- 9 -
v/ethouder KljiPuj merkt op, dat niet de toestand der gemeente-
financien cot maatstaf heeft gediend voor de beslissing van
3 j/?doch de overweging,dat wij hier wonen in een bij uitstek
gezonde plaats,met bosch-heide- en zeelucht, nlle mogelijke
elementen,die gezondheid kunnen bevorderen,zijn hier aanwezig
en toch werden de kinderen naar andere plaatsen gezonden.Hen
ou beter den subsidie kunnen geven om hier een huis te stichten
waardoor de kinderen hier verpleegd kunnen worden.Jaarom moeten
de kinderen van een andere badplaats naar hier komen en de
kinderen van hier gezonden worden naar Ka tv/ijk aan Zee. Spreker
ziet het nut daarvan niet in,waar men hier alles,wat de gezond
heid bevorderen kan,heeft.
be heer BECHT is er ook voor om de verhoogde subsidie toe te
staan.hetgeen door den heer Kiepe van de omgeving hier gezegd
is,is zeer zeker waar,doch men heeft hier geen inrichting met
voldoende toezicht op de kinderen.Bovendien is het voor de
gezondheid ook een groot voordeel,wanneer de kinderen in een
andere omgeving komen en is verandering van lucht ook van veel
invloed.
De VOORZITTER zegt,dat het Dag.Bestuurtoen zij deze aan
vrage in behandeling kreeg,direct de opmerking maakte,dat het
vreemd was,dut door de vereeniging nog nooit getracht was om
hier een blijvende inrichting voor de kinderen te stichten, of
schoon de omgeving hier toch bekend is om haar gezond klimaat.
Voor een dergelijke inrichting zou het college veel eerder een
bijdrage willen verleenen. En om daar eens de aandacht op te
vestigen,achtte het Dag.Bestuur het 1t beste,dat op dit verzoé:
afwijzend werd beschikt.Haar sprekers meening moet men iets
v/at men dichtbij huis heeft, toch niet veraf gaan zoeken.
De heer SCHTJYL is het eens met den Voorzitter, dat pogingen
in het werk kenden worden gesteld om hier een vacantiekolonie
te stichten. Als de Voorzitter en de heer Kiepe echter hun
licht eens opgestoken hadden bij deskundigen, zouden ze niet
gezegd hebben,dut he niet hoodig is de kinderen ver van huis
te zenden.Spreker kan aaar ook niet veel over zeggen, maar
hij weet wel,dat het hier om andere factoren gaat.
De VOORZITTER wijst er op,dat een vereeniging van buiten de
stad ook getracht heeft hier een permanente inrichting te ves
tig en. Na ar sprekers meening kan een dergelijke inrichting ook
voor de gemeente veel voordeelen meebrengen en de inkomsten
der^vereeniging zouden er zeer zeker mee gebaat zijn.
De heer BEKXER wijst er op,dat zulk een stichting ook veel
geld kosten zal,al is spreker het er mee eens,dat getracht kon
worden om zulk een inrichting hier te krijgen. Daarover kan
echter toch nog gesproken worden. Spreker zou thans de gevraagde
subsidie willen toestaan.
De heer EAKX maakt cr een voorstel van om de subsidie te
vernoogen tot i.Stlzooals gevraagd is,en daar dit voorstel
voldoende gesteund wordt,brengt de VOORZITTER het in stem
ming ^waarbij het oröu aangenomen met 13 - 5 stemmen.
Voor stemden de hoeren Bakx,Musters,Dielissen,Boschman
Bekker,van Kaam,JanvierjKruize,Schuyl,Demmers,van Kroon,Becht
en Broekmans.
Tegen stemden de heeren Kiepe,Juten,Scheffelaar,van Hasselt
en Simons.
XVII.ADVIES CF HET TERZCEK VAN DE AFD.BERGEN OP ZOOM VAN DEN
R.K.30NL VOOR ORQC1Z GEZINNEN" OM EEN GEIaCEHTELIJK SUB
SIDIE TEN BEHOEVE VHJ DE QRGANISATIE VAN/ANDELTOCHTEN
VOOR DE KINDEREi'J DeR LEDEN.
(Verzameling 1932, No.54.
De heer VAN KROON is tegen het verleunen van deze subsidie
omdat die naar zijne meening niet in het algemeen belang is.
Het is hier slechts voer kinderen van een bepaalde richting.
Onder aanteekening,dat de heer van Kroon er tegen is,be
sluit de raad hierna zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig
het voorstel van Burgemeester en Wethouders.
De VOORZITTER verleent dan het woord aan den heer Bekker, tot
het houden zijner interpellatie betreffende den bloempjesdag
ten bate van "Herwonnen Levenskracht".
De heer BEKKER spreekt als volgt
Hijnlieer de Voorzitter. Simpel en eenvoudig,zonder motivee-
ring of iets waaruit opgemaakt kon worden,wat de redenen waren
om de gevraagde vergunning tot het houden van een bloempjesdag