- 23 -
dergelijke menseden, maar op de eerste plaats moest dienen om de
menschen, die geen werk en te weinig inkomen hadden, aanwerite
helpen. Kaar aanleiding van de uitgebrachte rapporten hebben d
W toen verder hun richting bepaald en besloten de negotianten en
degenen, die ieder jaar met een kastje naar buiten trekken en nu
bij de werkverschaffing waren gekomen, te ontslaan. Zij moesten
hun oude vak weer maar gaan opnemen, want doordat röon de menscnen
bii de werkverschaffing op zoo ruime schaal tewerk stelde, werd
het eigen initiatief bij die menschen om iets aan te pakken geheel
gedood. Men kreeg nu, dat menschen, die nooit kans gezien hadden
om met een heele week werken meer te verdienen dan a
phhun werk neerlegden en zich bij de werkverschaffing aan
meldden, waar ze een inkomen kregen van l6,S0 per week. Er zijn
er onder dezen zelfs bij, die nog geen schop kunnen vasthouden.
Wanneer men alle werklieden die valide zijn, zou aannemen, aan^ ry
gen we tallooze menschen, die niet bij de werkverschaffing thuis
hooren. Dan wordt het een soort medelijdendheid en kan men even
goed een steunregeling invoeren. Wanneer wij ons hart in dergelijke
kwesties te veel laten spreken, dan zal dat naar sprekers meening
op den duur te veel aan de gemeente gaan kosten. Waar het
open weer is, kunnen degenen, die vroeger den boer opgingen, dit
thans weer wel doen en op die manier aan den kost komen. Het kan nu
wel waar zijn, dat de getroffen regeling een consternatie herwekte
bij verschillende personen, maar daar is toch niets aan te doen.
Voor de gemeente hebben we er door verkregen, dau ruim 80
per week minder wordt uitgegeven dan anders. B W hebben ve
ook een zekeren norm bepaald, waardoor verschillende menschen om
de lb dagen een week bij de werkverschaffing geplaatst kunnen wor
den. De Directeur van Openbare Werken heeft opdracht gekregen zie
aan dien norm te houden. We hebben die regeling ook voorgelegd aan
den adjunct-inspecteur t e Breda, die er zich volkomen mee kon ver
eenigen. Op deze wijze meenden we tenminste eenigszins het hoofd
te kunnen bieden aan den algemeenen crisis—toestand-
Het ligt verder in het voornemen van ons College om iedere maand
den toestand te herzien en op die manier een regelmatige controle
te houden op de tewerk gestel den.
Nu moet men niet denken, dat spreker dit alles hier zit te ver
kondigen omdat hij zou trachten naar pluimstii jkeri j, want dat is
niet de bedoeling. Wij willen alles doen wat mogelijk is om de men
schen te helpen, maar wij moeten daarbij ook rekening houden met
de aanschrijvingen en verplichtingen, die de Minister ons in deze
oplegt. Wij hebben die verschillende aanschrijvingen ook opgehangen
in de keeten, zoodat de menschen allen weten, wat ze bevatten.
Waarom zouden wij moeten gaan afwijken van de ons door den Minister
opgelegde voorwaarden. Zoo is er door den Minister een voorschriit
gegeven betreffende het werken bij regenweer, hetwelk eveneens ie
aangeplakt in de keeten, en waarover bij de tewerk gestelden een
storm van verontwaardiging is opgegaan. Maar wij kunnen toen nie
anders doen. B W hebben in deze zaak een andere meening dan ae
heer Jansen en kunnen op zijn voorstel niet ingaan, omdat dit de
gemeente te veel kost. Men kan nu wel zeggen, dat het niet aangaat
om de menschen naar het armbestuur te zenden, maar men kan niet al
len, die naar het armbestuur gaan, bij de werkverschaffing plaatsen.
De heer JANSEN merkt op, dat zijn voorstel alleen betreft de
valide arbeiders. Overigens is hij van meening, dat het toch niet
juist is om alle arbeiders, die onder de categorie koopman zouden
kunnen vallen, maar eenvoudig van de werkverschaffing weg te zenden.
Hoe vele van die menschen zijn ex niet, die koopman geworden zijn
door den nood der tijden, en die nu liever willen gaanwerken, om
dat het op de baan ook niets is. Dergelijke personen zijn eigenlijk
geen koopman en toch worden ze nu aan den dijk gezet. Als er
commissie zou bestaan, waarin de menschen van de organisatie zittin,
hebben, dan zouden daaraan dergelijke grieven kenbaar gemaakt zun
nen worden en de zaak onderzocht kunnen worden»
De VOORZITTER merkt op, dat men die kooplieden toch ook niet kan
beschouwen als geregeld werkman.