- 16 -
Menschenliefde gebiedt hier het mensehenleed te verzachten.;
particuliere vereenigingen staan hier machteloos,Rijk,provincie
en gemeente moeten hier te hulp komen. En daarom doe ik thans
hier reeds het volgende voorstel: "Ondergeteekende stelt voor aan
de menschen in de werkverschaffing, die 2-3 of 4 kinderen hebben,
wekelijks op kosten der gemeente een hectoliter cokes te ver
strekken. Zij, die 5 - 6 of meer kinderen hebben,wekelijks een
hectoliter cokes plus een huurtoeslag van f.1,50 per week.
Inwonende ouders zullen als kinderen worden gerekend."
Doordat ik lid ben van de arbeiderspartijMijnheer de Voor
zitter,maak ik in dezen tijd veel vergaderingen mede. Daar hoor
ik veel en niet alleen ongemotiveerde klachten van de menschen,
vooral wat aangaat onvoldoende inkomen. Aan de werkverschaffing
wordt f.16,61 per volle week verdiend. Wanneer het nu menschen
zouden zijn met 1 kind,dat gaat het misschien,doch Yranneer er
meerdere kinderen zijn,kan het niet anders, of de kinderen worden
ondervoed, de ouders hebben geen weerstand meer, dat ondervind
ik elke week Vrijdagsavonds op de zitting van het Burgerlijk
Armbestuur. Als deze menschen zich komen aanmelden uit gebrek,
krijgen zij niets; daar staan wij op het standpunt: de gemeente
heeft 36 cent vastgesteld,geven wij iets,vrat wij soms gaarne
zouden doen,dan gooien wij daarmede de gemeentelijke regeling
omver. Nu zijn er huishoudens bij met 7-8-9-10 kinderen.
De Raad voelt wel,dat deze menschen van f.16,61 niet kunnen rond
komen,' en daarom heb ik het door mij ingediende voorstel dan ook
gedaan.
Ik doe ditjMijnheer de Voorzitter, omdat ik overtuigd ben van
den grooten nood onder deze menschen. De prijzen in den klein
handel zijn steeds nog te hoog,zoodat de menschen het hoog
noodige nog niet kunnen aanschaffen. In dit verband zou ik B W
willen vragen, hoe denkt U over een instelling van gemeentelijken
levensmiddelendienst, waar maximum prijzen dienen te worden vast
gesteld.
Er is op 't oogenblik zooveel te veel van alles, Mijnheer de
Voorzitter, dat dagelijks vernietiging op groote schaal plaats
vindt en langs den anderen kant is er gebrek. De wereld lijkt
op een groot gekkenhuis, er is veel te veel graan, teveel koffie,
thee, suiker,olie,rubber,katoen,ijzer,leder,wol, alles waar de
massa - de arbeiders - gebrek aan heeft, doch daar is geen koop
kracht hij de massa. De productiemogelijkheid is opgevoerd, de
verteeringsmogelijkheid afgevoerd; daarvan is ook de R.K. pers
overtuigd, zooals ook blijkt uit het stukje uit de Maasbode van
Zaterdag j.l.,dat ik hier heb en even zal voorlezen. (Spreker
leest dan bedoeld stukje voor, waarna hij met zijn betoog verder
gaat. Ik maak mij bezorgd. Mijnheer de Voorzitter! Do werkloosheid
neemt nog steeds toe en daarmede gepaard gaand gebrek. De onge
rustheid onder de arbeidende klasse wordt met den dag sterker en
ik weet niet waartoe dit kan leiden. De Regeering en de gemeente
(want van de gemeente moet de druk komen bij de Regeering) schynt
groctendeels onbekend te zijn met de nooden, die er heerschen of -
en dit zou nog veel erger zijn - zij willen niets zien. Het leed,
dat over de arbeidende klasse komt, zou met eenige millioenen te
verzachten zijn, doch daartoe is men nog niet genegen. De gevolgen
van dit alles zal men dan ook maar hebben te aanvaarden.
Men probeert ons wel eens een verwijt ervan te maken, dat wij
er steeds op uit zijn, voorstellen in te die' nen, zonder ons verder
om de economische mogelijkheid der uitvoering te bekommeren. Ik
wensch mij als lid van den Raad aan geen enkele verantwoording
te onttrekken, maar ik hoop,dat het Dag.Bestuur en de geheele Raad
verschil zullen zien tusschen economische en politieke mogelijk
heden en onmogelijkheden.
Men moet niet kortzichtig zijn; de arbeidende klasse heeft in
de samenleving een plaats ingenomen, waarvan wij ons een kwarteeuw
geleden geen voorste Hing konden maken. Als to,en iemand, een
leidende politieke persoonlijkheid, een werkweek van 6 dagen zou
geeischt hebben, dan zou de geheele wereld de handen in elkaar
hebben geslagen over zooveel dwaasheid. Thans.Mijnheer de Voor
zitter is die eisch er een van het gezond verstand, van practisch
beleid, een eisch, die door vele groote industrieelen reeds in
practijk wordt gebrafiht. Dit is geen gekef van socialitische
raddraaiers, zooals ons plaatselijk bl$d zoo dikwijls schrijft,