- o -
De heer BECHT zegt hier te huor en, dat de heer Mazairac vrij
willig overplaatsing heeft gevraagd, maar zoo is het hem niet ver
teld geworden. Naar aan spreker is medegedeeld, is aan den heer
Mazairac gevraagd, of hij niet liever naar afdeeling twee zou wil
len, daar zou hij betere diensten aan de gemeente kunnen bewijzen
en zou hij zich ook beter kunnen ontwikkelen, omdat Ü$t een afdee
ling was, waar alles behandeld werd. In elk geval kan spreker zich
moeilijk indenken, dat iemand met een diploma voor gemeente-admi
nistratie gepasseerd wordt bij de benoeming tot commies voor
iemand, die geen diploma heeft.
Wethouder KIEPE zegt, dat men hier aan het praten is over een
besluit van het vroegere Sollege, dat in lyP.k- zitting had. Spreker
meent toch wel te mogen veronderstellen, dat het College van toen
gegronde redenen voor het nemen van dat besluit zal hebben gehad.
De overplaatsing van den heer Mazairac was voor dezen ook veel
beter, omdat op de tweede afdeeling algemeene zaken behandeld
worden, wat aan zijn ontwikkeling ten goede kwam.
De heer BECHT meent, dat aan den heer Mazairac indertijd gezegd
is, dat hij op afdeeling twee beter werk zou kunnen verrichten.
Wanneer hem daarbij was medegedeeld, dat hij daardoor niet in aan
merking zou komen voor commies, dan zou hij het wel niet gedaan
hebben
Dé heer MUSTERS zegt niets te hebben willen afdoen aan de be
kwaamheid van den heer Verberne. Hij maakte slechts zijne opmer
kingen om er op te wijzen, dat men de begane onbillijkheid tegen
over den leer Mazairac bij voorkomende gelegenheid herstelt.
De VOORZITTER wijst er nogmaals op, dat de heer Mazairac uit
eigen beweging van de eerste naar de tweede afdeeling is over
geplaatst.
De heer BECHT zegt het daarmede niet eens te zijn.
Wethouder JUTEN zegt, dat de heer Mazairac hem zelf heeft mede
gedeeld geen prijs te stellen om op de eerste afdeeling te zitten.
Hij wilde liever op de tweede afdeeling werken omdat dat veel be
ter w/as in verband met zijn studie. Toen dit College aan het be
wind kwam, waren op de eerste afdeeling de heeren Geinaerdt en
Verberne en waar dit de afdeeling was, waar men de minste kennis
voor noodig had en waar men niet zooveel personeel noodig heeft,
ie die toestand zoo gebleven. Toen de heer Geirnaerdt tot burge
meester van St.Janssteen benoemd werd, moest er een nieuwe chef
benoemd worden en omdat men die afdeeling niet kon overbelasten,
meenden B W, dat het de eenvoudigste weg was om den heer Ver
berne die daar reeds zat, tot chef te benoemen. Als de heer Mazai
rac toen nog op die afdeeling was geweest, zou hij misschien tot
chef benoemd zijn geworden, doch dat was nu niet het geval en daar-
om volgde de benoeming van den heer Verberne. Daar is dus niets
onregelmatigs mee gebeurd.
Wat de benoeming van den heer Mazairac tot commies betreft,
merkt spreker op, dat men toch ook de tweede afdeeling niet fi
nancieel kan gaan overbelasten. De ambtenaren kunnen tenslotte
toch niet allemaal generaal zijn. Spreker wil er echter op w/yzen,
dat het in de bedoeling ligt den Gemeente-ontvanger een ander
kantoor te geven en de tweede afdeeling in twee afdeelingen te
splitsen. Er zal dus vermoedelijk een afdeeling bij komen en bij
die gelegenheid zou men dan deze kwestie onder de oogen kunnen^
zien en zou de heer Mazairac gelegenheid kunnen krijgen promotie
te maken.
De heer BECHT zegt, dat hij het er nog steeds niet mee eens is,
als zou de heer Mazairac uit eigen beweging overplaatsing van de
eerste naar de tweede afdeeling hebben gevraagd. Volgens de inlich
tingen, welke spreker gehad heeft, is zulks niet het geval en spre
ker heeft geen reden daaraan te twijfelen.
Op verzoek van den voorzitter licht de SECRETARIS deze kwestie
dan nog nader toe, waarbij hij mededeelt, dat de heer Mazairac geen
plaats voor den heer Verberne op de eerste afdeeling gemaakt heeft.
De heer Verberne is pas in het laatst van 1925 °P üe eerste afdee
ling gekomen. Voor dien tijd en ook nog toen spreker hier kwam,
zat de heer Verberne op de derde afdeeling en omdat spreker dien