- 9 - VT.ADVIES OP HET VERZOEK DER MUZIEK- EN TOQNEELVEREENIGING "T.O.G. ALHIER INZAKE HET TREFFEN VAN MAATREGELEN BIJ HET VERLEENEN VAN - VERGUNNINGËN.'VOOR UITVOERINGEN, ENZ, (Verzameling 1932, No,39). De heer BECHT zegt dat 'het rapport van den Commissaris van Politie voor hem geen waarde heeft.Daarin wordt beweerd dat de verlenging van het sluitingsuur voor de uitvoering van T.O.G. den 26n Maart is aangevraagd en dat het antwoord daarop den 29n Maart was gezonden.In werkelijkheid is de aanvrage den 26n Maart ingezonden,wat dus juist is,doch het antwoord werd den 2n April, de dag van de uitvoering,des namiddags om 3 uur ontvangen,Hier uit concludeert spreker dat de beschikking met opzet zoo laat gezonden werd om beroep onmogelijk te maken,Typisch is dat,toen de toestemming werd bezorgd met de boodschap: "Het is niet noodig te telefoneeren want de commissaris is er niet"bleek,dat de per missie verleend was tot 2 uur en niet tot 3 uur. Met de zienswijze van B W betreffende de punten 1 en 3 kan spreker zich wel vereenigen,omdat het in strijd is met de wet. Hij wijst echter op een artikel voorkomende in het weekblad voor den Nederlandsche Bond van Gemeenteambtenaren,waaruit men kan opmaken dat men in Dordrecht ook doende is,zooals in veel andere plaatsen om eén regeling te treffen. Spreker wil dat ontwerp besluit niet voorlezen.Er wordt o,m, in gezegd: "Aangezien aan den raad het recht niet kan worden ontzegd zijn verordeningen zoo vast te stellen,dat hij de uitvoering aan zich houdtterwijl geen wettelijke bepaling'er zich tegen verzet,dat hij zich daar bij laat voorlichten door het college van B W11 Spreker heeft zich in verbinding gesteld met Dordrecht en hoopt nadere gegevens te ontvangen,om na te gaan of in Bergen op Zoom een dergelijke regeling ook getroffen zou kunnen worden. Wat punt 2 betreft,is spreker van meening,dat met een beetje goeden wil van de zijde van den burgemeester en van den commissaris van politie het toch wel gevonden zou kunnen worden, dat de vereenigingen 14 dagen voor de uitvoering weten of zij verlenging van het sluitingsuur hebben bekomen of niet.Temeer zou dit best kunnen als de vereenigingen drie weken tevoren de aanvragen zouden inzenden. Ook punt 4 zou best ingewilligd kunnen worden, en de ver eenigingen verlenging van het sluitingsuur te laten vragen in- plaats van den zaalhouder.Een vereeniging kan beter voor haar belangen opkomen dan een zaal houder9omdat een zaalhouder niet zoo onafhankelijk staat als een vereeniging. Wat betreft punt 6,begrijpt spreker niet goed,waarvoor de z.g, politielijst noodig is. Uit deze onaangename verwikkeling kunnen wij voor de zooveel- 'ste maal de leering trekken,dat het hoog noodig is,dat er een regeling komt,dan weten de vereenigingen waar af en waar aan, terwijl de taak van den burgemeester en den commissaris van politie vereenvoudigd en vergemakkelijkt wordt. De heer WALDBR vindt het voorstel van B W,gesteund door het advies van den commissaris van politie nogal ingrijpend en het komt spreker voor,dat er toch -wel een en ander van waar is v/at er in het adies van T.O.G, wordt gezegd,vooral wat betreft het indienen van de politielijst meent spreker dat er hier nogal eens minder aangenaam mee omgesprongen wordt. Spreker wil voor stellen een commissie uit den raad te benoemen waarin bijv,wet houder van Hasselt als juridisch raadsman zeker wel op zijn plaats zou zijn.Zulk een commissie zou wellicht veel ontevreden heid kunnen wegnemen.De vereenigingen hebben hun plichten maar toch ook hun rechten en spreker wil geen afbreuk doen aan de rechten van den burgemeester of van den commissaris van politie en er behoeft niet zoo'n gev/eldige haast achter te zitten,maar een commissie zou toch v/el goed werk kunnen verrichten. De heer BAKKER acht hetgeen hier door T.O.G.naar voren wordt gebracht,hier en daar wel voor wijziging vatbaar.Vooral wat punt 6,het indienen van de politielijst betreft.Spreker gelooft dat wel wat meer tegemoetkomendheid kan worden betracht.Spreker kan zich dan ook vereenigen met het voorstel van den heer Walder om een commissie in het leven te roepen die deze zaak onderzoekt. De heer MUSTERSgelooft dat de raad hier weinig aan kan doen. Alleen zou men den burgemeester kunnen verzoeken wat meer toege vend te zijn.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1932 | | pagina 136