Wethouder JUTEN zegt,dat in overweging is genomen om voor deze
straat koperslakkeien te gebruiken,welke het geluid voor een_
groot deel dempen. Wanneer de kosten daarvan niet te hoog zijn,
zouden voor het Gasthuis de keien in mastiek gelegd kunnen worden,
wat zeker het beste zou zijn,want wanneer er zwaar vervoer langs
het Gasthuis komt, staat alles daar te trillen.
De heer MiJSTERSvraagtof het leggen van de keien in mastiek
niet veel meer zal kosten
Wethouder JUTEN zegt,dat dit inderdaad zoo is en dat het dan
ook geheel zal afhangen van de kosten of dat plan zal doorgaan.
Openbare V/erken is echter met het idee gekomen, omdat men op het
oogenblik een aanbieding van keien heeft, die f.5000,minder
zullen kosten dan waar op gerekend is. Daarom wordt met de ver
betering van deze straten ook eerder begonnen dan oorspronkelijk
het plan was. Bovendien heeft de Directeur van Openbare V/erken
een bespreking gehad met den Hoofdingenieur van den Rijkswater
staat en dezen er op gewezen, dat die straten vallen in den
grooten weg voor het snelverkeer, welke in het Rijkswegenplan
was opgenomen. Vermoedelijk zal die weg nu weer buiten de gemeente
om komen, doch dat duurt altijd nog wel een aantal jaren. De Hoofd
ingenieur is intusschen deze week weer op het plan terruggekomen
en heeft de begrooting voor deze werken meegenomen,zoodat we hopen
aslnog een subsidie van het Rijk voor dit werk te verkrijgen.
De heer WALDER vraagt, of de mastiek over de keien wordt aan
gebracht.
Wethouder JUTEN antwoord optkennend. De keien worden in de
mastiek gelegd, d.w.z. dat de ruimten tusschen de keien met
mastiek worden aangevuld. Op die wijze gebeurt het overal.
Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna overeenkomstig het
voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten.
De heer WALDER zegt nog vernomen té hebben, dat ook een ver
zoek om verbetering van den Ouden Stationsweg zou komen, en
vraagt, of dat verzoek al is ingediend.
Wethouder JUTEN zegt, dat die weg al lang op de nominatie staat
om verbeterd te worden. T.z.t. zal daartoe dan ook worden overge
gaan.
XII. VOORSTEL TOT INTREKKING VAN HET RAADSBESLUIT VAN 9 JANUARI
1931 INZAKE HET AANGAAN "VAN EEN REKENING-COURftNT- OVEREENKOMST
MET DË N.V.WEËTER HANDELSBANK TE BERGEN OP ZOOM GEDURENDE
HET JAAR 1931 EN TOT HET AANGAAN VAN EEN GEWIJZIGDE REKENTNG-
COÜRANT-OVEREENKOMST"LET GENOEMDE BANK.
TVerzameling 1931 No.15.7
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt over
eenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten.
XIII.BEHANDELING VAN DE GEMEENTEBEGROOTING EN VAN DE BEGROOTINGEN
DER GEMEENTEBEDRIJVEN VOOR HET DIENSTJAAR 1931.
TVerzameling 1930 No.144;Verzameling 1931 nos.13 en 14.)
Mevrouw BREEDVELT zou willen voorstellen om dezen middag nog
te vergaderen tot 6 uur en dan morgen- of Maandagochtend verder
te gaan, inplaats van een avondvergadering te houden.
Spreekster doet dit voorspel omdat naar hare meening men na
een heelen dag vergaderen niet erg frisch meer is, en haar voor
stel dus een goede behandeling der begrooting ten zeerste zal be
vorderen.
Do VOORZITTER zegt, dat het al jaren de gewoonte is om de be
grooting achper elkaar af te handelen en hij gelooft niet, dat
het College er veel voor gevoelt om daarvan af te wijken.
De heer WALDER zegt wel wat voor het voorstel van Mevrouw
Breedvelt te voelen, ofschoon spreker er direct aan moet toe-
vpegen, dat hij persoonlijk morgen niet kan wegens uitstedigheid.
Mevrouw BREEDVELT meent, dat men toch niet aan een usance ge
bonden is, en men daar toch best van kan afwijken, als zulks in
het belang der zaak is.
De heer DIKLAND zegt, dat men ook rekening moet houden met de
leden van den Raad die voor de vergaderingen hun zaak of hun
werk moeten verlettem. In het belang van die leden is het toch
om den dag zoo lang mogelijk te gebruiken.
De heer MOURER is het hiermede volkomen eens.
Mevrouw BREEDVELT zegt haar voorstel niet voor zichzelf te
hebben gedaan, maar in het belang van een goede behandeling der
begrooting.