I Aan de orde komt dan punt II der agendas INGENOMEN STUKKEN. De heer MUSTERS vraagt, waarom het verzoek van de Harmonie Oranje niet op de agenda is geplaatst.Er is door die Harmonie reeds tweemaal een schrijven aan den Raad gericht, de eerste maal op 13 November j.l. en later nog eens in December. De VOORZITTER zegt daarvan niets te weten! Spreker vindt het echter niet de juiste weg, dat de leden van den Raad hier telkens met dergelijke vragen komen. Dit kan toch allemaal voorkomen worden,wanneer de leden omtrent dergelijke aangelegenheden eerst eens informeeren bij spreker of den betrokken wethouder. Men kan op die manier wel gaan vragen, waarom een stuk, dat gisteren is ingekomen, nu niet op de agenda staat. Wethouder KIEPE zegt dat inderdaad op 14 November van de Harmonie Oranje een verzoek is ingekomen. Spreker heeft dat ver zoek inbehandeling genomen. Door het bestuur der vereeniging werd een onderhoud verzocht, en spreker heeft deze week den bode ge vraagd aan het bestuur mede te deelen, dat het onderhoud volgende v/eek kon plaats hebben. Als dat onderhoud heeft plaats gehad, zal de zaak nader bezien voorden en daarna in den Raad worden ge bracht. De heer MUSTERS is van meening,dat,waar het stuk aan den Raad gericht is,het ook eerst in den Raad gebracht moet worden. Wethouder KIEPE zegt, dat het ook in den Raad gebracht zal worden,maar de zaak eerst behoorlijk moet worden geregeld en voorbereid. De heer WALDER acht deze wijze van handelen toch niet juist. In een vorige vergadering heeft hij daar ook reeds op gewezen. Naar sprekers meening dienen de stukken, welke aan den Raad gericht zijn,eerst ter kennig van den Raad gebracht te worden, waarna ze dan zoo noodig weer in handen van B V/ gesteld kunnen worden ter fine van prae-advies. De betrokken lichamen v/eten dan ook, dat hun request in behandeling is genomen. Nu weten ze het niet en worden de raadsleden hierover aangesproken om er in de vergadering naar te vragen. De VOORZITTER heeft intusschen het stuk van de Harmonie Oranje laten halen en deelt mede, dat de heer Musters inderdaad gelijk heeft en het schrijven van 13 November j.l. aan den Raad gericht is. Het is daarna in handen gesteld van den heer Kiepe. De heer BECHT zegt het toch volkomen eens te zijn met den heer Walder,dat dergelijke stukken, vóór ze om prae-advies in handen van B cc W gesteld worden, eerst ter kennis van den Raad gebracht moeten worden. Ook voor wat de stukken aan B W ge richt, betreft zou spreker er op aan willen dringen, om aan de adressanten een bericht van ontvangst te zenden, waardoor zij weten, dat hun verzoek in behandeling is genomen. Tenslotte merkt spreker op, dat het toch niet aangaat om den bode naar het bestuur eener vereeniging te zenden,wanneer dit om een onderhoud verzocht heeft. Men dient de betrokken personen dan toch zeker schrifte lijk bericht te laten. De VOORZITTER stelt dan nogmaals de ingekomen stukken aan de orde. a* Gedeputeerde Staten van Noordbrabant, 's Hertogeribosch 2 December 1931, G.nr.416. Goedkeuring van het raadsbesluit tot het aangaan van eene kasgeldleening met den Staat der Nederlanden, groot f280.000,--. b. Vereeniging van Nederlandsche Gemeentaite 's Gravenhage, Toezending van een afdruk van haar adres van 9 November 1931 aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal betreffende het wets ontwerp tot tijdelijke korting op de uitkeeringen ingevolge de financieele verhoudingswet. De heer VAN TIENEN stelt voor aan dit adres adhaesie te be tuigen. Er kunnen niet voldoende protesten worden gericht,daar waar het gaat om de loanen te verlagen. Dit brengt hier alleen voor de regeering financieele voordeelen mede, terwijl aan den anderen kant tal van personen hierdoor getroffen worden,Spreker had liever gezien, dat dit standpunt was ingenomen door B W en toch zeker door den Voorzitter, want diens voorganger, thans woonachtig te Schiedam, heeft hier op dezelfde plaats eens 4

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1931 | | pagina 41