- 37 - Dg heer MUSTERS zegt,dat het hier een moeilijke kwestie is. Toen spreker den eersten keer begonnen is over het salaris van Stuart, had hij niet gedacht,dat dit' zulke verre gevolgen zou hebben.Spreker is er geen voorstander van om de salarissen in 11 algemeen te verhoogen. Steeds is op bezuiniging aangedrongen, ook voor v/at de salarissen betreft, maar dat neemt niet weg, dat onbillijkheden niet gehandhaafd mogen blijven. V/e mogen toch ook niet parasiteeren 'op den slechten toestand. Spreker is er wel voor om die jongere ambtenaren eenige verhooging toe te kennen, doch zal afwachten, wat het Dag.Bestuur hierover te zeggen heeft. De heer VERBIEST zegt reeds in zijn algemeene beschouwingen te hebben laten doorschemeren.dat men zeer,zeer zuinig moet zijn,ook met de salarissen der ambtenaren.Er is natuurlijk niets op tegen dat een bestaande onbillijkheid uit den weg geruimd wordt,maar spreker zou toch niet voor een algeheele salarisherziening zijn. Wethouder KIRPE protesteert tegen de hier'gegeven voorstelling als zou op de secretarie onbillijkheid ten opzichte der salarieerir bestaan,waarvoor B W do schuld zouden hebben. Volgens de reke ningen werd in 1927, toen dit College aan het bev/ind kwam, een bedrag van f.41000,voor salarissen op de secretarie uitbetaald terwijl dit in 1930 met dezelfde bezetting f.47000,-- bedroeg. Alzoo werd aan dezelfde menschen in totaal een bedrag van f.6000,- meer uitbetaald. Deze verhooging is toch ontstaan door besluiten van B W, waarbij salaris werd toegekend aan volontairs en andere ambtenaren in salaris werden verhoogd. Nu zijn er twee hoofdambte naren weggegaan en naar aanleiding van het advies van den ge- meante-secretaris werd door B W besloten die opengevallen plaatsen niet aan te vullen. Het was niet nooaig,dat opnieuw een commies werd aangesteld.Men kan nu wel voorstellen Om de salarissen van ambtenaren,die een bepaalden leeftijd bereikt hebben,te ver hoogen tot f.1000,maar naar sprekers meening gaat dat zoo maar niet,V/e zitten vast aan de door den Raad zelf vastgestelde alge meene salarisverordening 1927 en de Raad zou dus eerst die mo n,en veranderen. B W kunnen daar maar niet zonder meer van gaan af wijken want dan zou de Raad hen al heel gauw ter verantwoording roepen. De heer Walder heeft nog een lans gebroken voor vaste aan stelling van arbeiders bij de gemeentereiniging,maar men mag niet vergeten,dat men dergelijke arbeiders ook nog heeft bij de ge meente-bedrijven,Openbare Y/erken „het Slachthuis enz.En als men er die ook allemaal bij neemt, dan zal het do gemeente heel wat meer kosten dan f.2500,.Dat iemand met een salaris van f.2700,nog niet zou kunnen trouwen,is een opmerking, die beter achterwege had kunnen blijven, want er zijn er heel wat, die het met veel minder doen. Spreker begrijpt echter den Raad niet. Toen hij eenige maanden geleden met een voorstel kwam om een verhooging toe te kennen voor degenen, die een behaald diploma hadden en nog geen aaLaris van f.2000, ging men daar niet op in. En daardoor kregen die ambtenaren toch ook een kans om een verhooging van f.4,per week te bekomen. In verband met deze aangelegenheid, v/il spreker nog mededeelen, dat het in de bedoeling ligt om een vierde afdeeling bij te stichten. Door de verbouwing van een archieflokaal komt het kantoor van den Gemeente-Ontvanger vrij en daar zou dan naar sprekers meening de vierde afdeeling gevestigd kunnen worden. Dat zou misschien een gelegenheid kunnen zijn om eenige ambtenaren te verhoogen. De heer ANTHEUNIS wijst er op, dat volgens de salarisverorde ning 1927 B V/ het recht hebben om een besluit van den Raad in den geest van voorstellen als hier gedaan zijn,naast zich neer te leggen, maar hij is toch van meening, dat men iedereen in de gelegenheid moet stellen om zich bij het bereiken van een bepaalden leeftijd, een menschwaardig bestaan te kunnen ver schaffen. uezien de arbeidsprestaties der 6 door spreker genoemde personen meent hij ook dat deze daar recht op hebben. Hij wijst daartoe op den heer Stuart. Wethouder KIBPE merkt op, dat deze geen enkel diploma heeft. De heer ANTHEUNIS zegt, dat hij toch direct onder den chef der afdeeling staat. Wethouder KIEPE meent, dat men toch geen uizonderingen kan gaan maken. De heer ANTHEUNIS is van meening„dat ertocheeltig onder- >i scheid gemaakt moet worden, als zulks noodig blij kt> De heer WALDER zegt,dat het systeem van volontairs hem niet

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1931 | | pagina 48