Éi - 35 - salarisherziening over te gaan. Men kan salaris betalen naar gelang de arbeidsprestaties en men kan het ook doen naar den leeftijd.want als iemand een zekeren leeftijd heeft gekregen, moet hij tenslotte toch op eigen beenen kunnen staan. Als spreker den toestand bij de bedrijven en andere takken van^dienst nagaat, dan gelooft hij tdat de menschen het meest gebaat zijn bij een algeheels herziening. Het was misschien het beste, om een salaris- commissie uit den Raad te benoemen, die geregeld zou kunnen werken en 'dergelijke aangelegenheden zou kunnen behandelen. Spreker heeft vorige week nog een advertentie gezien, waarbij voor den Dienst van Gemeentewerken een jongste bediende gevraagd werd tegen een loon van f.2,50 per week. Spreker heeft zich daar aan geergerd en wil wel zeggen, dat hij daarvan den ...indruk kreeg, dat men op het oogenblik gebruik maakt van den ongüastigen toe stand waarin nu de werkzoekenden verkeeren, want het loon,dat m die advertentie genoemd wordt,geeft men nog niet aan een loop- Jongen. Wethouder JUTEN merkt op, dat dat loon toch altijd het tariei is geweest voor beginnelingen. De heer WALDER: Maar dan moet men voor zulkeenbedrag niet gaan vragen naar eigenhandig geschreven sollicitaties en genoten onderwijs. Dat vraagt men wel aan een meester in de rechten,maar toch niet voor een betrekking met zulk een loon, dat aan schoenmakersjongen gegeven wordt en niet aan iemand, die admini stratief werk moet doen. Spreker wil hierover dan cok zijn ai- keuring uitspreken. Hij blijft er voor om een algeheele regeling der salarissen te treffen en hoopt, dat B W zoo spoedig moge ij met voorstellen daaromtrent komen.Ook voor de arbeiders zou spreker een lans willen breken. Die menschen werken op arbeids overeenkomst en er zijn er bij, die al 5 a 6 jaar bij* de gemeen e- reiniging werken en daar goed voldoen, maar toch krijgen zij ^geen vasté aanstelling. Spreker kent een geval van iemand, die drie dagen ziek was en van wiens loon men die drie dagen gewoon af hield, Dat zijn toch geen toestanden. Waar blijft op die manier de rechtszekerheid van die menschen Spreker hoopt dan ook, dat B W spoedig met voorstellen zullen komen om daar verbetering in te brengen. De heer SIMONS spreekt dan als volgt: Mijnheer de Voorzitter. Dit is een zeer teer punt voor mij om hierover het woord te voeren,maar toch voel ik mij verplicht het een en ander er van te zeggen. De opmerking van sommige leden om te pleiten voor een andere salarieering der lagere en jongere secretarie beambten heeft een afwijzend betoog van Uw College verkregen. B W zeggen,het zou enkele duizenden per jaar kosten, du- wordt den Raad dit ontraden.(Het kost hoogstens f.2500,--). Als men dit antwoord op het voorloopig verslag omtrent onze begrooting nu leest, dan verwacht U natuurlijk, dat wij als Kaaas- ledep ons onmiddellijk van ons voorstel terugtrekken en ons accoord verklaren met Uw standpunt. Dit zou misschien zoo zi0 indien er systeem zat in de behandeling der beambten op net, secretarie, maar juist omdat systeem ontbreekt, vallen on i heden, die gebeuren, op en achten wij ons als raadsleden l evoeg over deze kwestie het woord te voeren. We worden hier dood gegooid met de verordening op de class - flcatie der beambten en hun salarieering. Die geddt vai? J; ze wordt hier altijd aangehaald als het voorbeeld van iets pc ft°Mijnheer de Voorzitter, die verordening is van vóór onzen tyd; dat aan de hoofdambtenaren allerlei zorgbesteed wero, maar nie aan de lagere klassen,alleen daarom deugt ze ai niet. Menig]maa:1 is dah ook binnenkamers besproken, hoe noodzakelijk het was herzien; met hare vele klassen en titels roept ze verwachtingen op tot klasseverhooging,die,als er niet aan.voi^an wordt, onte vredenheid bij de lagere beambten wekt. Eri als die dan komen vragen of met hun gerechtvaardigde wenschen komen, worden ze af gescheept of voorloopig gerust gesteld. qqmaostelö Wanneer treedt èen beambte m de gelegenheid om vast aangostei- te'worden? Ik bedoel op welken leeftijd en wat kan hij dan minimum verdienen? Ziedaar toch een zeer logisch punt, dat door

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1931 | | pagina 46