- 30 -
te moeten brengen. Hij kan daarenboven nog wel de verzekering
geven,dat geen cent opgemaakt zal worden,waarvan geen rekening en
verantwoording zal worden gedaan,of die nutteloos zal worden be
steed.
Spreker wil thans nog even terugkomen op hetgeen door den heer
Haider gezegd is over dien promotor. Als de vergaderingen van
B J openbaar zouden zijn, dan gelooft hij, dat men wel een heel
ander denkbeeld hierover zou krijgen. Dat wil niet zeggen,dat de
leden van het College als kat en hond tegenover elkaar staan,neen,
wij vatten onze taak zoo op,dat er door overreding en samenspraak
iets moet worden bereikt.Natuurlijk zijn de leden het over aller
lei onderwerpen niet zoo maar direct eens,maar er wordt steeds
naar getracht om door onderling overleg en herhaalde beraad
slaging het goede voor de gemeente te bereiken.Liet dictatoriale
neigingen schiet men daarbij niets op.Spreker herhaalt,dat hij
oenpromotorwie dat ook zou mogen zijn,niet erkent,en dat de
eenigste promotor die is,welke zit in de hoofden van de leden van
hot College. Bij de aanvaarding van zijn ambt als burgemeester
dezer^gemoonte heeft spreker ook onomwonden gezegd,dat hij wilde
zijn iemand,die boven alle partijen staat en die alleen de voor
uitgang der gemeente op het oog heeft.Op dat standpunt staat
spreker nog steeds en zoolang hij hier is zal hij daar ook aan
vasthouden. Als spreker geen gelijk kan krijgen in een of andere
zaak dan gaat hij niet als een klein kind in oen hoekje zitten
huilen,maar probeert hij door samenspraak te komen tot de beste
oplossing.Alles wat eigen belang is wordt daarbij op zijde ge
schoven on^we komen dan ook steeds tot een oplossing,als er iets
redelijks in do gedane voorstellen zit.
Jat voorts de opmerking van den heer '/aider betreft over de
officieele ontvangst der Utrechtsche en Leidsche Studenten, is
spreker van meening, dat daarbij heelcmaal geen sprake was van
eenige fascistische betooging.Spreker is zelf eerelid van die
vereenigingen en kan wel zeggen,dat er geen politieke bedoelingen
aan die vereenigingen zitten.De studenten hebben dien dag hier
feest gevierd ter herdenking van het feit, dat hun voorgangers
hier honderd jaren geleden ingekwartierd waren,en spreker gelooft
niet, dat dit kwaad bloed gezet kan hebben.Hij is eerder van
meaning,dat een dergelijke herdenking meer een werk is in de
richting der vrodesgedachte, die door mevrouw Breedvelt is naar
voren gebracht. Spreker vraat niet,dat eanig Belgisch blad ovoi* de
viering van dit herdenkingsfeest geschreven heeft. Daarvoor bestond
trouwens ook geen aanleiding. Spreker is hiermede aan het einde
van zijne opmerkingen en zal thans do loden in de gelegenheid
stellen om in tweede instantie het woord te voeren.
De heer MUSTERS wijst er op,dat door den Wethouder gezegd is,
dat er geen plaats meer is op de gemeentebeit voor uitbreiding.
Spreker heeft echter het tegendeel vernomen. Uat hot snoeien van
de boomen op de Woensdrechtsche Heide betreft, blijft spreker bij
zijn mooning, dat dit werk onder leiding van een deskundige van de
Ned.Heide Maatschappij heel slecht gedaan is.Tenslotte wil hij
nog een enkel woord zeggen over de Carnaval.Naar sprekers meening
zit achter het ingezonden stuktot afschaffing dor carnaval wel
een beetje politiek. Immers vóór het jaar 1927 was er hier,om het
dan zoo maar eens te noemen,een specifiek Roomsch bestuur, en
toch heeft men er toen nooit een woord over gerept om de carnaval
af te schaffen.Wanneer het nu waar is,dat do carnaval uit een
moreel standpunt niet te verdedigen is,begrijpt spreker niet, dat
er toen nooit eenige moeite gedaan is voor de afschaffing, ofschoon
de meerderheid in den Raad daarvoor toen toch ook sterk genoeg was.
De hoer VERBIEST vraagt,of de heer Musters misschien dood
geslagen wil worden.
De heer MUSTERS meent met hetgeen thans door hem is opgemerkt,
in tweede instantie te kunnen volstaan.
De heer DIKLAND wil beginnen met het Dag.Bestuur lof toe te
zwaaien voor de beantwoording der algemeene beschouwingen,hetwelk
naar sprekers mooning thans veel beter is geschied dan vorig jaar.
Door den Wethouder van Openbare V/erken is beweerd,dat de ver
nieuwing dar straten heeft plaats gehad voor hot bedrag dat anders
aan leeningen zou worden afgelostzoodat de schuldenlast der
gemeente dus niet grooter is geworden. Dit zal natuurlijk wel
juist zijn,maar spreker zou dan toch willen vragen,als dat zoo is.