r VIJFDE VERGADERING. Dinsdag 30 Juni 1931, des namiddags twee uur, Voorzitter: de heer P.A.F.Blom, Burgemeester. Aanwezig:Mevrouw G,G.Breedvelt-de Waal en de heeren L.A.Simons, D.Lamberts, B.Kruize, A.Mourer, J.Demmers, P.Antheunis, S.A. Musters, G.Becht, H.Walder, Adriaan Juten, E.A.G.Kiepe, M.P.J. Jansen en W.K.Dikland. Afwezig:de heeren A.Loos, M.Verbiest en MiJ.Scheffelaar, waarvan de laatste met kennisgeving. Secretaris: de heer J.A.van de Wouw. De VOORZITTER opent de vergadering en zegt, alvorens met de afwerking der agenda te beginnen, eenige woorden te willen wijden aan den ramp, welke Nederland getroffen heeft op de Parijsche Koloniale tentoonstelling. De brandy die daar heeft gewoed,kan gerust beschouwd worden als een nationale ramp, en dat is ook wel gebleken uit het feit, dat allerwege deze brand als zoodanig werd aangevoeld. Dat thans door mannen als de heer Moojen, die daar een levenswerk in een uur tijd vernield zag, toch niet bij de pakken wordt neergezeten, maar getracht wordt een nieuw gebouw, zij het dan ook in minder grootschen vorm, op te richten, ge tuigt van de groote energie, die zulke mannen bezitten en toonen, niet terneer geslagen door het groote verlies, dat zij geleden hebben. Spreker stelt dan aan de orde punt I der agenda: VASTSTELLING VAN DE NOTULEN VAN DE VERGADERING VAN DEN RAAD VAN 27 MAART 1931. De VOORZITTER wil even een onjuistheid recht zetten betreffen de hetgeen hij gezegd heeft omtrent het dragen der onderscheiding, teekenen van agent le klasse door agenten 2e klasse. Spreker had in de vorige vergadering gezegd, dat zulks oogluikend was toe gelaten doch dit is niet juist, daar er indertijd een besluit genomen is, waarbij zulks aan die agenten wordt toegestaan. Dit besluit heeft spreker thans in zijn bezit en hij deelt dit hier mede, om daardoor recht te zetten, wat hij ten onrechte gezegd heeft over zijn ambtsvoorganger. Voor wat sprekers mededeeling aan die agenten betreft, dat zij de aantekeening moeten behalen voor bevordering tot agent le klasse, wil hij er op wijzen, dat dit ook is opgenomen in het jaarboekje van den Politiebond. Spreker zal deze stukken even bij de leden laten circuleeren, opdat zij zich van een en ander precies op de hoogte kunnen stellen. Zonder hoofdelijke stemming worden de notulen hierna onge wijzigd vastgesteld. De heer WALDER vraagt en verkrijgt dan het woord over de orde. Hij wijst er op, dat het thans ruim 3 maanden geleden is, dat er een raadsvergadering is geweest. Mede als gevolg daarvan hebben we thans een dergelijke overladen agenda, en naar zijne meening is deze gang van zaken niet bevorderlijk voor het belang der gemeenschap. Er komen nu stukken op de agenda voor, die al reeds van April dateeren. Spreker weet niet of het hier t geval is, maar door een dergelijk lang wachten met vergaderen, is het toch heel goed mogelijk, dat menschen en zaken ernstig benadeeld worden Hij geeft dan ook in overweging niet zoo lang meer te wachten met het uitschrijven van een vergadering. Het is wel mogelijk, dat er voor den Voorzitter redenen geweest 2ijn om niet eerder te vergaderen, en misschien houdt het ook wel verband met de raadsverkiezingen, maar spreker vindt zulks toch niet in orde, en hij hoopt, dat in het belang der gemeente, een herhaling van deze geschiedenis zich in het vervolg niet meer zal voordoen. De heer JANSEN zou willen voorstellen, dat de Raad in deze vergadering den datum vaststelt, waarop de steunregeling in wer king zal worden gesteld. Ofschoon die regeling reeds lang gereed is,is hij nog steeds niet in werking getreden, en naar sprekers meening is dat toch hard noodig. In bijna alle gemeenten is de steunregeling reeds ingevoerd,alleen in Bergen op Zoom heeft men Het nog niet gedaan,en daarom zou spreker thans den datum van inwerkingtreding willen doen vaststellen.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1931 | | pagina 1