- 14
Verder zou ik nog even Uwe belangstelling willen vragen voor
eenige speciale punten.
Ik denk hier in de eerste plaats aan de taak, die voor de
overheid is weggelegd bij het bevorderen van de vredesgedachte
Ik bedoel hier den invloed,die door Uw College aangewend kan
worden bij de schoolbesturen om de jeugd vertrouwd té maken met
de Volkenbondsgedachte en door het gesproken v/oord en door het
verspreiden van geschikte lectuur. Het is van zooveel opvoed
kundige waarde het opgroeiende geslacht de goede eigenschappen
ook in andere volken te leeren waardeeren. Ligt het ook niet op
Uwen weg om het onderwijs in het Esperanto, de wereldhulptaal,
te steunen
En waar ik nu spreek over de Vredesgedachte,zou ik nog iets
anders onder Uwe aandacht willen brengen. Ik denk niet, dat een
der hier aanwezigen het mij euvel zal duiden,dat ik dit onder
werp aanroer. Misschien kan het zelfs zijn nut hebben dat in
deze vergadering eens op het volgende wordt gewezen.
Zou het werkelijk niet mogelijk zijn, dat ook in onze gemeente
Is strak s de^verschillende partijen zoo eerlijk en ridderlijk
mogelijk gestreden wordt, dat nóch de pers, nóch de kiesvereeni-
gingen er zich schuldig aan zullen maken om ter aanprijzing van
eigen candidaten, de candidaten der andere partijen naar beneden
te'halen Laat men bedenken, dat de vrouwen en mannen, die met
September op deze plaats zullen zitten, het vertrouwen moeten
hebben van de geheele bevolking en hoe ware dit mogelijk,als
van te voren reeds gepoogd is wantrouwen tegen deze menschen
te wekken
En nu,Mijnheer de Voorzitter,nog één punt, In Uw memorie
van antwoord zegt Uw College,dat het deel uitmaken van een
stembureau een te zware taak is voor vrouwen en dat van Uw zijde
dus geen voorstel in die richting te wachten is. Hoewel ik ten
zeerste de vaderlijke zorgen van Uw College in dit opzicht
waardeer, toch zou ik U willen verzoeken dit aan de prudentie
van de vrouwen zelf over te laten. Even goed als U bij het
aanvaarden van een taak van mannen zelfkennis verwacht, kunt U
deze ook gerust van vrouwen verwachten.
Ik wil zelfs nog verder gaan. V/aar niet te ontkennen valt,
dat het vrouwelijk inzicht en de vrouwelijke nauwgezetheid in
verschillende andere gemeente zeer op prijs worden gesteld,
daar zou ik U heel dankbaar zijn, als U bij voorkomende vacatures
in verschillende commissies, ook een of meer plaatsen wilt laten
vervullen door vrouwen. Dit kan naar mijn bescheiden raeoning
onze gemeente slechts ten goede komen.
Mijnheer de Voorzitterwaar ons nog zooveel werk wacht, wil
ik niet meer van Uw aandacht vergen en eindig ik met den wensch,
dat U t.z.t. met mijn opmerkingen ernstig rekening zult houden.
De heer UALDER verkrijgt dan het woord en zegt:
Mijnheer de Voorzitter. De gewoonte getrouw zal ik ook
eenige algemeene beschouwingen houden. Het is mijn meening en
hierin zal ik wel niet alleen staan, dat wij oen crisistijd mee
maken, zooals wij dien nog niet gekend hebben, Daar moeten wij
zoo goed mogelijk doorheen zien te komen.
Ik sprak van crisistijd, omdat de crisis niet plaatselijk is,
't is in heel de wereld hetzelfde.
Ik ben van meening, dat onnoodige uitgaven in dezen tijd abso
luut vermeden moeten worden, doch voor de lebiging van de sociale
nooden dienen gelden beschikbaar te worden gesteld. Als ik
critiek zal uitoefenen op het College van B W, dan gaat dit niet
tegen de personen, die het College uitmaken, onder wie er zijn,
voor wier ijver ik waardeering heb.
Dat de gemeente ten opzichte van de werkloosheid een taak
heeft te vervullen, wordt door niemand meer ontkend. Dc schuld
van deze werkloosheid is een gevolg van het kapitalistisch
stelsel v/aarin wij leven. Er is geen evenwicht tusschen produc
tiemogelijkheid en vertoeringsmogelijkheid. De werkloozen hebben
recht op werk of op „en behoorlijken steun om in het onderhoud
van hen en hun gezin te kunnen voorzien.
De koopkracht van hot publiek moet worden verhoogd. Bijk,
provincie en gemeente moeten voor productief werk zorg dragen,
waardoor de koopkracht der loonarbeiders wordt verhoogd; dit is
de taak en de plicht der overheid,al zijn sommigen daarvan nog
niet doordrongen.
raadsverkiezingen gehouden worden,de stembusstryd tusschen de