- 36 -
deze verordening niet juist en niet scherp geregeld is. Met
allerlei bijkomstigheden over de personen, die het tijdstip van
vast ambtenaar naderen, hebben we dan verder niets te maken. Hoe
veel vaste ambtenaren wilt ge in onze administratie hebben. Dit
punt is zeer voornaam, Mijnheer de Voorzitter.
Er zijn op dit oogenblik op onze secretarie werkzaam 15 per
sonen, die vormen de bezetting van nu 3 afdeelingen en als de
ontworpen verbouwing klaar is, 4 afdeelingen.
Wanneer we aannemen,dat iedere afdeeling bezet moet zijn door
drie of vier personen in vasten dienst, betaald boven de f.1000,
dan zijn er dan 12 of 16, die redht hebben tot het bereiken van
een loon, waarbij zij een huishouden kunnen opzetten. Dus b.v.
een hoofdcommies of commies als chef, een commies, een adj.commies
en een klerk. Dat schema bestaat er niet, Mijnheer de Voorzitter,
en daarom meent iedereen,die drie,vier og vijf jaar werkzaam is
op de secretarierecht te hebben op doorgaande promotie. En ont
kent U eens,dat die personen bevoegd zijn te denken, dat zij dat
recht hebben, Als er in die beruchte verordening 1927, waarop U
zich zoo vaak en zoo gaarne beroept, systeem zat, dan zouden alle
jongere ambtenaren weten, dat zij op deze secretarie hier geen
kansen maakten.
En dan komen we strakjes van de tafel van B \J wel te hooren:
dan moeten ze maar ergens anders naar toe sollici'teeren, maar,
Mijnheer de Voorzitter, U weet ook wel, dat er nog vele gomeenten
zijn, die naar de hier plaats gehad hebbondo malversaties kijken
en onze jongens niet benoemen. Er zijn er, die zi'ch gek sollici-
teeren. Dus met dien dooddoener bereiken we niets.
Doordat er geen systeem in zit, krijgen we eenige merkveaardige
omstandigheden. Hier in den Raad is ter sprake gekomen het geval
van een ambtenaar, die al 13 jaar hier werkzaam is, al tien jaar
adjunct-commies is, voldoende solliciteert om te bewijzen, dat
hij niet op den gemeentezak wil leven, voor wien geen plaats is
als commies en dus maar wachten moet. V/aar op
Maar één commies wordt alvast op zien-komen tot Hoofdcommies
bevorderd. Waarom Waarom de eene niet, de andere wel
Men zal toch niet willen beweren, dat die adj.commies ineens
niet meer voldoet. Vijf jaar geleden kwam een volontair op deze
secretarie, die een jaar daarna al voor vast aangesteld werd, nu
al een jaar op z'n maximum van f.1000,als klerk staat en men
kan niet anders dan deze snelle promotie bijhouden, door hem bij
de organisatie der 4e afdeeling een behoorlijke positie te ver
schaffen. Maar andere jongere ambtenaren, die hier vier en drie
jaar zitten en den leeftijd van 22 en 28 jaar bereikt hebben,
laat men staan op nog ver af van f.1000,--.
Er zijn nu 15 ambtenaren en er kunnen nu in de toekomst 12 of
16 een vaste plaats krijgen en bovendien eenige volontairs. Als
nu die volontairs strakjes met of zonder diploma drie, vier, vijf
jaren moeten gaan wachten alvorens ze ergens een betrekking krijgen
zal het systeem der volontairs gauw zijn uitgeput, want niemand
zal het meer willen zijn. Dit is dus een achteruitgang in de toe
komst van onze jongens. En op de secretarie zijn ze onmisbaar,want
ik heb nu in het begin van mijn rede aangepomen 3 of 4 vaste ambte
naren per afdeeling, dus voor 4 afdeelingen 12 of 16 vaste personen.
Mc ar dan zijn er zeker nog per afdeeling 2 aankomende klerken
noodig en dat kunnen dus evengoed volontairs zijn als betaalde
jonge krachten benéden de f.1000,die opgeleid worden tot
flinke ambtenaren en later bij een eventueele vacature een vaste
aanstelling krijgen en niet, zooals het nu gaat, de opengevallen
plaatsen niet §an te vullen.
Ik geeft het Dag.Bestuur in overweging de opengevallen plaatsen
aan te vullen en dezen post te verhoogen met f.3000,
De heer DIKLAND meent, dat deze kwestie toch wel moeilijker is
dan door verschillende sprekers is naar voren gebracht. Het stelsel
op de secretarie is toch niet geheel juist. Ook het volontair-
stelsel is verkeerd en daarmede zal toch gebroken moeten worden.
Immers er moet een zekere promotiekans in een betrekking zitten,
anders schiet men niet op en maakt dit de menschen v/erkelijk
moedeloos. Wanneer eenige ambtenaren naar een andere plaats gaan
dan is het verkeerd, dat B W die gelegenheid aangrijpen om te
gaan bezuinigen, want daardoor blijft er geen kans voor promotie
meer! Wat de kwestie van Mazairac betreft, is spreker van meening
dat als deze gepasseerd is, dit ook zoo spoedig mogelijk hersteld
moet worden.