- 13 -
De heer Boschman kan zich met hetgeen door den heer Becht gezegd
is,niet vereenigen, ,/anneer men daarcp zou ingaan zou er al heel
spoedig een adres komen van ingezetenen der gemeen te, die graag de
wekelijksche markt opgeheven zouden willen zien.
De heer BECHT merkt op,dat het daarmede heel, iets anders is.
De heer BOSCHMAK is van me ening.dat dit hetzelfde is. Daarbij
komt,aat die adressanten toch zelf ook het recht hebben om op die
marxt te gaan staan. Als men op de bloemenmarkt de vreemdelingen
wil weren,dan zal men hetzelfde moeten doen met de Donderdagsche
markt. Wanneer die personen niet gaarne zelf op de markt gaan staan,
moeten zij er maar een knechtje zetten.
De heer SIMONS is het volkomen eens met hetgeen door den heer
Boschman is naar voren gebracht. Men moet bij de bloemisten veel
meer betalen dan op deze markt,en het is naar sprekers meening dan
ook in het belang der ingezetenen.dat deze markt blijft bestaan.
De heer BROEKMANS is ook niet voor opheffing. Niemand wordt belet
om er te gaan staan en ieder moet dus voor zichzelf dat weten.
Voor spreker gaat het er maar om, of de menscher. voor hun staan
plaats op die markt voldoende staangeld betalen. Als dat het geval
is,dan kan er naar sprekers meening niets op tegen zijn,dat dc
markt blijft bestaan. Wanneer echter niet voldoende staangeld be
taald moet worden, zou dut een onbillijkheid zijn tegenover de bloe
misten in de stad,die vuur en licht moeten betalen, voor de huur
zitten en hocge belastingen moeten opbrengen.
Wethouder KIEPE zegt,dat deze zaak zoo in elkaar zit. Eenige
jaren geleden is door den raad besloten om naast de Donderdagsche
markt ook Zaterdagsavonds een markt te houden in fruit en bloemen,
aanvankelijk: stonden daar 5 of 6 kraampje s,doch al zeer spoedig
bleek.dat deze markt niet trek en zoo zag men die menschen lang
zamerhand verdwijren. Gedurende 2 jaren heeft niemand meer op die
markt ge staantot dat voor een half jaar aan spreker het verzoek
wera gedaan om te trachten deze Zaterdagsche markt weer in het Leven
te roepen. Dat heeft spreker toen gedaan en ofschoon ^er aanvankelyk
wat meer animo was, bleef deze tenslotte beperkt tot e'én man. Die-
heeft noodig 5 m2,zoodat de gemeente daarvan ie deren Zaterdag
f.1,-- aan marktgeld ontvangt. Daarvoor moet de gemeente dan weer
eenige menschen van den reinigingsdienst hebben om de steaat schoon
te maken na af loop, te rwi j 1 ook de marktmeester in functie moet zyn.
Alles bij elkaar legt de gemeente er dus iedere week nog op toe
Toen dan ook de bloemenhandelaren bij spreker kwamen en hem wezen
op de schade ,welkr zij docr deze markt le den te rwi j 1 de gelden
allemaal naar Roosendaal gir.ge n ,he ef t spreker hun toegezegd hun
belangen hier in den raad bij het indienen van een verzoek te
zullen bepleiten.
De heer BROEKMANS i3 van meening.dat men dan het staangeld moet
verhoogen
Wethouder EIEEE gelocft.dat dit een kwestie is, waarbij het sop
de kool niet waard is. Het blijft voor spreker precies hetzelfde,
of men de markt opheft of niet,maar het is nu al eenige malen ge-
bleken,dat deze markt geen levensvatbaarheid heeft. Dat is bij de
Donderdagsche markt wei het geval.
De heer BECHT merkt nog op,dat de vergelijking van den heer
Boschman niet op gaat,v/ant de Donderdagsche markt heeft bewezen
bestaansrecht te heb ben,maar de markt op Zaterdag niet. Wanneer men
Zaterdags op die markt komt, ziet men daar een of twee kraampjes
met bloemen,maar spreker noemt dat geen bloemenmarkt. Hij doet dein
ook het voorstel die markt op te heffen.
De VOORZITTER brengt dan het voorstel om de markt te handhaven
in s temming, waarbij dit wordt aangenomen met 13 - 5 stemmen.
Voor stemden de heeren Simons Krui ze BroeKmansWalde r.Bakx, van
Kaam,Schuyl .Musters ,Bekker .Bosehman van Hasselt, Jan vier en Demmers.
Tegen stemden de heeren van Kroon,Scheffelaar,Becht,Juten en
Kiepe
rR.K.Werklie den vere enigingen "31Gerard us Hejella" en "St. Joseph"
Bergen op Zobmsche Be stuurdersbond en Chr.Me taal be werkers bond,
allen te Bergen op Zoom, Bergen op Zoom 18 Januari 1932.
Verzoek om te bevorderen.dat niet wordt overgegaan Eël ontslag
van georganiseerde arbeiders aan de werkverschaffing me t het oog
op de trekbaarheid uit hun werkloozenkas en dat aan de organi
saties medezeggenschap worde gegeven omtrent de tewerkstelling
van arbeiders aan de werkverschaffing.