- 10 - van de Heidemaatschappij, en dan kunnen die kosten wel gespaard worden. Een enkel woord over de havenkwestie,Mijnheer de Voorzitter. Op de vergadering van de havenbewoners met den Burgemeester is de belofte gedaan,dat de gemeente zou zorgen voor een opslagplaats voor leem ten d&enste van de havenbewoners. Enkele weken geleden, toen er weer een overstrooming dreigde,was'er nog geen leem voor de havenbewoners te krijgen. Ik zou er nu ten sterkste op aan willen dringen om zoo spoedig mogelijk deze kwestie op te lossen, zoodatwanneer er weer overstrooming dreigt,deze menschen ten minste geholpen kunnen worden. Mijnheer de Voorzitter, nog een enkel v/oord over door de gemeente en de gemeentelijke instellingen verpachte gronden. Het zal v/el onnoodig zijn om te botoogen,dat er op het oogenblik oen noodtoestand heerscht onder de land- en tuinbouwers. Aller- wege kan men lezen, dat diverse gemeente-arm- en kerkbesturen tegemoet komen in de te betalen pachtsom. Maar ook de voorwaarden dor verpachting dienen herzien te worden. Ik zou dan ook in overweging willen geven aan het gemeentebestuur, tevens aan de regenten van het Gasthuis en het Burgerlijk Armbestuur, om op nieuw» te verpachten volgens de voorschriften, die gegeven zijn door de Bisschoppen aan die kerk- en armbesturen, waarover zij zeggingschap hebben. Er wordt op hot oogenblik voor de werkloozen zoo veel gedaan^ mij dunkt voor de tuinders en landbouwers, waaronder er zijn, die het even moeilijk hebben als de werkloozen, mag ook wel wat gedaan worden. Ten slotteMijnhoer de Voorzittereen enkel woord over de werkverschaffing. Toen eenige maanden geleden de kwestie^van de werkverschaffing en steunregeling aan de orde kwam, heb ik daar graag mijn stem aan gegeven,omdat ik de overtuiging ben toegedaan, dat in dezen democratischen tijd men elkander moet bijstaaan, en dat de overheid moet voorgaan in het stellen van daden en door werkverschaffing zooveel mogelijk den nood te lenigen van hen,die door omstandigheden buiten hun wil werkloos waren. Ik kan mij ook vereenigen met een uurloon van 35 cent, als zijnde voor Steun- verleening een normaal loon,wanneer er werkelijk gewerkt wordt. Ik bedoel hier met werken geen afbeulon of op den spits drijven van de werkprestatie, maar gewoon normaal werkloozenarbeids- prestatie. Het spijt mij echter van deze plaats te moeten zeggen, dat dit niet door alle werkloozen begrepen wordt. Er zijn er onder hen, - ik hoop,dat het er niet veel zijn - die moenen, dat zij recht hebben op deze hulpverleening en die door hun onwil om te werken,de goheele werkverschaffing in discrediet brengen en door hun houding niet alleen zichzelf en hun gezin, maar ook hun goedwillende kameraden waarschijnlijk benadeelen. Zij dienen te bedenken, dat de werkverschaffing geen plicht is van het gemeente bestuur,ton minste niet in den zin van moeten. Het is een daad van goedgewilde solidariteit,dien de arbeiders moeten beantwoorden met hun ¥/orklust en hun goeden wil. Alleen met wederzijdsche samenwerking kan er iets goeds tot stand komen. Want niet alleen do arbeidersstand,maar schier alle standen der maatschappij gaan gebukt onder de malaise. En om de belastingpenningen van de ge- heele burgerij op te offeren aan hen, die door hun gedrag toonen, dat zij dat niet: waardeeren, is voor een Raadslid, niet te verant woorden en tegenover d.e goedwillende werkloozen en tegenover hon, die door hun belastinginningen bijdragen in de betaling der kosten, die voor Bergen op Zoom waarschijnlijk niet gering zijn. En hiermede. Mijnheer d.e Voorzitter, zou ik kunnen eindigen. Maar ik wil nog een enkel woord sprekem over de politiek en^ ook hierin een blik achterwaarts werpen. Toenwij in 1927 candi- daat gesteld werden als onafhankelijk of dissident of hoe men het noemen wil Katholieken,naast of volgens sommigen tegen d.e Katho lieke Staatspartijwerden er van onze groep zes gekozen. Deze uit slag had tot gevolg,dat al de leden van d.e Katholieke Staatsparty bedankten.Als reden gaven zij op, dat zij met ons niet wilden of konden samenwerken en zij dus bedankten om d.e dissidenten,die ^nu 5?iet drie man meer de meerderheid, uitmaakten, in de gelegenheid te stellen hun woorden in daden om te zetten en zoodoenc.e te toonen, dat zij niet alleen kondon praten en schrijven,maar ook regeeren. Booze tongen,Mijnheer d.e Voorzitter,beweerd.cn wel,dat dit besluit nog andere motieven tot grondslag had en d.at men hoopte, dat ce

Raadsnotulen

Bergen op Zoom: 1926-1996 | 1931 | | pagina 21