1 - 28 - Mocht de Raad mijn voorstel aannemen, dat zou alsnog een bezuini ging verkregen worden van 2^4-20, Wethouder KIEPE zegt, dat het heel aardig kan zijn om met een dergelijk voorstel te komen, maar om daarover den Raad nu maar in eens uitspraak te laten doen, zonder dat men de voor- en nadee- len, welke daaraan vertoonden zijn, kent, vindt spreker toch ver keerd. De Raad moet toch de draagkracht van een dergelijk toesluit kennen» Men kan nu wel zeggen, het kost .zooveel, maar die toereke ning is geen rekening gehouden met de ambtenaren van de bedrijven, van gemeentewerken, de arbeidsbeurs en het slachthuis, die dan toch ook herzien moeten worden. En wanneer men het eens van dien kant toeziet, dan gelooft spieker, dat het heel wat meer zal kosten en er van die bezuiniging geen rooie cent meer over zal zijn. De heer BECHT acht het toeter, dat over dit voorstel een prae- advies door B W wordt uitgebracht en daarom zou hij willen voor stellen het daartoe in handen te stellen van B W, om in de vol gende vergadering met een prae-advies te komen. Zooals door den heer Kiepe is opgemerkt, moeten uit een oogpunt- van billijkheid dan ook de laag gesalarieerde ambtenaren van andere gemeentebedrijven en -diensten bij deze herziening in aanmerking komen, terwijl ook de kwestie van den heer Mazairac hierbij hoort. Wethouder KIEPE heeft hier geen bezwaar tegen. Hij zou dan het voorstel van den heer Antheunis als leidraad willen hebben. De VOORZITTER zou er op willen wijzen, dat B W de zaak toch eerst behoorlijk onder oogen moeten kunnen zien. Hij gelooft dat men vorige maal wat te voorbarig is geweest met de toezegging te doen, dat reeds deze vergadering met voorstellen gekomen zou worden. Zooals reeds gezegd, zijn B W niet klaar kunnen komen met deze kwestie, wat ook niet te verwonderen is als men weet, wat er aan vastzit. De heer SIMONS zegt, dat men de menschen maar met een kluitje in het riet blijft sturen. De heer MUSTERS is er voor om het voorstel van den heer Antheunis in handen van B W te stellen, om dan in de eerstvolgende vergade- van den Raad met een prae-advies te komen. opmerking van den Voor over hoogstens twee een der moeilijke kwestid salarissen, maar dat aan drie maan- r mg De heer BECHT zou naar aanleiding van de zitter, de bepaling willen maken, dat B W maanddn met prae-advies bij den Raad komen. De heer WALDER wijst er op, dat het hier betreft. Spreker is ook voor een herziening dan niet eenewaarbij de eene wordt voorgetrokken boven den andere. Zooals door den heer Kiepe werd opgemerkt, zijn er ook buiten de secretarie, ambtenaren die te laag gesalarieerd zijn. Het is daarom het beste, dat B W in een volgende vergadering met voorstellen komen om dit alles ineens in orde te maken. Ook dd kwestie Mazairac is er een, die dan opgelost dient te worden. De heer BECHT stelt dan voor om het voorstel van den heer Antheu nis te renvoyeeren naar B W om daaromtrent over hoogstens twee maanden prae-advies aan den Raad uit te brengen. Mevrouw BREEDVELT meent, in verband met het vele werk, deze herziening vastzit, dat het beter is een termijn van den te stellen. De VOORZITTER zegt zich hiermede wel te kunnen vereenigen. De heer ANTHEUNIS zegt daar toch bezwaar tegen te hebben, daar de zaak dan weer op de lange baan gaat. Spreker vraagt, om zijn voor stel in stemming te brengen. Waar het voorstel van den heer Antheunis voldoende gesteund wordt, brengt de VOORZITTER het in stemming, waarbij het wordt verworpen met 1,1 - stemmen. Voor stemden de heeren Simons, Antheunis, Walder en Kruize. Tegen stemden Mevrouw Breedvelt, en de heeren Jansen, Loos, Bi It- land, Demmers, Verbiest, Musters, Kiepe, Becht, Juten en Mourer. Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna besloten overeenkomstig het voorstel van Mevrouw Breedvelt om het voorstel van den heef Antheunis te stellen in handen van B W om uiterlijk over drie maanden bij den Raad te komen met een prae-advies. Niets meer te behandelen zijnde, wordt de vergadering hierna door den VOORZITTER gesloten. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering an 27 Maart 1931' ,Voo rzit t er. ecretaris*

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1931 | | pagina 89