geheele week niet kunnen vlerken en alleen Zondagavond heeft hij
zijn inrichting kunnen openen. In die paar uren heeft hij niet
e^rtc zijn pachtsom, kunne'xi verdienen. Aangezien deze man in
"?in£ncieele moeilijkheden verkeert, zou de raad een zeer goed
■werk doen met te besluiten hem zijn pachtsom terug te betalen,
al heeft hij er volgens de verordening geen recht op.
De heer SCHUYL zegt,mede namens zijn fractie-geno ten
zich te kunnen vereenigen met een besluit tot teruggave van
de pachtsom.
De VOORZITTER advi seert geen restitutie te verleenen, omdat
een^precedent wordt geschapen.
Wethouder VAN HASSELT zegt tegen terugbetaling te zijn,
omdat de heer Huygens door den koop van deze inrichting zich een
kat in den zak gekocht heeft. Spreker is van meening dat de heer
Huygens de schade moet gaan verhalen op dengene, die hem de
inrichting verkocht heeft.
De heer BECHT zegt,dat dit de juridische zijde van het vraag
stuk is, Zooals spreker de kwestie ziet,gaat het er in deze om,
of het juist zou zijn wanneer de gemeente een gedeelte van de
pachtsom terugbetaalde.Spreker weet dat de heer Huygens de geheele
kermisweek tegenslag gehad heeft en is daarom van meening dat hier
van force majeur kan worden gesproken.
De heer MUSTERS wijst er op,dat als men één van de verzoekers
iets terug geeft,men hot beiden zal moeten doen.
Wethouder KIEPE zegt, dat het twee afzonderlijke gevallen zijn.
In het eene geval heeft de man niets kunnen verdienen door een on
geluk buiten zijn schvld en wat de inrichting van den anderen ver
zoeker aangaat,deze ii de geheele week open geweest.Dat een der
gelijke inrichting geen bezoek trekt is iets waar wy niets aan
kunnen doen.Het geval van den heer Huygens is gewoon force majeur
geweest.
Wethouder VAN HASSELT zegt dat het heelemaal geen force majeur
is geweest en wijst tr nogmaals op,dat de gemeente niet moet beta
len voor een fout van den heer Huygens,die eerst de inrichting
had moeten nazien en dan had kunnen komen met een goed werkende
inrichting.
De VOORZITTER brent dan het voorstel van B W om aan adres
santen te' berichten overeenkomstig de ter inzage gelegde concept
brieven resp.no.52/202 B.63-18 en No.51/202 B.63-18,afdeeling
II, in stemming.
Dit voorstel wordt aangenomen met 13 - 6 stemmen.
Voor stemden de heeren Musters,Broekmans,Demmers,Janvier,
Bakx,Dielissen,van Kroon,Juten,Van Kaam,van Hasselt, Bekker,
Scheffelaar en Boschman.
Tegen stemden de heeren Kruize, Schuyl, Walder, Kiepe, Becht
en Simons.
IV.Gedeputeerde Staten van Noordbrabant, 's Hertogenbosch 27 Apri
1932. G.nr.355. Ille afdeeling.
Nota van aanmerkingen gevallen op de begrooting der gemeente
voor het dienstjaar 1932.
De VOORZITTER zegt dat bij de stukken 2 adviezen met ontwerp
besluiten van de permanente commissies voor georganiseerd overleg
voor de ambtenaren en voor de dienaren van politie zijn ter visie
gelegd.Hij stelt voor deze 2 ontwerp-besluiten vast te stellen
en Ged.Staten te berichten overeenkomstig den ter inzage gelegden
concept-brief no.40/118 B.104-17,afdeeling II.
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming gaat de
raad hiermede accoord.
VVOORSTEL TOT HET AANGAAN VAN EEN GELDLEEiNING MET DE PENSIOEN
FONDSEN VOOR DE KOLONIALE LANDSDIENAREN EN LOCALE AMBTENAREN
GROOT f.300.000.--.
(Verzameling 1932, no.76).
De heer BECHT vindt het aangeboden percentage op het oogen-
blik niet te hoog,maar zag gaarne de mogelijkheid om te conver-
teeren, - die blijkens de voorwaarden pas na 5 jaar mogelijk is
met betaling van een toeslag van 1% over het geconverteerde be
drag - op korter termijn mogelijk gemaakt.
De VOORZITTER zegt dat de voorwaarden van deze leening zeer
goed te aanvaarden zijn.
De heer SCHUYL vraagt waarom geen leening is uitgeschreven.
De VOORZITTER zegt dat men leeningen beneden f. 500.000,--
niet op de markt kan brengen.
Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel
van B W besloten.