn merkt op ook niet over de leiding te kunnen
De he ei oCLUlL wijst er op, dat we hier thans een verkapt
voorstel hebben tot het verleenen van presentiegeld aan leden
van den r»ad. Ofscnoon geen enkel lid van sprekers partij aan
die verhoogm^ van het presentiegeld eenig voorde, kan hebben,
omdat zij geen zitting hebben in de commissies, zal sprekers
partij dit voorstel toch steunen.Spreker vindt het jammer,dat in
de motiveering van he t prae-advies steeds gesproken wordt van
arbeiders-afgevaardigden",alsof deze alleen een grootere ver
goeding moeten hebben, tien zou hieruit kunnen lezen, dat het
raadslidmaatschap nog wordt beschouwd als een soort eerebaantje,
^aar die tijd is reeds lang voorbij en de arbeid ers-afgevaar-
ïgden stellen evengoed al hun kennis en tijd beschikbaar ten
dienste van de gemeente. Naar sprekers meening had men dat woord
dan ook beter uit de toelichting kunnen weglaten.
De VOORZIhlxiEt. v/ijst er op, dat de redactie betreffende het
voorstel niet afnomstig is van B cc W, maar van den voorsteller
uit den raad.