- 22 - Wethouder Scheffelaar kan daaromtrent momenteel niet3 anders zeggen,dan dat hij zulks ook hoopt. De VOORZITTER stelt dan aan de orde de interpellatie van den heer van Tienen. De heer VAN TIENEN spreekt als volgt; Mijnheer de Voorzitter. Ingevolge artikel 133 der ambtenarenwet I9H9 had het ambtenarenreglement op 1 September 1931 in werking moeten treden. In April van dit jaar had de ambtenarenorganisatie A.R.K.A. reeds een ontwerp-reglement ingezonden,eveneens verschil leden andere organisaties. Ik wil U hier even aanhalen de lijdensgeschiedenis der laatste jaren over den rechtstoestand van het personeel in gemeentedienst. Als treffend voorbeeld haal ik hier aan; het werkliedenreglement. Dit wacht al bijna 3 jaren op afdoening; ook het verleenen van een vaste aanstelling aan personen,waaronder er zijn,die al f en 10 jaren in onafgebroken dienst der gemeente zijn; de arbeidsvoor waarden van het personeel der gemeentereiniging,verlof- eh ziekte regeling en tal van andere zaken. Het thans bestaande werkliedenreglement dateert van 30 Augustus 191S. Reeds in 1926 was door de organisatie aan Burgemeester en Wethouders verzocht het reglement te wijzigen. Door den toenmaligen wethouder van As is deze wijziging toegezegd. IS September 192S ontvangen ze een verzoek van wethouder Kiepe om de noodige wijzi gingen in te dienen. Daar het niet doenlijk was het reglement behoorlijk te wi jzigen, werd door hen op 14- November 192Ö een nieuw ontwerp—reglement ingediend,dat tevens getoetst was aan de bepalin gen der Ambtenarenwet 1929,hoewel deze toen nog niet van kracht was. Nadat hierover verschillende malen met wethouder Kiepe is gesproken, had de Bondsvoorzitter, de heer G-uit,op 11 Januari 193^ een onder houd met den Burgemeester, welke toen mededeelde, dat het reglement in Februari door den Raad zou worden behandeld. Behandeling in de Oommissie /van overleg vond hij blijkbaar niet eens noodig. Wel zou de Bond voo'r dien tijd inzage krijgen van het reglement. 10 Maart 1930 werden B W nog eens schriftelijk aan de zaak herinnerd, waarop het College 10 Maart I93O mededeelde, dat aan het reglement de laatste hand was gelegd. 6 Juni 1930 ontvingen zij het ontwerp-reglement. Dit was van dien aard,dat hiermede onmogelijk genoegen kon worden genomen. 23 Juni 1930 zijn door den Bond de noodige wijzigingen ingediend, voorzien van een memorie van toelichting. 13 October 1930 ginS een schrijven naar B W,waarin gevraagd werd,hoe de zaken nu stonden. 4- November kwam het antwoord,met de mededeeling,dat in verband met de behandeling der begrooting de zaak voorloopig niet kon worden afgewerkt. 31 Januari 1931 ontving de Bond een verzoek om een ontwerp-werkliedenreglement in te zenden in verband met de Ambte narenwet 1929,waarop werd verwezen naar het reeds lang ingezonden ontwerp,dat aan de bepalingen van do Ambtenarenwet voldeed. 14- April 1931 werd van B W de mededeeling ontvangen, dat in verband met een buitenlandsche reis van den Burgemeester de be handeling van het ontwerp-werkliedenreglement was uitgesteld. 27 Mei 1931 werd bericht, dat door het Ooilege van een ^organisatie van overheidspersoneel (welke te Bergen op Zoom niet een lid heeft) een leiddraad was ontvangen voor een werkliedenreglement,dat door B W eerst bestudeerd moest worden en daarom de behandeling werd uitgesteld. 27 Juli werd een schrijven gezonden door B W,waarin de behandeling in de Commissie van overleg werd verschoven naar Sept ember,omdat een der raadsleden,die lid der commissie was,niet meer als raadslid was gekozen en deze vacature eerst na 1 Septem ber kon worden aangevuld. 4- November 1931 had een bespreking plaats met den nieuwen wethouder voor sociale aangelegenheden, die mededeelde,dat hem van een ontwerp-werkliedenreglement absoluut niets bekend was. Hij had dit nog niet gezien,veel minder bestu deerd en voegde daaraan toe; daar zal dit jaar niets van komen. Dit bevreemdde mij, daar door mi j 7 October 1931 een schrijven aan dezen wethouder werd gericht over deze kwestie. Naar aanleiding van die mededeeling is in overleg met wethouder Scheffelaar aan het College geschreven. Tenslotte kan ik U nog medede elen,dat een adres aan den Raad, dat 19 December 1930 werd ingezonden naar aanleiding van het niet vast aanstellen van een aantal werklieden,nog niet behandeld is. Zooals wij van wethouder Scheffelaar vernamen, is hierop reeds in Januari en Februari advies uitgebracht door de betrokken bedrijfs- hoofden,waarha er niets meer aan gedaan is. A

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1931 | | pagina 22