- 5 - Mevrouw BREEDVELT is van meening, dat deze voordracht weer te laat is. Het kan toch heel best gebeuren, dat in een dringende aangelegenheid een belangrijke beslissing moet worden genomen,en dan moet dat gebeuren in een onvoltallig college. Wethouder KIEPE zegt, dat het College van Regenten slechts eens per jaar vergadert, en meer vergaderingen ook niet noodig zijn, daar het College niets anders te doen heeft dan de zorg voor het beheer van het kapitaal der instelling, terwijl de wijze van dat beheer precies is vastgelegd. Hierna wordt tot stemming overgegaan, waarbij worden uitgebracht 13 stemmen en wel alle op den heer F.C.v.d.Put. Deze is dus met al gemeen e stemmen benoemd. VI.AANBEVELING- VOOR DE BENOEMING VAN EEN LID VAN HET COLLEGE VAN REGENTEN VAN HET ALGEMEEN"BURGER GASTHUIS TE BERGEN OP ZOOM. (Verzameling I93O No. 1527*1 Bij de stemming worden 13 stemmen uitgebracht op den heer A.H.S. M.Testers, zoodat deze met algemeene stemmen benoemd is. VII. AANBEVELING VOOR DE 3EN0EMING VAN EEN BEZOLDIGD AMBTENAAR VAN DEN BURGERLIJKEN STAND EN TOT AANWIJZING VAN EEN EERSTEN, EEN TWEEDEN EN EEN DERDEN BEZOLDIGD AMBTENAAR, (Verzameling 1930 Ho.157) De heer MUSTERS zegt, dat voorgesteld wordt den heer Verberne te benoemen tot len ambtenaar. Spreker kan zich daar wel mee ver eenigen, niet omdat hij het zoo billijk vindt, maar omdat hij chef is van de betrokken afdeeling en het dus organisatorisch juist is. Hierdoor is echter een ander ambtenaar achtergesteld en wel de heer Mazairac. Reeds bij de benoeming van den heer Verberne tot commies is de heer Mazairac door het vroegere Dag.Bestuur achtergesteld ge worden. Door het vertrek van den heer Geirnaerdt is het chefschap en de betrekking van le ambtenaar van den Burgerlijken Stand den heer Verberne nu als het ware in den schoot gevallen. Spreker is echter van meening, dat men daartegenover het onrecht ten opzichte van den heer Mazairac begaan toch zoo spoedig mogelijk moet herstel len en bij de eerste de beste gelegenheid de heer Mazairac dan ook zal worden bevorderd tot commies. Verder zou spreker in overweging willen geven om een lid van het Dag.Best uur ambtenaar van den Burgerlijken Stand te maken, zooals ook vroeger altijd geweest is. Spreker zou dat nu willen doen in plaats van een derden ambtenaar, waarvoor de heer Stuart wordt voor gesteld en zou dan aan dezen, die reeds jaren ambtenaar is en onmid dellijk onder den heer Verberne staat, een bevordering 'Of salaris- verhooging willen zien toegekend. De heer BECHT is ook van meening, dat iemand met een diploma en een goeden staat van dienst ie gepasseerd geworden voor iemand anders, waardoor een onbillijkheid tegenover den heer Mazairac is begaan. Spreker zou dit ongedaan willen maken, temeer waar inder tijd door de heeren Juten, Kiepe en van As dit besluit als een noodr- lottig besluit is genoemd. Nu is er een gelegenheid om de begane on billijkheid recht te zetten en spreker hoopt, dat B W er alsnog toe zullen overgaan om den heer Mazairac te benoemen tot commies. De VOORZITTER zegt, dat de kwestie eigenlijk niet is zooals die door de heeren wordt naar voren gebracht. Er is door den heer Ma zairac indertijd vrijwillig om overplaatsing van de eerste naar de tweede afdeeling gevraagd omdat hij daar meer gelegenheid had zijn kennis te vermeerderen. Daarom is hij toen ook overgeplaatst. En nu er een nieuwe chef op de eerste afdeeling moest benoemd worden lag het toch voor de hand, dat deze benoemd werd uit degenen, die op die afdeeling werkzaam waren. Dat was een zuivere gang van zaken, die logisch uit de feiten moest volgen, Wat de opmerking van don heer Musters betreft aangaande het benoemen van een lid van het Dag. Bestuur als ambtenaar van den Burgerlijken Stand, zegt spreker, dat dit ook vroeger gebeurd is. Dat zou dan moeten zijn een onbezoldigd ambtenaar, maar de heeren zullen wel begrijpen, dat dit een uitnoo- diging is, die niet aanvaard behoeft te worden. Bovendien is spre ker van meening, dat de gemeente nog onbezoldigde ambtenaren van den Burgerlijken Stand ge nee g heeft, zoodat het niet wenschelijk zou zijn er nog meer te benoemen.

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1931 | | pagina 5